LIED VAMN DE VRIJHEID
In het schooljaar 1945 – 1946 zat ik in de zesde klas, nu groep acht. Het vijfde leerjaar had ik door het laatste oorlogsjaar vrijwel geheel gemist. Er viel nogal wat in te halen om te kunnen slagen voor het toelatingsexamen van de HBS. Maar begin mei 1946 was het een jaar geleden, dat heel Nederland was bevrijd. Eén jaar bevrijding moest groots gevierd worden. We hebben toen een hele reeks vaderlandse liederen geleerd en dus ook het Wilhelmus. De bezetters hadden die liederen uiteraard verboden, want liederen over het verzet tegen een buitenlandse heerser, toen de Spaanse koning Filips II, dat kon natuurlijk niet. Het ondergrondse verzet was al lastig genoeg. Ik was dus bijna twaalf toen we tijdens de aubade op de Markt in Arnhem voor het eerst het met honderden kinderen het Wilhelmus zongen. Zo vierden we onze vrijheid. Het was een ontroerend gebeuren.
Het Wilhelmus is een ingewikkeld en voor velen een nogal onbegrijpelijk lied. De dichter of wellicht de dichters leggen de woorden in de mond van Willem van Oranje, Graaf van Nassau en leider van het verzet tegen de Spaanse tiran, Filips II. Willem was van hoge adel en werd aan het hof van Koning Karel V opgevoed. Hij was voorbestemd om namens de koning een hoge functie in het bestuur van de Nederlanden te vervullen. De Nederlanden kenden al een zekere vorm van democratie. De onderdrukking van het protestantisme en een belasting, de zogenaamde tiende penning veroorzaakten veel verzet. De Noordelijke provincies kwamen in opstand en sloten de Unie van Utrecht en de Spaanse koning werd afgezworen door het Placcaet van Verlatinghe. In dit manifest werd uiteengezet, dat een volk het recht heeft in opstand te komen tegen een heerszuchtige vorst. Eigenlijk is dit stuk de onafhankelijkheidsverklaring van de Noordelijke gewesten, de start van wat nu Nederland is.
Willem van Oranje zat in een gewetensconflict. Hij was een hoge ambtenaar in dienst van de vorst, maar hij wilde ook trouw zijn aan zijn volk, dat in opstand tegen die vorst was gekomen. Het Wilhelmus beschrijft dat gewetensconflict en laat zien welke offers Willem van Oranje en zijn familie brengt voor de vrijheid van de Nederlanden. Daarom is het Wilhelmus een echt vrijheidslied, een lied van verzet tegen een onrechtvaardige heerser. Juist linkse mensen zouden zo’n lied moeten koesteren.
Het Wilhelmus is niet alleen een stuk verantwoording voor de opstand naar enerzijds de koning en anderzijds het volk, het is ook een verantwoording naar God. Zou God deze opstand tegen de wettige vorst wel goedkeuren? De tegenwoordige ongelovige massa heeft daaraan uiteraard geen boodschap. Die heeft de laatste jaren de helft van onze vaderlandse geschiedenis overboord gegooid. Daarnaast wordt het Wilhelmus gezien als een lied van ons Koningshuis en velen zijn tegen de monarchie, want een erfelijk koningschap is ondemocratisch. Een staatshoofd dient gekozen te worden. Eigenlijk vind ik dat ook wel, maar ze doen het nog niet zo gek. Ze zijn een aardig symbool naar buiten toe. Ze hebben geen macht, wel invloed en de meerderheid van het volk wil heel democratisch de monarchie handhaven. Ik troost me met de gedachte, dat ook gekozen staatshoofden er soms een potje van maken en dat presidentsverkiezingen bepaald niet altijd tot vreugde stemmen. Wie heb je liever, Willem Alexander of Donald Trump? Het antwoord geen van beiden is te gemakkelijk.
Jaargang 10, Nr. 475.