Archive for mei, 2018

Collegevorming in Bunnik

donderdag, mei 31st, 2018

WORDT PERSPECTIEF 21 BUITENSPEL GEZET?

Er worden gesprekken gevoerd tussen het CDA en de Liberalen (VVD en D66) over de vorming van een college. Samen hebben ze negen van de zeventien raadszetels en dus een meerderheid van één raadslid. De grote winnaar Perspectief 21 – van zes naar acht zetels – zou dan in de oppositie komen. Het begint te lijken op de Tweede Kamer, waar het Kabinet ook zulk een kleine meerderheid heeft. Een college met de twee winnaars CDA van vier naar vijf en P21 zou meer overeenkomen met de wil van de kiezers. Ik krijg de indruk, dat er wat onhandig gemanoeuvreerd is. Het struikelpunt zou de openheid bij het gemeentebestuur zijn. Volgens de CDA-fractie zou daaraan gebrek zijn geweest. Waarschijnlijk vreesde het CDA de overheersende invloed van P21 met mogelijk twee wethouders en het CDA maar één.

Wat hebben we te verwachten van een College met het CDA en de Liberalen? De speelruimte is niet groot. Van de gemeente Bunnik wordt verwacht, dat er flink gebouwd wordt, zowel binnen de bebouwde kom als in agrarisch gebied in Odijk West. Maar ik vrees, dat dit college oude plannetjes uit de la gaat trekken om leuke plekjes net buiten de rode contour toch vol huizen te zetten. Er moet immers geld verdiend worden. Ik denk aan de omgeving van Huize Cammingha in Bunnik en de paardenwei bij de Zeisterbrug in Odijk. Daar is een vroegere stroomgeul bij de werkzaamheden aan de Kromme Rijn “Keurig” weg geëgaliseerd. Ambtenaren, grondeigenaren en hun politieke partijen vinden het niet leuk als GS bezwaar makende burgers gelijk geeft.

Het Rijk heeft veel beleid overgeheveld naar de gemeenten. Zoals gebruikelijk was dit tegelijk een bezuinigingsoperatie. In onze gemeente Bunnik is het zorgbeleid door de wethouder van de Liberalen prima uitgevoerd. Maar als de VVD in de Tweede Kamer begint te morrelen aan de Bijstand, hoe gaat het nieuwe college daar straks mee om? Illustratief is de laatste zin in het artikel in het Bunniks Nieuws. CDA Fractievoorzitter Leny Visser had het over Groen en Duurzaam als leus van P21. Het was Groen en Sociaal. Gaat een rechts college in Bunnik het sociale beleid verwaarlozen?

De grondpolitiek is nog zo’n heet hangijzer. De bouwopdracht van de gemeente Bunnik vergt veel grond. Gelukkig zijn veel boeren in het uitbreidingsgebied al wat ouder. Toch zijn ze niet al te blij met de geboden prijzen. Begrijpelijk, maar een gemeente moet ook rekening houden met de toekomstige bewoners. Nu al zijn voor velen de koopwoningen in onze gemeente onbetaalbaar en betaalbare sociale huurwoningen zeer schaars. Gaat dit rechtse college opnieuw te weinig sociale huur realiseren?

Het kunnen spannende politieke jaren worden in het Bunnikse. Intussen heb ik er persoonlijk wel behoefte aan, dat Bestuur en Fractie van aan de leden van P21 wat meer duidelijkheid verschaffen over de gang van zaken bij de slepende onderhandelingen over de Collegevorming en de merkwaardige keuze van de heer Hoekema als informateur.

Jaargang 11, Nr. 516.

VGZ moet zich schamen

zaterdag, mei 26th, 2018

AAN DE ZORG VALT VEEL TE VERBETEREN

Afgelopen woensdag werd mijn enige zus 75 en als verjaardagscadeautje kreeg ze te horen, dat ze maar zelf met de ziektekostenverzekering VGZ tot overeenstemming moet komen over een voor haar geschikt hoog-laagbed. De professionals willen er niet langer tijd aan verspillen.

Mijn zus lijdt al sinds haar puberjaren aan een bij veel artsen moeilijk herkenbare ziekte. Haar hele leven had ze last van dik worden, terwijl ze niet bijzonder veel at en altijd flink in beweging bleef. Keer op keer liet ze zich onderzoeken. Steeds was de boodschap: “We kunnen niets vinden.” Vaak kwam er nog hatelijk achteraan: “Maar elk pondje gaat door het mondje.” Het internet bracht uitkomst. Zelf kwam ze tot de juiste diagnose. Ze lijdt aan lipodeem. Het lichaam houdt vet vast en sluit het op tussen de weefsels. Daar krijg je het niet meer weg, hoe hard je ook sport. Het lichaam gaat ook vocht vasthouden. Vooral de benen worden zo dik, dat er scheurtjes in de huid komen. Met een “Press” kan het vocht uit de benen worden geperst. Dat moet dan dagelijks gebeuren.

Toen ze na een val in het ziekenhuis belandde, ontdekte men daar, dat de benen over de volle lengte omhoog laten liggen ervoor zorgt, dat het vocht eruit wegloopt. In enkele weken raakte ze DERTIG KILO kwijt. De conclusie is dus, dat ze een bed nodig heeft waarvan het deel van de benen schuin omhoog gezet kan worden. Veel bedden hebben daarbij een knik bij de knieën. Het onderbeen ligt dan horizontaal. Zo’n bed is niet geschikt.

In een revalidatiecentrum leerde ze weer lopen achter een rollator. Ze leerde opstaan uit een stoel of uit een bed. Ze leerde zelfs weer in bed stappen met de loodzware benen en al. Ze waste zich zelf en ging zelf naar het toilet. Aanvankelijk was het perspectief een verpleeghuis geweest, maar zelf is ze zo gehecht aan haar huisje en de zorgzame buurt met veel aardige mensen en vooral ook aan haar partner, dat ze naar huis wilde. Voor sommige professionals is het moeilijk te accepteren, dat patiënten een eigen mening hebben. Maar thuis verzorgd worden met hulp van de thuiszorg is wel veel goedkoper dan een verpleeghuis.

Wat ging er mis? Ze dacht, dat er gezorgd was voor een geschikt bed. Toen ze thuis kwam was het bed er nog niet. Een paar uur later kwam het. Het was totaal ongeschikt. Ze kan er niet zelfstandig in of uit. Het voeteneind kon alleen handmatig schuin omhoog gezet worden, maar blijkt dan midden in de nacht toch weer naar beneden te klappen. De thuiszorg kan er niet mee uit de voeten, want de voetenplank kan er niet af. Huisarts, ergotherapeute en thuiszorg verklaarden het bed ongeschikt en pas na vijf weken erkende de leverancier dat. Maar die kan geen geschikt bed leveren. Er moet dus naar een andere leverancier gezocht worden en nu komt het.

De ziektekostenverzekering VGZ, gevestigd in Eindhoven beweert vanachter haar bureaus, dat het bed wel geschikt is. De ongelofelijke domheid van deze klerken zorgt ervoor, dat het lijden aan de wonden aan haar been weer enorm toeneemt. Tsja, leveranciers van echt goede bedden rekenen uiteraard de daarbij horende prijzen. Maar de VGZ blijft liever op de zakken met geld zitten in plaats van echte goede zorg te verlenen.

Onlangs vertelde een GroenLinkskamerlid bij Pauw, dat het zaak is de kwaliteit van de thuishulp goed te bewaken. De meeste mensen blijven immers het liefst zo lang mogelijk thuis. Dat is nog goedkoper ook. Moeten er nu eerst Kamervragen gesteld worden voordat VGZ in de gaten krijgt, dat de organisatie ontzettend fout bezig is? Een mooi betekenis van de afkorting VGZ zou kunnen zijn Voor Goede Zorg. Ik mag toch hopen, dat de VGZ dat zo snel mogelijk waar gaat maken.

Jaargang 11, Nr. 513.

MASCHRIFT
De werkelijkheid is nog wat ingewikkelder, blijkt uit nadere informatie,  Eerst moest de leverancier van het foute bed officieel erkennen, dat ze geen goed bed kunnen leveren. Dat wisten ze de tweede dag al, maar het duurde zes weken voordat het officieel erkend werd. Nu pas mag de ergotherapeute na toestemming van de ziektekostenverzekering VGZ in samenspraak met de huisarts op zoek naar een wel geschikt bed. Of ze  door VGZ daarbij beperkt worden in de keuze van de leverancier, is nog niet duidelijk. Maar er is vooruitgang en hoop doet lezen.

Legioenen trekken van Utrecht naar Katwijk

zaterdag, mei 19th, 2018

HISTORISCHE LANDSCHAPSRECONSTRUCTIE

De vorming van het veenlandschap in het Westen des Lands was in grote lijnen al goed bekend. Fysisch geografe Marieke van Dinter wilde het landschap reconstrueren, zoals dat was in de Romeinse tijd. Ze maakte gebruik van de vele bouwputten, die gedetailleerde bodemprofielen laten zien. Samen met andere wetenschappers kon zijn een paleografische kaart samenstellen van het gebied langs de Oude Rijn tussen Utrecht en Katwijk. Ze ontdekte de strategische ligging van de vele forten langs de rivier, die de grens, de limes vormde van het Romeinse rijk.

De toenmalige Rijn kon vrijuit stromen en de loop verleggen. De rivier was 100 meter breed en tot zes meter diep. Bij hoogwater overstroomde de rivier en dichtbij de rivier vormde zich een smalle oeverwal. Die bleef bij hoogwater meestal droog en was dus geschikt voor bewoning. Iets verder van de rivier ontstond een elzenbroekbos, maar verder van de rivier was het milieu voedselarm en daar groeide veenmos en dat leverde een meters dikke laag hoogveen op. Tussen die hoge veenkussens had de rivier maar weinig ruimte om de loop te verleggen. Uit het onderzoek bleek, dat de forten werden gebouwd op de zuidelijke oever en steeds dar waar een rivier als de Vecht zich afsplitste of een veenriviertje in de Rijn uitmondde. Op zo’n plek kon handel worden gedreven en was dus ook bewaking nodig. De Rijn was een belangrijk transportweg. Dat blijkt uit de vele scheepswrakken, die zijn ontdekt bij opgravingen. Door de ligging onder de grondwaterspiegel is het hout goed bewaard gebleven.

Over de oeverwal liep ook de Limesweg, die een snelle verplaatsing van troepen mogelijk maakte. Langs die weg stonden wachttorens. Tussen die torens was door de korte afstand communicatie mogelijk. De oeverwal was smal en er was geen ruimte voor grote forten. De afmetingen waren 80 bij 100 meter en er was ruimte voor 500 man. Elders waren de forten groter en lagen ze verder uit elkaar. Naast de forten lag altijd een burgerlijke nederzetting met kooplieden ambachtslieden en hun gezinnen. De meeste forten zijn rond 40 na Chr. Gebouwd Fectio tussen Utrecht en Bunnik wat eerder.

Kort geleden op vrijdag 11 mei had de Volkskrant een groot artikel over hetzelfde onderwerp. Er is een fietsroute en wandelroute uitgegeven langs de limes, verkrijgbaar bij Vvv’s, ANWB en de boekhandel.

Voorafgaand aan de lezing was er de Jaarvergadering van het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap (KNAG). Opnieuw kwam naar voren, dat veel geografen geen lid zijn, maar wel profiteren van de diensten van het KNAG. Er is een studentenlidmaatschap tegen een gereduceerde prijs, maar na het afstuderen zeggen te veel mensen hun lidmaatschap op en vooral in de tijd, dat ze nog geen baan hebben. Als je als leraar geen lid bent, kun je ook niet mee beslissen over bijvoorbeeld leerplannen. Vervolgens moppert men wel over de ontwikkelingen en de zwakke positie van het vak. Mensen horen zich verantwoordelijk te voelen en samen te werken. Anders is het steeds hetzelfde groepje, dat beslist en de rest bestaat uit willoze uitvoerders van de besluiten. Jaren geleden paste ik het centrum-periferiemodel toe op deze situatie. Helaas schijnt er weinig te zijn veranderd. Eigenlijk zou dat artikel uit de Nieuwe Geografenkrant nog eens herdrukt moeten worden.

Jaargang 11, Nr. 512.

Kardinaal Eijk versus Paus Franciscus

zaterdag, mei 12th, 2018

KARDINAAL EIJK STELT KERKELIJKE WETTEN BOVEN DE BOODSCHAP VAN JEZUS VAN NAZARETH

Een van de verdrietige zaken van onze verdeelde christenheid is, dat de wereldkerkleiders niet willen overgaan tot intercommunie. Ze zijn het niet eens over wat er gebeurt bij het uitspreken van de woorden, die Jezus sprak bij het laatste avondmaal. Hij nam het brood en sprak: “Dit is Mijn Lichaam” en nam daarna de beker met wijn en zei: “Dit is Mijn Bloed”. De Rooms-Katholieke Kerk kent de leer van de transsubstantiatie. Brood wordt bij de consecratie het Lichaam van Jezus en de wijn verandert in Zijn Bloed. Het is een blijvende verandering. Dat maakt de Woord- en Communieviering mogelijk. Bij gebrek aan priesters gaan leken voor in een viering en wij ontvangen daarbij een eerder geconsacreerde hostie. In sommige kloosters bestaat de gewoonte van de “eeuwig durende aanbidding”, waarbij een hostie in een monstrans wordt getoond en door mensen, vaak zusters wordt aanbeden, terwijl zij ook voor allerlei noden bidden. Protestanten geloven niet in die blijvende verandering. Als er na een Avondmaalsviering brood overblijft, wordt dat bijvoorbeeld “aan de kippen gevoerd”. Alleen een geldig gewijde priester mag voorgaan in de Heilige Eucharistie, ofwel het Heilig Misoffer opdragen. Een priester wordt gewijd door een bisschop en die moet ook weer door een bisschop gewijd zijn. Omdat de Oudkatholieken en de Anglicanen zich met geldig gewijde bisschoppen hebben afgescheiden kunnen ze ook geldig gewijde priesters hebben. Ze zijn er nog veel meer soorten christenen. Ze kennen allemaal de viering van het avondmaal omdat Jezus bij het Laatste Avondmaal ons vroeg om Zijn Lichaam en Bloed in de gedaante van Brood en Wijn ter Zijner herinnering te nuttigen. Elke kerk heeft een eigen uitleg. Daarover wordt door kerkleiders gesproken. Ze worden het almaar niet met elkaar eens en zo hebben ze afgesproken, dat intercommunie niet mag. De gewone gelovigen snappen er niets van. Ze zijn vooral verontwaardigd. Waarom mogen wij niet samen vieren? We verlangen er oz naar.

Dat verlangen leeft vooral bij echtparen waarbij man en vrouw tot verschillende kerken behoren. In Duitsland zijnveel katholieken en veel Lutheranen, leden van de Evangelische Kirche. Als ze bij de ander een kerkdienst bijwonen mag de Lutheraan niet te communie in een Katholieke Eucharistieviering. Die man en vrouw hebben een gelukkig huwelijk. Ze zijn beiden actief in hun kerk. Ze voelen de eenheid van hun huwelijk, maar de boodschap van de kerken is, dat ze niet één maar verdeeld zijn. Daar lijden ze onder. Soms is de boodschap ronduit beledigend. U protestant mag wel naar voren komen, maar u houdt uw armen gekruist voor de borst en in plaats van de communie krijgt u zegenend gebaar. Meermaals gebeurde dit tijdens vormselvieringen. Is het een wonder, dat er nauwelijks nog vormelingen zijn?

De Duitse bisschoppen zochten naar een oplossing van dit pastorale probleem. Het feit, dat de Lutherse partner de katholieke communie wil ontvangen toont aan, dat hij de katholieke opvattingen niet afwijst. Je kunt best Lutheraan zijn en toch de katholieke opvattingen over de Eucharistie delen. In het met grote meerderheid aangenomen voorstel werden duidelijke voorwaarden gesteld. Daarbij hoort een gewetensonderzoek naar de opvattingen van de niet-katholiek. Een kleine minderheid was het er niet mee eens en toog naar Rome. Moest de paus die grote meerderheid op de vingers tikken? Hen stevig voor het hoofd stoten? Ja, vindt Kardinaal Eijk. De paus gaf geen van de beide partijen gelijk. Praat verder en probeer het samen eens te worden, was zijn boodschap.

Kardinaal Eijk is een typische aanhanger van de Poolse paus Johannes Paulus II en diens opvolger Benedictus XVI. De kerkelijke leer vervat in de Catechismus van de Kerk moet worden gehandhaafd en daar moet de paus voor zorgen. De huidige paus Franciscus legt overeenkomstig het Tweede Vaticaans Concilie de nadruk op de eigen verantwoordelijkheid van de lokale bisschoppenconferenties. Over belangrijke zaken besluit deze paus samen met de bisschoppen van de wereldkerk in een synode. De laatste keer ging het over huwelijk en gezin. Een netelige kwestie was toen of een opnieuw getrouwde gescheiden persoon al dan niet te communie mag. Ook daar is Eijk fel tegen. Als ik dat een keer zou merken, zou ik mijn hostie delen met de persoon, die geen hostie kreeg van zo’n farizeïsche pastor.

Zijne Eminentie Kardinaal Wim Eijk heeft zijn opvattingen neergelegd in een artikel en dat in eerste instantie gepubliceerd op een conservatieve Amerikaanse website. Hij weet, dat deze paus juist in de VS veel weerstand oproept met zijn opvattingen over het vraagstuk arm-rijk en over de aantasting van het milieu. Eijk zoekt steun bij de Trumpiaanse Noord-Amerikaanse katholieken. Tamelijk onsmakelijk De Nederlandse vertaling van het artikel is inmiddels te vinden op de website van het Aartsbisdom.

Leven onder het autocratisch bewind van Eijk vergt enig geduld en vooral incasseringsvermogen. Intussen hoop en vertrouw ik, dat in de pastorale praktijk gemengd gehuwden en gescheiden mensen heel veel steun en begrip krijgen van hun medegelovigen en van de pastores. Jezus van Nazareth gaf ons het goede voorbeeld. Hij ging om met iedereen en ook met zondaars en de Farizeeën en Schriftgeleerden, die kritiek hadden op het genezen van een zieke op de sabbat vroeg hij of hij op de sabbat het goed mocht doen. Ze konden slechts ja zeggen.

Jaargang 11, Nr. 511.

Bevrijdingsdag 2018

zaterdag, mei 5th, 2018

DE DODEN HERDENKEN

Vandaag vieren we onze vrijheid. Ik hoef niet bang te zijn, dat ik vanwege dit blog in de gevangenis beland of erger word gemarteld om geheimen te verraden en te vertellen wie mijn vrienden zijn. Kinderen hoeven niet meer bang te zijn, dat hun vader tijdens een razzia wordt opgepakt om in Duitsland te moeten werken. We hoeven niet meer angst te hebben verraden te worden. We hoeven niet meer onder te duiken.

Je kunt er spannende verhalen over vertellen, die echt zijn gebeurd. Het is geen computerspelletje. Het is echt. Net zo echt als de beelden van de verwoestingen in Syrië. Er is alle reden om blij te zijn, dat we nu al 73 jaar verlost zijn van die vreselijke oorlog. Soms hoor je mensen erg gemakkelijk praten over oorlogen en over het uitzenden van militairen naar conflictgebieden. Dan denk ik vaak, dat ze kennelijk geen idee hebben over de werkelijkheid en wat dat met mensen doet.

Bij zo’n Dodenherdenking gaat het om alle doden, niet alleen om mensen, die in de strijd om onze vrijheid zijn gevallen. Het gaat ook om de burgerslachtoffers van bombardementen of beschietingen of om de bemanningen van koopvaardijschepen, die werden getorpedeerd. Het gaat ook om de doden van de hongerwinter en de doden in de concentratiekampen en dan vooral ook de doden van de Holocaust. Het gaat niet alleen om Nederlandse slachtoffers maar om de doden in heel Europa en Noord-Afrika. Het gaat om miljoenen doden.

Daarom was het voor mij onbegrijpelijk, dat er mensen bestaan, die de twee minuten stilte wilden doorbreken omdat er onder die doden ook oorlogsmisdadigers schuil gaan. Tijdens die twee minuten stilte denk ik na over onze verantwoordelijkheid om oorlog te voorkomen.

Het Waterliniefort bij Rhijnauwen tussen Utrecht en Bunnik was een van de lokaties waar de Duitsers verzetsstrijders fusilleerden. Bij de herdenking ligt daar de nadruk op. Gisteren werd door de waarnemend burgemeester van Bunnik de vraag gesteld of ook wij bereid zouden zijn geweest tot verzet te komen. Wilden wij de dood riskeren? Waren wij net zo moedig? Niet alleen tegenover een vreemde overheerser, maar ook nu. Verzetten wij ons tegen onrecht? Accepteren wij geen ongerechtvaardigde dwang? Mijn voorbeelden: Willen wij dat de grenzen van Europa gesloten blijven voor oorlogsvluchtelingen? Accepteren wij discriminatie op de arbeidsmarkt? Zijn we voor een verenigd Europa of willen we een Nexit met weer de oude verdeeldheid in ons werelddeel? Vinden wij Nederlanders ons zelf beter dan onze Europese buren? Wat is onze houding tegenover arbeidskrachten uit Polen of Roemenië? Stemmen we op nationalistische partijen? Hoe staan we tegenover multinationals, die onze regering de wet voorschrijven?

Volgende week woensdag hang ik weer de Europavlag uit als een teken van de Europese Eenheid, die ons onze vrijheid garandeert.

Jaargang 11, Nr. 510.