ZE ZIJN BIJZONDER, ZO BLIJKT
Dit jaar ben ik eind mei negentig geworden. Ik ben dus nu in een kroonjaar. Dus ging ik eens nadenken over eerdere kroonjaren. Mijn eerste kroonjaar was in 1944, dus nog tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ik werd tien jaar en zat in de vierde klas van de Onze Lieve Vrouweschool voor jongens, met bijna alleen fraters voor de klas. Vrij kort na mijn tiende verjaardag begonnen de landingen in Normandië. De Geallieerden rukten tamelijk snel op. In Nederland zouden ze te maken krijgen met meerdere rivierovergangen en de Britse Veldmaarschalk Montgomery kwam met een plan in één keer alle bruggen door parachutisten te laten veroveren. Dat plan heette de operatie ‘Market Garden’. Wij woonden in Arnhem en de Rijnbrug zou ook veroverd moeten worden. Dat lukte, maar de Britse parachutisten konden maar drie dagen stand houden. Als de Britten na de verovering van de Waalbrug bij Nijmegen onmiddellijk waren doorgestoten was het plan gelukt. Helaas moesten ze eerst thee drinken. Zo gaven ze de Duitsers de kans bij Elst een verdedigingslinie op te zetten.
Arnhem werd niet bevrijd. De Duitsers dwongen de inwoners te evacueren. De stad werd tot krijgsbuit verklaard. Met vrachtauto’s kwamen ze naar Arnhem om daar te plunderen. De evacuatietijd brachten we door Oostelijk van Apeldoorn vlak bij de spoorlijn Apeldoorn-Zutphen. Midden april werden we daar door Canadezen bevrijd. In juli konden we weer naar ons beschadigde huis in Arnhem.
Mijn tweede kroonjaar was in 1954. Op mijn verjaardag was ik bezig met mijn eindexamen van de kweekschool voor onderwijzers, Sint Ludgerus in Hilversum. Op 31 mei kreeg ik mijn diploma met aantekening j voor Lichamelijke Oefening en later aantekening r voor Handenarbeid. Een Godsdienstdiploma had ik al. Ik kreeg één vrije dag op 1 juni en op 2 juni stond ik voor de klas in Spijk bij Lobith. Door te weinig kinderen in het dorp moest de school daar sluiten. Ik heb er ruim twee jaar gewerkt. Daarna kreeg ik een baan op de Onze Lieve Vrouw van Fatimaschool in Arnhem. Intussen studeerde ik voor de Middelbare Akte Aardrijkskunde wekelijks in Utrecht.
Toen kwam in 1964 mijn derde kroonjaar. Ik verliet het Lager Onderwijs en stapte over naar het Voortgezet Onderwijs, met name het nog jonge Niels Stensen College in Utrecht. Daar heb ik tot 1994 gewerkt en toen ging ik met pré- pensioen. Wij waren op 26 oktober 1961 getrouwd en woonden op een flat in de Arnhemse wijk Presikhaaf. In de koude winter van 1963 werd op 24 januari 1963 onze zoon Hans geboren. Het kroonjaar 1964 werd heel bijzonder. Op 14 augustus 1964 werd onze dochter Caroline geboren. Ze wordt dus binnenkort zestig jaar. Op de dag, dat zij in de H. Nicolaaskerk in Arnhem gedoopt werd kwam in het voor ons nog nauwelijks bekende Odijk Nico Mocking ter wereld. Hij werd in de pas geconsacreerde H. Nicolaaskerk in Odijk de eerste dopeling. Jaren later werden hij en Caroline een echtpaar. Ze kregen twee dochters, Esmee en Shari. Dat waren onze eerste kleinkinderen. Helaas is Nico overleden.
Maar niet alleen Caroline en de H. Nicolaaskerk zijn de enige, die hun zestigste verjaardag vieren. De Gemeente Bunnik van nu ontstond in 1964 door de samenvoeging van de gemeenten Bunnik, Odijk en Werkhoven en viert dus dit jaar ook de zestigste verjaardag. Deze gemeente Bunnik goeit nog steeds, nu Westelijk van Odijk aan de overzijde van de Schoudermantel, de N229. Deze weg wordt voortdurend drukker en dat maakt het moeilijk een verbinding met de nieuwe wijk te realiseren. Merkwaardig, niet alleen bij mensen, maar ook bij dorpen komen de problemen met de jaren.
18e Jaargang, Nr. 799.