Archive for april, 2011

Is er een probleem?

zaterdag, april 30th, 2011

VERANTWOORDELIJKHEIDSGEVOEL VOOR DE GEMEENSCHAP

In Lienden in de Betuwe werden Polen te hulp geroepen om de voorbereidingen te treffen voor de viering van Koninginnedag. Het dorp zelf kon niet voldoende vrijwilligers leveren. Je zult als dorp maar op deze manier in het nieuws komen. En gisteren was daar ook de lintjesregen. Bij het toekennen van zo’n koninklijke onderscheiding let men er vooral op of iemand veel vrijwilligerswerk heeft gedaan. Hier in mijn dorp kregen drie mannen een lintje. Alle drie waardevolle mensen voor de dorpsgemeenschap. Een organiseert elk jaar met veel succes de collecte voor de Hartstichting, maar zorgt ook, dat er reanimeringscursussen worden gegeven: hartmassage en beademen. Een tweede is vrijwilliger bij de sport, de parochie en de algemene begraafplaats, die helemaal op vrijwilligers draait wat betreft het onderhoud. Een derde was wethouder, is raadslid, was voorzitter van een verkeersberaad en bestuurslid van de Kring Utrecht van het KNAG en zorgde voor het contact met de Universiteit Utrecht. Drie heel verschillende mensen, die elk de waardering van de gemeenschap echt verdienen. Voor het lintje hebben ze het niet gedaan. Ze vinden, dat het zo hoort.

Een gemeenschap kan niet zonder vrijwilligers. Het is eigenlijk een open deur. Een sportvereniging heeft bestuursleden nodig en leden voor de technische commissie en de materiaalcommissie en de sponsorcommissie en de clubladredactie en de trainersgroep en de jeugdcommissie en de kantinemedewerkers en de mensen, die de shirts wassen. Er is voor ieder wat wils. Je kunt moeilijk volhouden, dat je nergens voor geschikt bent. En toch blijkt het vaak moeilijk mensen te vinden. Als ik zo naar mijn vele buren kijk, zijn er die allerlei vrijwilligerswerk doen en tegelijk anderen, die geen poot uitsteken. Soms is het iets als verlegenheid. Ze lijken wat mensenschuw. Soms zijn ze echt heel druk met hun werk. Af en toe vraag ik mij af of er toch meer aan de hand is.

Zou het iets te maken kunnen hebben met de individualisering? Wat versta je daaronder? Voor mij is individualisering een goed zaak als deze inhoudt, dat mensen in hun leven eigen keuzes maken, hun leven in hun eigen hand nemen. Ze worden door niemand gedwongen, niet door familie of een religie of een overheid of een politieke groepering of een werkgever, maar maken zelf uit wat ze met hun leven doen. Ze maken wel deel uit van groepen, maar er is geen groepsdwang. Die eigen keuzevrijheid wil zeker niet zeggen, dat men zich niet verantwoordelijk zal voelen voor de gemeenschappen waarvan men deel uit maakt. Op zich hoeft individualisering niet te leiden tot een gebrek aan vrijwilligers.

Er moet meer zijn. Soms zie je, dat mensen helemaal niets met anderen te maken willen hebben. Ze hebben dan misschien wel een baan, doen hun werk, maar bemoeien zich met niemand. Ze vallen ook nauwelijks op. Soms wordt het wat agressief. Bemoei je niet met mij; ik bemoei me ook niet met jou. Ik maak zelf wel uit wat ik doe. Dat worden op den duur eenzame mensen. Vroeg of laat heb je de anderen toch nodig, maar die mogelijkheid wordt glashard ontkend. De vraag is of het aantal van deze éénpitters relatief toeneemt. Zou dat aan de opvoeding kunnen liggen? Het enig kind zijn? Een psychische afwijking als autisme, waarover je vroeger nauwelijks iets hoorde? Of komt het doordat men niet meer deel uit maakt van een zuil, waar je vroeger door geboorte automatisch bij hoorde en die jou ook bepaalde gedragsregels voorschreef? Voor die vroegere zuilen is niets in de plaats gekomen. Zo drijven veel individuen stuurloos rond.

Ik worstel al jaren met dit verschijnsel en zie eigenlijk geen oplossing. Kunnen we deze drenkelingen in een oneindige zee een helpende hand toesteken? Willen ze die wel grijpen? Hoe voelen zij zich zelf als ze heel eerlijk zijn? Neemt het verschijnsel toe? Wordt het bestudeerd? Is een oplossing nodig en kennen we die? Is het een zaak voor de geestelijke gezondheidszorg? Voor de overheid? Voor mensen onder elkaar? Is het eigenlijk wel een probleem? Ik weet het niet.

Jaargang 4, Nr. 161.

Een schokkend verhaal

zaterdag, april 23rd, 2011

EEN FANTASTISCHE VERTELLING

Dit wordt een hypothetisch verhaal. Het zou waar kunnen zijn. Ik weet het niet. Maar soms vraag je je af, hoe alles wat in de Roomse Kerk gebeurt in godsnaam mogelijk is. Ik begin.

Het Tweede Vaticaans Concilie loopt op zijn einde. In de Kerk is een sfeer van enthousiasme ontstaan. We gaan de Kerk bij de tijd brengen en we zetten de vensters wijd open naar de wereld. Zelfs mensen van buiten de Kerk laten me weten, dat die paus Johannes XXIII een geweldige man is. Maar niet iedereen is tevreden. De vernieuwingen gaan sommigen te ver. Het zijn vooral de mensen van de Curie, het ambtenarenapparaat van het Vaticaan, die dat vinden. Ze nemen zich voor straks de teugels weer flink aan te halen. Wat denken die bisschopjes wel en die theologen, die hen adviseren.

In de hel vergaderen de duivels. Lucifer roept, dat het helemaal mis gaat. De Kerk wordt veel te populair. Het liep toch aardig met de Verlichting en de secularisatie en moet je nu zien. Volle kerken en vooral met jongeren, die luisteren naar de preken van populaire priesters. Wat moeten we doen? Voorzitter Satan vraagt om ideeën. Wat zijn de zwakheden van die bisschoppen en vooral van de Curie? Ze geloven zo heilig, dat zij het bij het juiste einde hebben. Beëlzebub  springt op. Ik weet het. Heel veel priesters rekenen er op dat het verplichte celibaat wordt afgeschaft. Sommigen hebben al een vriendin. Wat zullen ze teleurgesteld zijn als het niet doorgaat. Wat gaan we doen? We gaan die bisschoppen influisteren, dat het celibaat toch heilig is en dat zij als bisschoppen de plicht hebben te waken over de heiligheid van het celibaat. Nou, of die duivels succes hadden. Het celibaat werd gehandhaafd. Het aantal priesterroepingen daalde geweldig. Veel priesters verlieten het ambt. Anderen raakten gefrustreerd en hadden hulp van een psycholoog nodig. Sommigen hielden stiekem de vriendin. En toen de curie er voor zorgde, dat alle mooie ideeën van het concilie nauwelijks tot uitvoering kwamen werden veel mensen pessimistisch. Ze zagen de Kerk niet meer zitten. In de hel was het feest.

Nu is het een kwestie van tijd en er zijn nauwelijks nog priesters en de kerken gaan dicht, sprak Satan tevreden. Maar een tijdje later kwamen er van de hele wereld duivels rapporteren, dat de leken de kerken open hielden en voorgingen in allerlei nieuwe vieringen. En dat er weer iets van enthousiasme terug kwam. Hebben we nou voor niets gewerkt, riep Satan. Wat gaan we eraan doen? Beëlzebub kwam weer met een idee. De curie heeft overal behoudende bisschoppen laten benoemen. Die gaan we influisteren, dat al dat gedoe van die leken maar niks is. Ze houden zich niet aan de regels van de Paus en ze zijn er niet voor opgeleid. Ze doen maar wat. Laat die nieuwe pastoors de teugels maar weer strak aantrekken. Die moderne liederen van Oosterhuis moeten verboden worden. En die vieringen met leken, daar stellen jullie paal en perk aan. De mensen moeten jullie bisschoppen weer gehoorzamen. Jullie zijn toch de baas.

Zo geschiedde. Goed functionerende werkgroepen voor liturgie werden de laan uitgestuurd. Priesters en pastorale werkers werden met ontslag bedreigd als ze zich niet aan de regels zouden hielden. En nog meer mensen vroegen zich af, of het voor hen nog zinnig was om in deze Kerk te blijven. Weer was het feest in de hel. Wat zijn we toch slim, zongen de duivels in koor. Paus en bisschoppen vroegen zich vertwijfeld af wat ze toch verkeerd deden.

En hoe liep het af? Zo rond 2011 werd het de mensen te veel. Trouwe katholieken werden ontslagen als parochiebestuurder. Steeds meer pastoraal werkers zochten hun heil in ander werk, waarbij ze niet voortdurend de hete adem van hun bisschop in de nek voelden. De leken pikten het niet meer, zelfs de conservatiefste katholieken kwamen in opstand. Plotseling heette de Maliebaan Vrijheidsplein. Op Internet werd een handtekeningenactie gestart om al die ontslagen mensen een hart onder de riem te steken. Een delegatie van leden van de katholieke elite overhandigde de paus een boodschap vergezeld van een half miljoen handtekeningen. De boodschap was: Maak de Kerk weer tot een geloofwaardige gemeenschap van mensen, die God willen dienen en hun naasten. En de paus begreep, dat de slogans van zijn geboorteland in Nederland niet werken. Wij houden niet van “Ordnung muss sein” en “Befehl ist Befe;hl”. En hoog in de hemel keken Jezus van Nazareth en zijn Vader glimlachend toe en zagen, dat het goed was.

Jaargang 4, Nummer 160.

 

 

GroenLinks moet groen en links blijven

maandag, april 18th, 2011

DE PIJLERS VAN GROENLINKS

Het komt al tot uiting in onze naam. Het groen staat voor de grote waarde, die wij toekennen aan natuur en milieu. Het linkse zit het streven naar een solidaire samenleving met een rechtvaardige inkomensverdeling. Dat streven beperkt zich niet tot Nederland, maar strekt zich ook uit binnen de EU en naar de Derde Wereld. Een derde pijler is die van het pacifisme en daarbij het inzicht, dat geweld nooit leidt tot een oplossing van conflicten. GroenLinks hecht altijd grote waarde aan het recht. Er is vooral veel aandacht voor de mensenrechten. Alles werkt weer door in onze visie op de economie, het onderwijs, wetenschappelijk onderzoek en innovatie en internationale samenwerking.

Iemands politieke visie op deze terreinen hoor je terug in de manier waarop hij onderwijs geeft. Ik wist dat maar al te goed van mij zelf. Ik wilde mijn leerlingen niet stiekem indoctrineren en had daarom een PPR-sticker op mijn boekentas. Een oud-leerling schreef mij onlangs, dat zij zich dat na 25 jaar nog steeds herinnert. In die tijd was ook vredesopvoeding zeer populair. Moes t je dat aspect nu overlaten aan de leraar maatschappijleer of de catechesedocent? Of konden alle vakken daar iets aan doen? Samen met een groep ouders formuleerde ik een reeks doelstellingen voor vredesonderwijs. Het ging daarbij om kennis, om vaardigheden en om opvattingen. We enquêteerden de collega’s en uit de antwoorden bleek, dat bij alle vakken een of meer doelstellingen aan de orde kwamen. Heeft het geholpen? Ik denk, dat onze leerlingen in ieder geval tot een evenwichtig standpunt konden komen en op een verstandige manier over vraagstukken van oorlog en vrede konden discussiëren. Ons doel kon niet zijn er allemaal pacifisten van te maken.

Toen ik in 1994 afscheid nam na veertig jaren onderwijs, was natuur- en milieu educatie actueel geworden. Het is typisch een onderwerp, dat bij meerdere vakken aan de orde komt. Elk vak heeft een eigen benadering. Vooral voor jongere leerlingen is het moeilijk alle kennis, inzicht en vaardigheden te integreren. Het deed mij genoegen in de daarop volgende jaren te horen, dat er een jaarlijkse projectweek werd georganiseerd rond het thema natuur en milieu. In mijn afscheidswoord had ik gevraagd meer aandacht te schenken aan natuur en milieu. Ik trof soms pessimistische  en zelfs wanhopige leerlingen, die de toekomst van onze planeet donker inzagen. Je zou ze een perspectief moeten bieden, zodat ze de toekomst minder zwart zouden inzien.

Ook bij natuur- en milieueducatie gaat het om kennis en inzicht, vaardigheden en waarden. Kennis en inzicht doe je op bij biologie als het over de flora en de fauna gaat en over zeldzame soorten en over de werking van ecosystemen. Aardrijkskunde gaat ook uit van de verschillende ecosystemen op aarde en kijkt vooral naar de invloed van bodem, klimaat, waterhuishouding, reliëf, hoogteligging, flora en fauna en de mens. Zijn bestaanswijze wordt min of meer beïnvloed door het fysisch milieu van zijn woongebied. Zo komen we ook bij de economie en bij maatschappijleer als het om regelgeving gaat. Natuurkunde levert een bijdrage, scheikunde, wiskunde en geschiedenis evenzeer. Je moet ook kaarten van de plaatselijke verschillen in zwavel- of stikstofdepositie kunnen lezen en kunnen verklaren Het is leuk als je leert de zuurgraad, het fosfaat- en het nitraatgehalte van het oppervlaktewater te meten. Zo leer je op school heel veel, maar soms ook weinig door een bepaald vakkenpakket.

Maar helpt al die kennis ook? Gaan mensen milieuvriendelijker gedrag vertonen? Het kan, maar bij velen zie je, dat ze o zo goed weten, dat hun manier van leven slecht is voor het milieu en dat ze toch niet bereid zijn hun gedrag te veranderen. Met alleen kennis zijn we er niet. Integendeel, steeds meer mensen ontkennen, dat er een milieuprobleem is. Opwarming van het klimaat is een leugen van de ‘linkse kerk’. Soms zei ik tegen zo’n angstige leerling, dat alleen het rampenscenario zou helpen. Mensen zijn zo hardleers, dat ze pas overtuigd raken als het volkomen mis loopt. Zelfs nu het in Japan met die kerncentrales op een ramp is uitgelopen, roepen ze nog, dat er bij ons geen aardbevingen voorkomen. Een ramp moet hen zelf treffen. Of zijn er toch nog genoeg verstandige mensen in Nederland? Optimisme is een noodzakelijke karaktereigenschap voor mensen, die voor de natuur en het milieu willen opkomen. Onze prachtige planeet is het waard.

Jaargang 4, Nr. 159.

Succes voor Dwars, de Linker Wang en de Onderwijswerkgroep

maandag, april 11th, 2011

NADRUK OP TOETSBARE KENNIS

De conferentie “De vrijheid van onderwijs” van afgelopen zaterdag, 9 april is een groot succes geworden. Er waren goede inleiders en veel bezoekers, die eveneens wisten waar ze het over hadden. Zo leerden we van elkaar. Er kwam heel veel aan de orde. Een punt viel ons erg op, namelijk de discussies over de drukte rond de kwaliteit van het onderwijs. Enerzijds is daar reden toe, anderzijds moeten we enig wantrouwen koesteren.

Jarenlange verwaarlozing van het onderwijs is steeds meer merkbaar geworden in de resultaten. Sommige scholen scoren bij de Citotoetsen aanzienlijk slechter. Dagbladen en de inspectie publiceren ranglijsten. Ouders raken in alle staten als hun kind op de gewenste uitstekende school niet wordt ingeloot. Pabostudenten worden onderworpen aan toetsen voor taal en rekenen. Als je vroeger op een kweekschool wilde moest je minimaal Mulo A met wiskunde hebben en voor de rest goede cijfers. Ook de hoofdaktestudie in je vrije tijd was niet mis. Het leverde een onderwijsbevoegdheid voor Nederlands, Aardrijkskunde, Geschiedenis, Biologie, Natuurkunde en Scheikunde voor de Mavo op en voor de onderbouw van HBS en Gymnasium. Als onderwijzer telde je zeker op het platteland en de kleine steden nog mee. Jonge mensen, die nu naar de Pabo gaan, zijn in de ogen van hun leeftijdsgenoten meelijwekkend. Maar daar ging de conferentie niet over.

Hoe meet je de kwaliteit van het onderwijs? De inspectie maakt gebruik van toetsen. De kwaliteit wordt dus afgemeten aan de hand van toetsbare kennis en dan nog vooral van taal en rekenen. Nu moet je spelling, ontleden, woordkennis en begrijpend lezen natuurlijk niet verwaarlozen, maar onderwijs is nog wel meer. Het gaat bijvoorbeeld om burgerschapsvorming. Dat is veel meer dan alleen kennis. Het gaat ook over oordeelsvorming en het versterken van maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef en het leren je te verplaatsen in de ideeën en de gevoelens van anderen. Dat zijn onderwijsdoelen, die je moeilijk kunt toetsen, maar die in je latere leven van groot belang zijn.

Ik gebruikte het voorbeeld van mijn eigen vak. In de aardrijkskunde laat je kinderen zien, hoe mensen hun woongebied hebben ingericht welke keuzes ze daarbij hebben gemaakt en welke waarden daarbij een rol speelden. Maar die inrichting van een woon- en leefgebied verandert voortdurend. Wegen en spoorlijnen worden aangelegd, nieuwe steden worden gebouwd, landbouwgrond wordt omgezet in “nieuwe natuur” om het verlies aan natuurgebied te compenseren, Welke waarden spelen daarbij een rol? Liefde voor de natuur? Eerbied voor het leven, ook van plant en dier? Eigenbelang?

Moet je als school de leerlingen waarden bij brengen? De school is daartoe niet echt in staat. Kinderen nemen waarden in zich op, die ouders hen voorleven. Een mooi pratende ouder, die er niet naar handelt, is niet geloofwaardig naar zijn kinderen toe. Als school kun je inhaken op die waarden, die de kinderen van hun ouders hebben meegekregen. Je kunt je leerlingen bewust maken van die opvattingen. Daar zijn werkwijzen voor. Zo kun je leerlingen – eigenlijk pas in de bovenbouw van het Voortgezet Onderwijs – leren hoe zij zelf tot een gefundeerd oordeel kunnen komen. Zo’n oordeel berust enerzijds op eisen van doelmatigheid, maar anderzijds op de opvattingen, die voor een leerling zijn leven bepalen.

Ik had eigenlijk nog willen zeggen, dat het dan van belang is, dat ouders en school op elkaars activiteiten inspelen. Ouders zouden er op moeten letten met welke onderwerpen hun kinderen bezig zijn. Dan kunnen ze met hun kinderen in gesprek gaan. Hun uitleggen van welke opvattingen zij zelf uitgaan en hoe die opvattingen, die waarden hun eigen gedrag bepalen. Ik herinner mij hoe wij als aardrijkskundesectie de ouders tijdens een avond van de oudervereniging hebben uitgelegd hoe wij de Derde Wereldproblematiek behandelen en hoe zij thuis daarop zouden kunnen inspelen. Dan maak je onderwijs pas echt bijzonder.

Jaargang 4, Nr. 158.

Ingezonden brief

maandag, april 11th, 2011

Rechtsbescherming

De oproep van Stef Blok en Klaas Dijkhoff om het Europees Hof voor de Rechten van de Mens aan banden te leggen is vergelijkbaar met een oproep de Grondwet van ons koninkrijk buiten werking te stellen. Nederlandse wetten mogen niet in tegenspraak met de Grondwet zijn, maar evenmin met internationale verdragen, die door Nederland geratificeerd zijn. Bij de Nederlandse wetten zijn het vooral de Raad van State en de Eerste Kamer, die nagaan of een wetsvoorstel niet strijdig is met de Grondwet. Nederlandse rechters missen de bevoegdheid om wetten te toetsen aan de Grondwet. Een initiatief wetsvoorstel wil daar verandering in brengen. Als de Staten-Generaal toch een wet willen, die strijdig is met de Grondwet, dan moet de Grondwet in twee lezingen met twee derde meerderheid gewijzigd worden.

Het voorstel om een Europese Raad de bevoegdheid te geven om zo maar de Europese rechter aanwijzingen te geven hoe het verdrag moet worden uitgelegd is pas echt strijdig met de scheiding van machten. Heel wat Nederlandse burgers voelen zich keer op keer aangetast in hun rechtsgevoel door uitspraken van Nederlandse rechters op grond van Nederlandse wetten. Het is voor hen een goede zaak, dat hun rechten beschermd worden door het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en door onafhankelijke rechters getoetst worden aan dat verdrag. Met die rechtspraak behoren politici zich niet te bemoeien. Dan is er tenminste nog enig tegenwicht tegen de voortdurende aantasting van burgerrechten door wetten van de huidige coalitie.

In: Geachte Redactie, De Volkskrant, 11-04-2011.

Ga zelf eens kijken!

vrijdag, april 8th, 2011

EXCURSIE ONTSLUITING HOUTEN

Deze excursie gaat per auto langs het Rijsbruggerweg tracé en de Meerpaalvariant. Maar u komt daarbij ook door interessante en mooie stukjes van de provincie Utrecht.

1.   Start vanaf het nieuwe parkeerterrein bij de ingang van Oud Amelisweerd bij Vechten. Rijd richting Bunnik.

2.   De eerste zijweg naar rechts is het begin van de Achterdijk naar Werkhoven, een bekende sluiproute, die door het RBW nog drukker kan worden.

3.   Kort voor de bebouwde kom van Bunnik ligt rechts een weiland. Daardoor komt de tunnelweg van de Baan van Fectio, die dan hier aansluit op de N411.

4.   Ga bij de verkeerslichten rechtsaf en volg de Runnenburg over de spoorlijn, en dan de Groeneweg tot de scherpe bocht naar links.

5.   Parkeer hier even uw auto en bekijk vanaf de voetbrug het landschap waar het RBW gepland is met een viaduct schuin over de A12 rechts van u. Ervaar het geluid en de uitlaatgassen en het fijn stof. Achter u wonen mensen.

6.   Rijd nu parallel aan de A12 naar het oosten, ga na drie verkeerslichten onder de A12 door en dan rechtsaf de Parallelweg op tussen de afrit en de Raaphof door. De weg buigt naar rechts en dan naar links. Hier zou een oprit uit de richting Houten over de Parallelweg en de verlaagde afrit kunnen gaan.

7.   Bij de voetbrug kunt u opnieuw stoppen en het RBW opnieuw bekijken. U kunt nu beter zien waar de weg na het viaduct weer gaat dalen.

8.   Ga linksaf over de Tureluurweg. Links ziet u het gebouw voor de waterwinning en –bewerking met een golfvormig dak. In het terrein liggen de waterwinputten, waar water uit diepere zand- en grintlagen, verbonden met de Heuvelrug, wordt gewonnen.

9.   De Tureluurweg komt uit op de Achterdijk en u slaat links af. Na twee bochten passeert u de huidige Rijsbruggerweg en stopt bij de bocht met rustbank. Ervaar hier de oude bedding met restgeul. Zie hoe het aan beide zijden langzaam afloopt naar de Rietsloot. Voor de sedum plantage is het oorspronkelijke reliëf verdwenen. Er is heel wat grond afgevoerd. Vandalisme van de ergste soort, maar helaas niet strafbaar.

10.               U rijdt iets terug en gaat linksaf de Rijsbruggerweg op. Let op het reliëf aan uw linkerhand. U kijkt over de vroegere bedding heen. U passeert een boerencamping en verderop ziet u rechts het Bos Nieuw Wulven, nog in ontwikkeling.

11.               U passeert de gemeentegrens. De weg heet nu Binnenweg. Volg deze met de bocht naar links. Iets verderop passeert u het aansluitingspunt van het RBW op de Rondweg.

12.               Bij de Kruisweg gaat u twee maal rechts en volgt de Rondweg in tegengestelde richting. U passeert na de aansluiting De Berm opnieuw het aansluitingspunt. Vervolg de Rondweg.

13.               Bij de aansluiting De Haag zou het Mereveldsewegtracé kunnen beginnen. U gaat onder de spoorlijn door en passeert de N409, de Utrechtseweg, de kortste verbinding met de stad Utrecht. Maar wij vervolgen de Rondweg tot de Staart, gaan rechtsaf en na 600 meter linksaf. U rijdt nu over de Rede. Daar zou een regionale verbinding naar Nieuwegein en Vianen kunnen aftakken met een oprit naar een brug naast de brug van de A27. Er zijn meer mogelijkheden.

14.               U volgt de Rede ongeveer 900 meter en gaat dan naar rechts. Pas op voor fietsers vanuit het tunneltje onder de Rede door. U rijdt nu op de Veerwagenweg. Vroeger was hier een veer. Een veerwagen reed op een rails op de bodem van het kanaal heen en weer. Bij de T-kruising gaat u rechtsaf en rijdt langs het kanaal. Stop zo’n 300 meter voor de brug en bezie of de regionale verbinding hier valt in te passen. De brug is weliswaar hoog, maar het kanaal is breed. Is er harmonie in dit landschapsbeeld?

15.               U vervolgt de weg onder de brug door, passeert een rotonde en u gaat dan rechtsaf langs een parkeerterrein naar die rotonde en vanaf die rotonde richting Nieuwegein, Breda.

16.               U rijdt nu op de A27, een van de verbindingen van Houten met Nieuwegein. U verlaat de A27 bij de eerstvolgende afrit naar Nieuwegein.

17.               U gaat even rechtsaf richting Nieuwegein, maar al snel naar links richting Tull en ’t Waal. U rijdt langs de Beatrixsluis, belangrijk voor de vaart tussen Amsterdam en Rotterdam. U blijft de dijk nu lange tijd volgen.

18.               U gaat onder de A27 door en dichtbij de A27 zou een regionale verbinding de Lek kunnen kruisen. Bekijk de situatie.

19.               U passeert een recreatiegebied in de uiterwaarde en op enige afstand de stuw van Hagestein. Links ziet u een klein meertje, een wiel of waal, ontstaan bij een dijkdoorbraak  U blijft de dijk volgen en verlaat de dijk richting Schalkwijk. Rijdt door tot de rotonde bij Schalkwijk en houdt de richting Utrecht aan tot het Amsterdam-Rijnkanaal. Hier gaat u naar links.

20.               De klinkerweg is erg ongelijk. Dat voorkomt sluipverkeer. Let op het landschap. Aan de overzijde ligt Houten Zuid.

21.               Het kanaal buigt iets naar rechts. Ziet u de brug al, anderhalve kilometer verderop? De brug valt nauwelijks op. Pas van dichtbij na het passeren van een eendenkooi krijg je er zicht op. Bekijk het landschapsbeeld weer. Kort voor de brug zou een regionale verbinding het kanaal kunnen kruisen.

22.               U kunt uw weg vervolgen mits het gewicht van uw voertuig dit toestaat. U komt in Nieuwegein en kunt vandaar naar huis rijden of via knooppunt Laagraven en de Waterlinieweg en het stadion Galgenwaard weer naar het punt van uitgang.

Ontsluiting Houten: zienswijze MER en Voorontwerp Inpassingsplan

vrijdag, april 8th, 2011

ZIENSWIJZE ONTSLUITING HOUTEN

Inleiding

In de tweede fase van het A12 Salto project heb ik een uitgebreide zienswijze ingediend. In de samenvatting van de zienswijzen leverde dit 22 aandachtpunten op, die bij de verdere planvorming zouden worden meegenomen. Voor een aantal van deze punten geldt, dat er niet bevredigend op is gereageerd. Het eerste deel van deze zienswijze gaat hier op in.

Vervolgens heb ik de informatiebijeenkomst op 16 maart bijgewoond en daar een vraag gesteld over de Oostelijke ontsluiting. Bij het voorgaande punt ben ik daar op ingegaan.

Daarna heb ik op maandag, 21 maart ingesproken en de tekst met vier bijlagen ingeleverd. Mijn inspraakreactie behandelde twee thema’s. Het eerste was, dat er besluitvorming heeft plaats gevonden, waarbij Provinciale Staten essentiële informatie is onthouden en dat gaande het proces het plan steeds verder is uitgekleed. Het tweede thema liet zien, dat het Rijsbruggerwegtracé niet nodig is omdat de Houtense problemen door verbeteringen van de A27 in 2018 geheel zullen zijn opgelost.

Nu moet ik ook nog reageren op de geactualiseerde MER en op het Voorontwerp van het Inpassingplan voor de verbinding tussen de Rondweg van Houten en de A12 ter hoogte van NS station Bunnik.In aansluiting op mijn aanbod aan het slot van mijn inspraakreactie heb ik een excursie met uitgebreide toelichting langs de twee hoog scorende tracés toegevoegd.  

De Notitie Zienswijzen MER ontsluiting Houten Herijking van alternatieven

In mijn zienswijze heb ik een groot aantal punten genoemd, waar de geactualiseerde MER aandacht zou moeten schenken. De samenvatting door de provincie noemt er 22. Sommige punten zijn keurig aan de orde gekomen in de aangepaste MER, maar  andere punten ontbreken helaas. Die punten stel ik hier aan de orde.

Punt 2.3. De Staten zouden niet eerder een besluit moeten nemen over de ontsluiting van Houten voordat bekend is, aan welke oplossing voor de A27 tussen Vianen en Houten de Minister van Verkeer de voorkeur geeft. Mocht zij  de voorkeur geven aan Twee maal drie rijstroken op de A27 en daarnaast de regionale verbinding Houten, Nieuwegein, Vianen dan is het wenselijk het verkeersmodel hierop toe te passen om na te gaan of het een oplossing biedt voor de ontsluiting van Houten. In ieder geval verkrijgt de kern Houten dan een derde verbinding met het autosnelwegennet, zoals aan Houten is beloofd.

Punt 2.5. Het risico bij overstromingen is niet in de aangepaste MER maar wel in het inpassingsplan verwerkt door de eis, dat het Rijsbruggerwegtracé nergens lager dan 2,5 meter + NAP mag liggen.

Punt 2.6. Uit eerdere studies is duidelijk, dat 80% van het uitgaande verkeer vanuit Houten op Utrecht gericht is. Meer inzicht in deze verkeersstromen wordt alsmaar niet gegeven. Als er bijvoorbeeld veel verkeer is naar de Binnenstad en omliggende oudere wijken, dan is het zeer onwenselijk dat die verkeersstroom nog verder groeit. De stad Utrecht is dichtbij het punt, dat de verkeersdrukte ondragelijk wordt. De stad raakt elke werkdag weer vol.
Uit recent onderzoek blijkt, dat de bereikbaarheid van de stad verbetert als er meer aandacht komt voor openbaar vervoer, snelle fietsverbindingen en beprijzing.

Punt 2.11. Bij de verbinding met het oosten hinken de stukken op twee gedachten. Men ziet in het Rijsbruggerwegtracé als toegevoegde waarde, dat het ook een verbinding naar het oosten mogelijk maakt. Maar men wil die mogelijkheid niet betrekken bij het MER-onderzoek. Als men tegen beter weten in toch het Rijsbruggerwegtracé kiest en vervolgens de parallelweg aanpast, zodat het verkeer naar het oosten bij de huidige aansluiting bij Bunnik de A12 op kan, dan is het wenselijk, dat de aansluiting zo gemaakt wordt, dat men NIET ook een verbinding maakt met het onderliggende wegennet. Dit kan door de “Oostweg” los van de Parallelweg te maken, de afrit Bunnik op maaiveld te brengen en de oostelijke aansluiting over de Parallelweg en de afrit heen naar de daar hoog gelegen A12 te leiden. De aansluiting uit oostelijke richting naar Houten zou onder het viaduct van het Rijsbruggerwegtracé door met een boog over de A12 richting Houten kunnen gaan. Bij het ontwerp van de fly-over moet men daarmee rekening houden! Dit alles om te voorkomen, dat er meer verkeer door Bunnik komt. Het projectteam spreekt dit tegen. In een column op mijn weblog toonde ik aan, dat het verkeer tussen Houten en Zeist afhangt van het ‘gewicht’ van die twee plaatsen (aantal inwoners, werkgelegenheid, winkels enz.) en omgekeerd evenredig is aan de relatieve afstand. Dat is de afstand in tijd, kosten en moeite. Door het Rijsbruggerweg tracé aan te leggen neemt de relatieve afstand af en dus de interactie toe. Dat gebeurt niet onmiddellijk maar op den duur ziet men het verkeer door Bunnik toenemen.

Punt 2.12. Voor een ongelijkvloerse kruising met de Achterdijk ontbreekt budget. Volgens perspublicaties zit de provincie Utrecht met de opcenten op de motorvoertuigenbelasting ver onder het landelijk gemiddelde. Zou er een samenhang zijn? De verkeersproblemen in dit agrarische gebied nemen enorm toe. Dat kan weer moeilijk samengaan met een betere ontsluiting voor Fort Vechten. De keuze voor dit tracé brengt vooral ellende. Spitsafsluitingen zijn dan een noodgreep, geen oplossing. Met het wegvallen van de ongelijkvloerse kruising rest voor alle plannen en ontwerpen slechts de blauwe container.

Punt 2.13 en 2.14. De wet schrijft berekeningen voor en elke keer weer blijkt dat de berekeningen niet overeenkomen met de werkelijk gemeten geluidswaarden en de luchtkwaliteit. Niet nu en niet in de toekomst. De wet is vooral bedoeld om wegenaanleg toch mogelijk te maken tegen  de belangen van de aanwonenden in. Denk vooral aan lijders aan astma en COPD.

Punt 2.15. De aangepaste MER bevatte nog een maatregel tegen de barrièrewerking in de tunnel in de Binnenweg, maar in het voorontwerp inpassingsplan ontbreekt deze. Zo worden de plannen stap voor stap uitgekleed en dus steeds minder aanvaardbaar. Allerlei biologische zaken hadden al in de MER moeten staan en komen dan eindelijk in het voorontwerp aan de orde. Ook hier zie je, dat het plan minder aanvaardbaar wordt.

Punt 2.17. In mijn inspraakreactie heb ik uitgebreid aandacht gegeven aan de aardkundige waarden in het gebied.

Punt 2.22. Ik heb in de MER niet kunnen ontdekken, waarom een tunnelaansluiting op de A12 geen realistische optie is. Zit de spoortunnel en de Baan van Fectio in de weg? Is het te duur? Is het onwenselijk in een waterwingebied?

Conclusie: De statenleden wordt nogal wat informatie onthouden. 

De geactualiseerde MER en het GS voorstel te kiezen voor het Rijsbruggerwegtracé

Door het RBW zou het verkeer in het open gebied tussen Bunnik en Houten verminderen, maar dat komt vooral door de dan noodzakelijke spitsafsluitingen in de Achterdijk bij het RBW en bij Vechten. De gemeente Bunnik moet voor die spitsafsluitingen zorgen. Komen die spitsafsluitingen er ook bij een keuze voor het Meerpaal tracé? Want dan vervalt het argument, dat het Meerpaaltracé ongunstig scoort bij de vermindering van het sluipverkeer door dit buitengebied
Volgens de provincie zal Fort Vechten en andere bedrijven in de omgeving Marsdijk bij die spitsafsluitingen bereikbaar blijven. Dat moet ook gelden voor touringcars, want er zijn grootse plannen voor Fort Vechten. Drie wegen worden genoemd: 1. De Fortweg met een tunnel onder het verdubbelde spoor. 2. De Binnenweg / huidige Rijsbruggerweg met een tunnel onder het RBW. In het voorontwerp is deze tunnel met ecologische verbinding vervallen. Er komt alleen een fietstunneltje. 3. De Tureluurweg / Parallelweg met een tunnel onder het RBW bij de aansluiting naar de A12. Kunnen touringcars, waaronder dubbeldekkers deze tunnels passeren? De tunnel bij de Tureluurweg wordt hoog genoeg, maar dan moet de Tureluurweg wel verbreed worden. Is daar budget voor?
Aanleiding voor de geactualiseerde MER vormen de plannen voor de A27 en het knooppunt Lunetten. De congestie op de A27 zorgt ervoor, dat het verkeer bij de Staart maar moeilijk op de A27 komt. Voor dit wegvak worden vier rijbanen geadviseerd. Bij variant 9.2. Vier rijstroken op de A27, realisatie van het Meerpaal tracé en sorteren vóór het knooppunt neemt het verkeer op de Staart het meeste af, namelijk van de nul-variant (ZSM2) met 50.500mvt/etmaal naar 40.800 mvt/etmaal. Alle Meerpaalvarianten scoren trouwens beter wat betreft de ontlasting van het belangrijkste knelpunt,  de Staart; beter dan welk alternatief ook.
De oplossing van de Meerpaalvariant zou minder robuust zijn. Als de A27 versperd raakt zou Houten onbereikbaar worden. Wat een onzinargument! Als het op de Lekbrug gebeurt, moet het verkeer via de A1 en de A12 omrijden. Als het tussen de Staart en knooppunt Lunetten gebeurt dan omgekeerd. Tussen de Kroon en de Staart is er voor Houten geen probleem, behalve, dat er doorgaand verkeer door Houten gaat rijden.
De Meerpaalvariant zou het landschap ernstig aantasten. Geen wonder als je een Oostelijk tracé intekent in plaats van een Westelijk, dat korter is en verder weg blijft van de natuur bij Schalkwijk en Tull en ’t Waal.
Houten zou onderbedeeld zijn wat betreft verbindingen met het rijkswegennet. De gemeente Houten beschikt over drie aansluitingen: De Staart, de Kroon en Laagraven. Een gemeente met een omvang als Houten heeft in Nederland gemiddeld 1,72 aansluitingen op een autosnelweg.
De provincie beschikt over een gedifferentieerde kaart van de overstromingsrisico’s. In delen van Houten zal het water heel snel enkele decimeters hoog staan, maar het kan ook meer dan 2 meter worden. In die delen van Houten is evacuatie wenselijk. Welke wegen zijn geschikt? Geen wegen, die meer dan 1 meter onder water staan. Dat is waarschijnlijk het geval bij het RBW, want dat loopt door een oude bedding, die minstens een meter lager ligt dan de huidige Rijsbruggerweg op de oeverwal. Het voorontwerp stelt nadrukkelijk dat de weg nergens lager dan 2,50 meter + NAP mag liggen, maar zegt er niet bij waarom.
Het blijkt ook nu weer, dat de auteurs van de MER kennelijk geen idee hebben van het microreliëf in een rivierengebied. Maar ze willen het bedrog van hun collega’s niet aan de kaak stellen, die op een kaart de oude rivierbedding met restgeul weglieten. De manipulatie van statenleden, die ook niet alles kunnen weten, wordt gewoon voortgezet. Zo is de Kruisweg / Houtenseweg bij de gemeente grens ongeveer een meter lager dan 100 meter aan weerszijden van de grens.
Zo komen ook de niet bestaande dassen in het Raaphofse bos weer opdraven. Dat bos, een rijks natuurmonument, is trouwens best van belang want er komen meer dan vijftig verschillende schimmelsoorten op de stobben van dit essengriend voor. Aldus Wethouder Jan van Geest in een gesprek met hem.
Het zou prettig zijn als ook de cijfers van de aantallen motorvoertuigen per etmaal voor het jaar 2000 bekend waren. Dan zou men de spectaculaire toename van het inkomend en uitgaand autoverkeer beter op waarde kunnen schatten. Nu ontkom ik niet aan de indruk, dat het autogebruik toeneemt ten koste van het gebruik van OV en de fiets. Dat zou zeer betreurenswaardig zijn, met name voor de inwoners van de stad Utrecht. Nu al moeten mensen met ademhalingsproblemen uit die stad verhuizen.
  

Commentaar bij het Voorontwerp Inpassingsplan

Op de bladzijden 9, 10 en 11 wordt nog eens de keuze tussen de Meerpaalvariant en het Rijsbruggerwegtracé verduidelijkt. Daarover is het gemakkelijk tot een tegenovergestelde mening te komen. We beperken ons tot de vier hoofdpunten.1.   Robuustheid: De gemeente Houten en ook de kern Houten beschikt al over twee aansluitingen op het autosnelwegennet, namelijk bij de Staart en bij Laagraven. De laatste aansluiting wordt in de spits zeer druk gebruikt, maar in alle stukken weggemoffeld. Bij realisering van het Meerpaaltracé is er alleen een probleem als de A27 ten zuiden van de aansluiting de Kroon geblokkeerd raakt. Het Rijsbruggertracé biedt dan geen oplossing. Het verkeer moet omrijden via knooppunt Oudenrijn. Bij een afsluiting ten Noorden van de Staart kan het verkeer omrijden via Laagraven. Het is een echt onzinargument.2.   Toekomstwaarde: Het RBW zou in de toekomst ook een oostelijke ontsluiting mogelijk maken. Nadrukkelijk is steeds gesteld, dat de oostelijke ontsluiting NIET mag worden meegenomen in de planvorming. Als echter de N410 min of meer ingrijpend wordt verbeterd, vangt men twee vliegen in één klap: De aanwonenden worden van veel directe overlast verlost en de weg wordt veel veiliger. Ten tweede is het veel gemakkelijker de weg naar het oosten te volgen, zeker als de N229 bij Odijk West wordt omgelegd.3.   In het huidige ontwerp van het RBW kan die veiligheid alleen verkregen worden met spitsafsluitingen. Blijken die niet mogelijk, dan neemt het verkeer op die binnenwegen enorm toe.4.   Voortdurend wordt ten onrechte beweerd, dat het RBW wat betreft ontlasting van de andere ontsluitingswegen van Houten beter scoort dan het Meerpaaltracé. Uit alle tabellen blijkt, dat de Meerpaal de Staart en de Rondweg tussen de Koppeling en de Staart veel meer ontlast, terwijl RBW en Meerpaal de Utrechtseweg, de N409 nauwelijks ontlasten.

Als het Meerpaaltracé strak langs de A27 wordt gelegd vervallen de ‘argumenten’ , dat daardoor het landschap van de Nieuwe Hollandse Waterlinie wordt aangetast. De echt mooie stukjes liggen meer dan twee kilometer naar het oosten. Overigens ligt de fly over van de aansluiting bij Bunnik ook in het nationaal landschap NHW.

Conclusie: Deze beweringen zijn ten enenmale onhoudbaar!

§ 1.2.3. bladzijde 15 e.v. Allerlei ecologische zaken, die hier pas aan de orde komen, hadden al in de MER A12 Salto en de aangepaste MER moeten zijn vermeld. Daar heb ik ook elke keer weer op gewezen. Wat hier allemaal aan de orde komt spreekt ook tegen, dat het landschap bij het Meerpaaltracé zo veel kostbaarder is.

§4.3 Verkeerseffecten.
Ook in deze paragraaf komen weer beweringen voor over de ontlasting van de N409 en de Staart door het RBW, die onjuist zijn. Maar wel wordt duidelijk, dat zonder spitsafsluitingen realisatie van het RBW rampzalige gevolgen zal hebben voor het buitengebied. Over de gevolgen van het RBW voor het landbouwverkeer zullen de agrariërs ongetwijfeld een boekje open doen. De economische schade kan gigantisch worden.

Blz. 40. Aardkundige waarden
Wat hier opvalt is de relativerende toon en de onduidelijkheid. Er wordt geen betrouwbaar beeld gegeven van de werkelijke situatie. Dat het tracé eerst de fossiele Rijnbedding kruist en bij de Achterdijk in de bedding naast de restgeul ligt wordt niet genoemd. De niet deskundige lezer wordt een rad voor de ogen gedraaid.

§ 5.8. blz. 48. Het verkeer op het RBW zal veel minder zijn, dan men aanvankelijk dacht: ongeveer 10.000 mvt/etm in plaats van 30.000 mvt/etm. De luchtkwaliteit wordt dan ook vergeleken bij de A12 weinig aangetast. Maar om dan vervolgens van een verbetering te spreken doordat het percentage weinig belaste wegen toeneemt, getuigt niet bepaald van rekenkundig inzicht. De weg faciliteert een toename van het verkeer in het totale studiegebied en dus neemt de totale uitstoot van uitlaatgassen toe.

Slot

Vanaf 2002 heb ik het hele proces gevolgd, vanf 2007 intensief. Ik ben verbijsterd door het feit, dat men niet zoekt naar de beste oplossing voor de Houtense problemen, maar aan een eerste idee blijft vasthouden. Ik schaam mij voor de ruimtelijke wetenschappers/planologen, die zulke onbetrouwbare informatie voor het bevoegde gezag produceren. Hun ontbreekt wetenschappelijke integriteit. Ik ben benieuwd of Provinciale Staten in de nieuwe samenstelling de rug recht weet te houden.

Controversen

zaterdag, april 2nd, 2011

SOLIDARITEIT EN LEEFTIJDSGROEPEN

Verkiezingen verlopen vaak dramatisch. Jasper Fastl weet er van mee te praten. Toen nog 3% van de uitslagen binnen moest komen, ging hij slapen in de overtuiging, dat zijn vijfde zetel in de Utrechtse Staten veroverd was. Toen hij 3 maart wakker werd, waren de uitslagen van Nieuwegein binnen en daar hadden PVV en de Seniorenpartij onverwacht goed gescoord en GroenLinks bleef op vier zetels. Nieuwegein is een groeikern, die aan het vergrijzen is. Dan mag je verwachten, dat een Seniorenpartij er goed scoort. Er zijn veel mensen uit Utrecht Stad komen wonen, die daar niet voor niets zijn vertrokken. Ze zijn gevoelig voor de PVV retoriek. Utrecht Stad heeft een verjongende bevolking, waaronder veel studenten. Daar scoort GroenLinks landelijk het hoogst.

Deze verkiezingen waren extra spannend, omdat het ging om wel of niet een meerderheid voor de regeringscoalitie. Die meerderheid komt er waarschijnlijk niet. Door dat grote belang was de opkomst hoger en ook dat werkte in het nadeel van GroenLinks, dat zo’n 12.000 stemmen meer kreeg en toch op vier zetels bleef. Had GroenLinks een grotere stemmenwinst kunnen boeken?

Voor GroenLinks waren het moeilijke verkiezingen. Het landelijke boegbeeld Femke Halsema was weggevallen, maar door de opwinding rond Kunduz was haar opvolgster, Jolande Sap, veel sneller dan verwacht landelijk bekend. De voorwaardelijke instemming met de Kunduz missie leverde netto stemmenverlies op, maar het viel nog mee. Er was zelfs sprake van een zekere opluchting in de partij. Naar mijn mening is dat gevaarlijk. Er is immers meer aan de hand.

Aan het slot van die provinciale ledenvergadering merkte een senior lid uit Woerden op, dat hij de flirt met D66 maar niets vond. Wat willen we nu eigenlijk? Willen we linkse samenwerking, dus met SP en PvdA of willen we liberaal progressieve samenwerking, dus met D66? Je kunt de situatie in Nederland niet zo maar vergelijken met die in Duitsland. De Grünen zijn daar naar het midden opgeschoven, maar blijven wel fel tegen kernenergie. Ze vervreemden zich niet van de groene kiezers en ook niet van de pacifisten, die door de relatie met kernwapens tegen Atomkraftwerken zijn. D66 is een partij, die keer op keer groene principes verraadt en niet bepaald pacifistisch genoemd kan worden. Ook in sociale kwesties zijn ze vaak erg pragmatisch en vinden keer op keer, dat de mogelijkheid van efficiëntiewinst bezuinigingen rechtvaardigt. Alsof je tot in het oneindige efficiënter kan gaan werken. GroenLinks wekt ook bij herhaling de indruk de belangen van ouderen een lage prioriteit te geven. Je merkt maar zelden, dat ze voor de ouderen opkomen en ze roepen, dat de opvang van de vergrijzing onbetaalbaar zal blijken. Bij kandidaatstellingen krijgen ouderen weinig steun. Dat overkwam Michel van Hulten, die nu een van de stemmentrekkers van de Seniorenpartij bleek. Ik vrees, dat GroenLinks daardoor stemmen is kwijt geraakt.

Het ontslagrecht is ook zo’n kwestie, die ons stemmen kost. Het streven om mensen niet blijvend in een afhankelijkheidssituatie te houden is prima. Hoe eerder weer aan de slag, hoe beter. Maar intussen zijn er duizenden oudere werklozen, die weten nooit meer een baan te zullen krijgen. Dan lezen ze in de GroenLinkse plannen, dat als ze binnen een jaar geen baan hebben, de gemeente hun een baan op tenminste minimumniveau garandeert. En vooral die ouderen herinneren zich de verhalen van hun ouders en grootouders over de werkverschaffing in de dertiger jaren. Werklozen werden gedwongen om zandverstuivingen te bebossen of het Amsterdamse Bos of de Nijmeegse Goffert aan te leggen en dan niet met machines, maar met de kruiwagen en de schop. Nog tientallen jaren bleef de leuze: “Werkverschaffing, dat nooit meer!” en zie waar komt GroenLinks mee…..? De angst is gezaaid en die neem je niet zomaar weg.

Er spelen in onze partij dus nogal wat controversiële zaken. Daarover is geen echte discussie. En zeker niet tussen de generaties. De mening van de leden wordt – voor zover ik weet – ook niet gepeild. Zo laat men zich bij elke verkiezing weer onaangenaam verrassen. Leer er nu eens iets van!

Jaargang 4, Nr. 157.