Eerder gepubliceerd in Parochiekontakt, Odijk, nov. 2009
Bisschop Wim Eijk in gesprek met parlementariër Jan Marijnissen
Tijdens de reünie van mijn kweekschoolklas maakte onze oud-docent Piet Brouwer ons er op attent. Bij het Elfde Uur zou Bisschop Wim Eijk proberen Jan Marijnissen te overtuigen van het bestaan van God. Er was nog een bijzondere reden, want het programma zou worden uitgezonden vanuit de kapel van onze vroegere kweekschool, waar tegenwoordig de EO is gehuisvest. Het decor was echter zodanig, dat de kapel niet te herkennen viel. Voorts had de bisschop beweerd, dat de school de kweekschool van het bisdom Groningen was geweest. Weliswaar zaten er ook jongens uit de drie Noordelijke provincies, maar het was toch echt de Aartsbisschoppelijk kweekschool Sint Ludgerus in Hilversum.
Zo zaten mijn vrouw en ik om kwart over negen op onze hotelkamer naar het Elfde Uur te kijken. Presentator Knevel maakte ervan, dat de bisschop zou bewijzen, dat God bestaat. Nu zijn er meerdere Godsbewijzen, maar echte bewijzen zijn het niet. Het bestaan van God valt niet te bewijzen. Het niet bestaan van God evenmin! Ik zou het verstandig gevonden hebben als de bisschop bij het begin van het gesprek dit al duidelijk had gemaakt, Maar nee, de bisschop kwam met een bewijs, afkomstig van de beroemde kerkvader Thomas van Aquino. Als arts sprak dat bewijs hem zeer aan. Deze kerkvader werd getroffen door de doelmatigheid, die hij overal in de natuur aantrof, dus ook in het menselijk lichaam. Alles is zo precies op elkaar afgestemd, dat er wel een intelligente scheppende kracht achter moet zitten. De wereld is door God geschapen, dus God bestaat. God is er van eeuwigheid. Jan bracht daar tegenin, dat ook de materie van eeuwigheid zou kunnen bestaan en dat al dat leven vanuit die materie was ontstaan, waarbij alles, wat niet doelmatig was vanzelf verdween, omdat het de strijd om het bestaan niet volhield. Zo ging dit gesprek nog een tijdje heen en weer. Later, bedacht ik, dat Jan heel ondeugend had kunnen vragen wat de doelmatigheid is in het bestaan van homo’s en lesbiennes. Wat zou de bisschop daar op geantwoord hebben?
Het gesprek verliep zo voor mij teleurstellend. Het al dan niet bestaan van God is een zaak van geloven. Dat geloven is niet iets dat je kunt bewijzen, zoals je iets uit de exacte wetenschappen kunt bewijzen. Ook in de menswetenschappen valt meestal weinig te bewijzen. Mensen handelen niet altijd logisch. Daarom kloppen prognoses ook nooit. Pogingen om in mijn vak, de geografie met wiskundige bewijzen te komen liepen op niets uit. Er zijn wel logische verbanden, maar die kloppen niet altijd.
Over het bestaan van God kun je gemakkelijk twijfelen. En even gemakkelijk kun je het bestaan van God ontkennen. Hoe kom je dan tot geloof in het bestaan van God? Veel mensen kregen dat geloof in God van jongs af aan met de paplepel ingegoten en dat geloof is hun zo dierbaar geworden, dat ze er geen afstand van kunnen doen. Ze vertrouwen in Gods hulp in dit aardse bestaan. Ze geloven in de liefde van God voor de mensen. Ze geloven, dat God altijd bij hun is. Andere mensen krijgen op een bijzonder moment in hun leven een Godservaring. Ze worden getroffen door de schoonheid van de natuur of de indrukwekkende pracht van een machtig gebergte. Of ze ervaren in een diepe crisis plotseling Gods liefdevolle nabijheid. Zo kun je ook door het contact met diep gelovige mensen tot Godsgeloof komen. Er zijn zoveel manieren. Soms is het alsof de bliksem inslaat. Opeens is het er. Eigenlijk zouden we er elkaar veel vaker over moeten vertellen. Zo ervaar ik Gods aanwezigheid vaak in de saamhorigheid van een gemeenschap, zoals onze parochie.
Ik had het zo bijzonder gevonden als het gesprek veel meer die richting in was gegaan. Jan is een gemeenschapsmens en met zijn gemeenschap bereikt hij bijzondere dingen. Wat of wie zorgt ervoor, dat de mensen dit kunnen, dat ze elkaar inspireren, dat ze naast elkaar staan? Verwonder jij je nooit over al die bijzondere mensen, die je in je leven tegen komt? Vraag je je nooit af, waar die kracht vandaan komt, die de mensen drijft? Als het gesprek zo gegaan was, zouden niet een bisschop en een politicus met elkaar hebben gesproken, maar was het een gesprek van mens tot mens geworden.