Archive for maart, 2021

Bekrompen stukkiesschrijvers

dinsdag, maart 30th, 2021

GODSDIENSTHAAT BIEDT KERKEN NAUWELIJKS RUIMTE

 

Bij veel mensen is het geheugen maar slecht. Als een van de Coronamaatregelen werd besloten bij bepaalde bijeenkomsten als een filmvoorstelling of een toneelstuk of een concert het aantal aanwezigen te beperken tot dertig. Vooral in grote zalen kon men de anderhalve meter regel gemakkelijk handhaven bij veel meer bezoekers. De zwakke punten zaten in het begin, de pauze en het einde. Dan bestond het risico, dat de mensen te dicht bij elkaar zouden komen. Dat zou de kans op besmetting vergroten.

Intussen verzocht de landelijke overheid de kerken eveneens maatregelen te nemen. Zorgvuldig werden de beschikbare plaatsen zo verdeeld, dat de afstand tussen mensen anderhalve meter bleef. Handen werden bij het binnen gaan gereinigd. En van alle aanwezigen waren naam een telefoonnummer bekend. Er was geen koorzang en de aanwezigen mochten niet met de paar voorzangers mee zingen. Bij het verlaten van de kerk ging niet iedereen tegelijk, maar schip na schip.  Een schip is een deel van de kerk met paden ertussen)  Iedereen werd verzocht afstand te bewaren en bij de uitgang snel te vertrekken. Er kwamen protesten. Waarom mochten de kerken wel met meer dan dertig mensen samenkomen. Dus werd besloten de dertig personen regel ook voor kerken te laten gelden. Er was geen medische noodzaak.

Voor gelovige mensen is kerkbezoek geen vorm van ontspanning en kunstgenot, maar een levensbehoefte. Velen konden maandenlang niet aan een kerkelijke viering deelnemen. In de Kromme Rijnstreek gingen zelfs alle katholieke kerken dicht en alleen in één kerk was een viering zonder publiek, die via internet was te zien en te horen. Vanaf Pasen komen er weer vieringen in alle kerken met maximaal dertig personen en je moet je daarvoor tevoren opgeven. Mocht er iemand besmet blijke, dan kunnen de andere aanwezigen gewaarschuwd worden.

Nu is met dertig mensen in een kerk met 1000 tot 2000 zitplaatsen tamelijk belachelijk. De orthodoxe christenen van de Bible Belt kregen het steeds moeilijker. Ze misten hun wekelijkse kerkdiensten enorm. Ze houden van hun kerkgemeenschap. Dat gevoel is nog sterker dan dat van een voetbalfan voor zijn favoriete club. Het lid zijn van een dergelijke orthodoxe kerk vervult jouw hele leven. Het is minstens zo sterk als een gezins- of familieband. De sterke verbondenheid met andere leden zorgde ervoor, dat het verlangen naar de wekelijkse kerkgang(en) algemeen bekend werd. Zo besloten meerdere kerken de kerkdiensten weer voor meer lidmaten open te stellen, maar met inachtneming van de anderhalve meter regel. Zo’n kerkdienst is veiliger dan het boodschappen doen in een supermarkt of naar je werk gaan.

Daaraan hebben allerlei onkerkelijke lieden met vaak een enorme hekel aan kerken geen boodschap. Dus worden er reporters op afgestuurd. De kerkleden hebben absoluut geen behoefte aan contact met journalisten, die er alleen maar op uit zijn kritische stukkies te schrijven. Zoals: Wat een enorm risico wordt hier gelopen. Hoeveel mensen kunnen elkaar hier besmetten en vervolgens weer anderen besmetten? Waarom zou voor kerken weer een uitzondering moeten worden gemaakt. Het is helemaal niet moeilijk allerlei geloofswaarheden en geloofsgebruiken en geboden en verboden belachelijk te maken. Aan zulke “zeikstukkies” hebben de kerkleden bepaald geen behoefte. Ze houden van hun kerk, zoals een kind houdt van zijn moeder. Het is alsof je moeder beledigd wordt. Zo worden de foute reacties van een enkel kerklid, alhoewel verwerpelijk toch enigszins begrijpelijk.

Het gedrag van die enkelingen wordt vervolgens scherp veroordeeld. Men heeft er geen oog voor, dat het geweld uitgelokt is. De betrokken journalisten moeten zich eens afvragen of zij die kerkelijke gemeenten wel met echt respect benaderd hebben. Alleen al het juist op zondag, de Dag des Here ,mensen bij hun kerkgang lastig vallen getuigt al van een gebrek aan fatsoen, gebrek aan respect en gebrek aan vakmanschap. Laat ze hun aangiften maar snel weer intrekken. Als er excuses gemaakt moeten worden, dan behoort dat door die “arme”  mishandelde stukkiesschrijvers te gebeuren. Daarnaast moeten ze bedenken, dat de enorme ophef, die ze ervan gemaakt hebben er veel zwaarder tegengeweld is uitgelokt.

14e Jaargang, Nr. 659.

De top 18 GroenLinks

maandag, maart 22nd, 2021

De top 18 Percentage GroenLinksstemmen TweedeKamer 2021

01          Wageningen     14,2%

02          Nijmegen          13,3%

03          Utrecht stad     13,0%

04          Leiden                10,8%

05          Groningen         10,5%

06          Amsterdam       10,2%

07          Haarlem            9,3%

08          Bunnik               9,1%

08          Arnhem             9,1%

10          Delft                   8,8%

11          Zwolle                8,1%

12          Renkum             7,6%

13          Eindhoven         7,5%

14          Amersfoort       7,4%

14          Zeist                   7,4%

14          Tilburg               6,9%

16          De Bilt                6,9%

18          Rotterdam        6,8%

De verkiezingen

zondag, maart 21st, 2021

HET  GAAT DIEPER

 

Een kleinzoon belde mij op. Zoals gewoonlijk begon hij met te vragen hoe het met me ging. Ik antwoordde: “Ik lik mijn wonden!”  Eerst begreep hij me niet. Ik legde hem uit hoe pijnlijk het zetelverlies van GroenLinks voor mij was. Maar hij moest mijn vrouw spreken. Ik heb mij uiteraard afgevraagd wat de oorzaken zijn van deze pijnlijke uitslag. In de campagne werd heel sterk de nadruk gelegd op alle veranderingen, die volgens GroenLinks in Nederland nodig zijn. De mensen zitten nu juist te wachten op het einde van de Coronapandemie. Dat is de hoofdzaak.Zeur ons niet aan de kop over al die veranderingen. We zitten juist te wachten op de tijd, dat alles weer “normaal” is geworden.

Daarbij werd GroenLinks terecht gezien als de partij, die windenergie erg belangrijk vindt. Dat vinden de meeste mensen ook wel, maar niet in hun eigen omgeving.

Opnieuw werd GroenLinks het slachtoffer van het strategisch stemmen. D66 werd sterk gesteund, zodat deze partij in een volgend kabinet behoorlijk tegengas kan geven.  Dat legt bij D66 een enorme verantwoordelijkheid. Over maatregelen tegen de opwarming van het klimaat spreekt de VVD wel mooie woorden, maar de centen ervoor stellen ze niet beschikbaar.

De opkomst was deze keer erg hoog en dat werkt in het nadeel van GroenLinks. De partij heeft meer stemmen nodig voor een zetel.

Volt bleek een onverwachte stemmentrekker onder traditionele GroenLinksstemmers. Hun idee over een federaal Europa spreekt mij zeer aan. Voor mij is onduidelijk hoe ze staan tegenover de EU als middel om de te grote macht van het internationale bedrijfsleven te beteugelen.

GroenLinks neemt het op voor de zwaksten in onze samenleving, voor mensen met lage inkomens en weinig kennis en weinig macht. Ook voor planten en dieren, die zich niet kunnen verdedigen. Daarmee gaat GroenLinks dwars tegen de toenemende tendens om vooral op te komen voor je eigen belang. Iedereen moet maar zijn eigen boontjes doppen. De nieuwkomers in de Tweede Kamer hebben dat eigenlijk als uitgangspunt. Bij1 wil minder rassendiscriminatie. Volt wil een sterkere EU. Ja21 wil minder buitenlanders en BBB wil de belangen van de boeren behartigen. Ze zouden hun uitgangspunten ook binnen een brede volkspartij naar voren kunnen brengen, maar ze kiezen voor hun beperkte eigenbelang.

Waarom die eenzijdige nadruk op het eigenbelang en te weinig oog voor het algemeen belang? Ik heb de eigen ervaring, dat je met goede amendementen en andere actiemiddelen een partij als GroenLinks behoorlijk EU-minded kunt maken. De drie Europarlementariërs staan voor zon 12,5% van de stemmen, dus 18 zetels in de Tweede Kamer. GroenLinks heeft over allerlei thema’s duidelijke uitgangspunten. Het algemeen belang telt bij deze partij.  Kennelijk spreekt het de kiezers te weinig aan. In Duitsland zijn de “Grünen” in twee deelstaten de tweede partij geworden. Snappen de Duitsers het allemaal beter? Of hebben ze in hun collectieve geheugen veel meer kennis van wat extreem rechts aan ellende kan brengen?

Wat is er in Nederland de laatste vijftig jaar veranderd? Vroeger had vrijwel iedereen een sterke innerlijke overtuiging. Je was katholiek of protestant of humanist of socialist of pacifist en de grondslag van al die groepen was, dat je iets voor anderen moet over hebben. Naastenliefde was het eerste gebod en voor anderen heette dat solidariteit of menslievendheid. Onze samenleving is sterk geseculariseerd en geïndividualiseerd. Te veel mensen zien de ander niet meer staan. In tegendeel collectief gaat men anderen afwijzen, zelfs haten.  Vroeger had je als uitgangspunt in je leven, dat je niet leefde voor jezelf maar voor de ander. Dan zou je nooit zeggen, dat jouw leven “voltooid” was, want die ander was er nog steeds. Daar leefde je voor. Gelukkig zijn er nog steeds heel veel mensen, die veel voor de ander over hebben. Durf je dat nog hardop te zeggen? Ik ben er voor de ander. Elke keer als ik daar prachtige voorbeelden van zie wordt mijn pessimisme over de moderne samenleving wat getemperd. Het wordt tijd voor bezinning.

14e Jaargang, Nr. 658.

Beroepsbevolking

zondag, maart 14th, 2021

TOENAME OF AFNAME?

 

De Nederlandse beroepsbevolking wordt gevormd door de Nederlanders van 18 tot en met 65 jaar. Dit deel van de bevolking telt veel te weinig mensen, zelfs nu veel vrouwen werken. Daarom werven bedrijven arbeidskrachten in andere lidstaten van de Europese Unie. Al in de vijftiger jaren kwamen “gastarbeiders” uit Italië, Griekenland, Spanje en Portugal naar Nederland. Toen die landen tot meer welvaart kwamen vertrokken de gastarbeiders uit Nederland naar hun eigen land. Daarna werd geworven in Marokko en Turkije. Dat is inmiddels minder gewenst. We maken nu gebruik van Polen en eventueel ook Roemenen en Bulgaren. We moeten echter wel bedenken, dat ook die landen tot meer welvaart zullen komen en dat de bevolkingsgroei er zal afnemen. In de nabije toekomst zal het moeilijk worden nog arbeidskrachten buiten Nederland te werven.

In de discussies over de politiek in verband met de verkiezingen kwam vaak naar voren, dat er meer mensen nodig zijn in de zorg, vooral ook in verband met de vergrijzing. Oudere mensen doen vaker een beroep op medische zorg. Met de ouderdom komen de kwalen. Er zijn ook meer mensen nodig in het onderwijs en meer mensen nodig bij de politie. En steeds dacht ik, waar halen we die mensen vandaan? Daarbij moeten we bedenken, dat er nu nog grote leeftijdsgroepen werken uit de jaren1955 – 1970.  Over zo’n kleine twintig jaar hebben die de arbeidsmarkt verlaten. De komende jaren gaat de Nederlandse beroepsbevolking voortdurend krimpen en tegelijk wordt het moeilijker werkkrachten in het buitenland te werven. Dat tekort aan arbeidskrachten kan tot een lager Bruto Nationaal Product leiden, dus tot minder welvaart.

Een laag geboortecijfer leidt op den duur tot een krimpende bevolking en tot een te kleine groep werkenden. Welvaart en welzijn nemen dan af. Anderzijds is Nederland een dichtbevolkt land, volgens sommige natuurvrienden een te dicht bevolkt land. Sommigen willen juist die bevolkingskrimp. Van hen hoor je nooit hoe de tekorten aan mensen in de zorg en het onderwijs kunnen worden opgelost. 

Zou het verstandig zijn te gaan streven naar een constante bevolking? Geen groei, maar ook geen afname? Het lijkt, dat er een taboe rust op een discussie daarover. Om een constante bevolking te krijgen is een vruchtbaarheid nodig van 2,1 kind per vrouw. Het is iets meer dan 2 omdat een klein deel sterft voordat het zelf kinderen heeft gekregen. De trend is juist, dat veel jonge mensen ervoor kiezen als alleengaand door het leven te gaan. Geen relatie en geen kinderen. Als ze zorgen voor een goed netwerk van vrienden en vriendinnen, die elkaar helpen in geval van ziekte of ouderdomsgebreken of andere nood, dan kunnen zij zich ook nog redelijk redden zonder hulp van familie. Het is wel zo, dat al die alleenstaanden zorgen voor een grotere behoefte aan woningen, want ze blijven natuurlijk niet hun hele leven bij pappie en mammie wonen. Meer woningen betekent ook meer ruimtebeslag en minder ruimte voor natuur. Bedenk daarbij, dat ook het hoge percentage scheidingen zonder een nieuwe relatie leidt tot meer alleenstaanden.

Als zoveel Nederlanders niet meedoen met het kinderen krijgen is het dan aan te bevelen, dat de gezinnen bij voorkeur drie of vier kinderen gaan tellen? Ik heb wel eens de indruk, dat zo’n gezin tot een beter sociaal opvoedingsklimaat leidt. Maar kinderen zijn duur en dus zou er moeten worden gezorgd voor hogere lonen en meer kindertoeslag.

In de huidige verkiezingscampagne gaat het in het geheel niet over dit soort vraagstukken. Het gaat om de opwarming van het klimaat zo snel mogelijk te stoppen. Het gaat om betere en voor iedereen betaalbare zorg. Het gaat om beter onderwijs. Een grotere veiligheid is eveneens een punt. Maar de komende jaren is een discussie over bevolkingsvraagstukken wel degelijk op zijn plaats.

14w Jaargang, Nr. 657.

Immigratie

zondag, maart 7th, 2021

OF INVESTEREN IN KINDEREN?

In een tot nu toe nauwelijks opgemerkt rapport worden de kosten berekend, die de immigratie in Nederland voor onze samenleving met zich meebrengt, Die kosten zijn zo hoog, dat zij onze verzorgingsstaat in gevaar brengen. Daarbij moet gedacht worden aan arbeidsmigranten, die hier voor de oogst of voor kortere tijd vertoeven, arbeidsmigranten, die zich niet definitief vestigen en vluchtelingen. In het krantenbericht werd niet uitgelegd, waarom wij zoveel arbeidskrachten uit het buitenland aantrekken.

We weten het, na afloop van de Tweede Wereldoorlog kregen we in 1946 een forse geboortegolf. De grafiek van de geboortecijfers laat voor 1946 een flinke piek zien. Wie in 1946 is geboren wordt bij leven dit jaar 75 jaar. Minder bekend is, dat het tot 1964 duurde voordat het geboortecijfer weer tot op het niveau van vóór de oorlog was gedaald. We hebben dus heel lang een sterke natuurlijke groei gekend. In die jaren vertrokken ook veel mensen uit Nederland en daarbij vooral veel boerenzoons met hun gezin. Ik ken meerdere mensen met broers of zussen in Canada, Australië en Nieuw Zeeland. Het aantal emigranten bleef ver achter bij het aantal babies. De bevolkingsgroei werd nauwelijks afgeremd.

In 1966 verscheen de Tweede Nota op de Ruimtelijke Ordening. Als er in het jaar 2000 twintig miljoen Nederlanders zouden zijn, waar moesten die dan allemaal wonen? Daarop probeerde de nota een antwoord te vinden. In ieder geval moesten er minstens één miljoen naar de drie Noordelijke provincies verhuizen. Het liep totaal anders af. Tussen 1970 en 1975 daalde het geboortecijfer dramatisch. Elk jaar daarna werden er meer dan honderdduizend kinderen minder geboren. In 1976 werden de geboortepiekers van 1946 30 jaar. Je zou eigenlijk een echo-effect verwachten: veel potentiële moeders, dus veel babies. Het omgekeerde gebeurde. Twintig jaar later kwamen er veel minder jonge mensen op de arbeidsmarkt en dat bleef constant het geval in de jaren erna. Gemiddeld werden er per vrouw maar 1,6 kinderen geboren. De generaties van de opa’s en oma’s waren veel kleiner. Er ontstond dus niet onmiddellijk een sterfteoverschot. De bevolking bleef groeien maar wel veel langzamer. De twintig miljoen zien we niet meer komen.

Een kind krijgen is een kostbare zaak. Er zijn veel alleenstaanden, die meestal geen kinderen krijgen. In veel gezinnen is er maar één kind. Je moet een behoorlijk inkomen hebben wil je meer dan twee kinderen kunnen grootbrengen. Toch worden in die armere gezinnen kinderen geboren en volgens het CPB leven in Nederland meer dan vierhonderdduizend kinderen in armoede. Ze gaan bijvoorbeeld zonder ontbijt naar school. Het is een gevolg van de enorme inkomensongelijkheid in Nederland. Het is niet voor niets, dat er actie wordt gevoerd voor een veel hoger minimumloon. De stijging moet veel meer worden, dan rechtse partijen voorstellen. Maar ja, investeren in kinderen is bij rechts niet populair. Men maakt liever dure reizen naar verre buitenlanden. En twee auto’s per gezin is echt nodig als beide ouders werken.

Maar onze welvaart is vooral een zaak van zeer veel export. We verdienen ons geld met goederen en diensten te leveren aan vele buitenlanden. Maar waar haal je al die noodzakelijke arbeidskrachten vandaan? Gelukkig is er in de EU vrij verkeer van arbeidskrachten. Mensen uit de minder welvarende lidstaten kunnen zonder veel problemen hier komen werken in de land- en tuinbouw, in de industrie in de bouw en als vrachtwagenchauffeur. Je kunt ze als bedrijf vaak ook nog afschepen met een veel lager loon, dan aan Nederlanders wordt betaald. De kosten van de huisvesting, de medische zorg en het onderwijs in hun tweede taal zijn niet voor de bedrijven. Dat geeft wel problemen, want er worden veel te weinig sociale huurwoningen gebouwd en van de bestaande sociale huurwoningen van uitstekende kwaliteit worden duizenden verkocht. Voor veel jonge Nederlanders is het vele jaren wachten op een eigen huis. Maar de mensen die hierover beslissen zitten in hun eigen koopwoning en helpen hun kinderen bij de aanschaf van hun eigen koophuis.

Er valt dus echt wel iets te kiezen op 17 maart. Wil je echt naar een eerlijker samenleving met een eerlijk loon en eerlijke huurprijzen en een eerlijke gezondheidszorg, dan moeten al die arbeiders, die nu VVD of erger stemmen eindelijk eens beseffen, dat ze daar niets van kunnen verwachten. Vindt de weg terug naar met name de Partij van de Arbeid of de SP of GroenLinks. Wordt wijzer.

14e Jaargang, Nr.656.