Archive for mei, 2015

Eerste en tweede corrector

vrijdag, mei 29th, 2015

EEN CORRECTE HOUDING VAN EEN EXAMINATOR

Ik maak er geen gewoonte van eenentwintig jaar na mijn afscheid van school nog over onderwijs te schrijven. Een bericht in de Volkskrant daagt mij echter enorm uit. Er zijn mensen, die willen, dat niet de eigen leraar maar de nu tweede corrector als eerste examens nakijkt. De tweede correctoren maken er soms een potje van. Ze kijken een steekproef na of maar een paar vragen. Vervolgens zetten ze rustig hun handtekening voor akkoord. De gewoonte is ontstaan toen de vergoeding voor het optreden als tweede corrector verviel. Zelf vond ik, dat ik genoeg verdiende en bovendien geen les meer hoefde te geven in de eindexamenklas. Maar het getuigt niet van fatsoenlijk werkgeverschap zo maar bestaande vergoedingen in te trekken.

Ik ben er van overtuigd, dat de examenmakers hun uiterste best doen om goede vragen te stellen. Die zijn niet voor tweeërlei uitleg vatbaar. Ze zijn duidelijk voor de leerlingen. Eventuele figuren zijn goed leesbaar, correct en actueel. Er verandert veel in de wereld. Nieuw onderzoek zorgt voor veranderende opvattingen. Desondanks bleek bij de vergaderingen van aardrijkskundeleraren elke keer weer, dat er kritiek op de vragen was, die door de vergadering werd onderschreven. Problematischer waren de bijgevoegde antwoordmodellen. Noem drie kenmerken of drie oorzaken of drie gevolgen en de vergadering noemde er zo één, twee of drie bij. Na een landelijke vergadering werden de resultaten van de regionale vergaderingen samengevoegd tot een landelijke aanvulling op het antwoordmodel. Die aanvulling had geen rechtskracht, maar het antwoordmodel vermeldde als aanvullende regel, dat ook antwoorden, die naar het oordeel van de examinator goed waren ook goed gerekend konden worden. Door de aanvulling werd onenigheid tussen eerste en tweede corrector zo veel mogelijk voorkomen.

Een landelijke toetsing schijnt nodig te zijn om de kwaliteit van het onderwijs te bewaken. Dat blijkt vooral bij sommige scholen met een hoger gemiddelde voor het schoolonderzoek dan voor het centraal schriftelijk. Soms kan dat komen door het feit, dat bij het schoolonderzoek andere dingen getoetst worden als bij het centraal schriftelijk. Maar het kan ook het gevolg zijn van een te laag niveau van het schoolonderzoek. De stof voor het centraal schriftelijk is slechts een deel van de totale examenstof. Ik meende wel eens te merken, dat de rest van de examenstof niet in het schoolonderzoek getoetst werd. Door je helemaal te concentreren op de stof voor het c.s.e. kon je goede scores verwachten. Echt eerlijk was het niet. In de bovenbouw was bijvoorbeeld ontwikkelingsproblematiek en Europese integratie de aandacht waard. Ik vond meningsvorming erg belangrijk. Ik vond en vind, dat je als school tekort schiet als je je beperkt tot kennisoverdracht. Ik zou wel eens willen weten hoe mijn oud-leerlingen er nu na dertig, veertig of vijftig jaar over denken.

Mijn doel als examinator was de leerlingen een verdiend en verantwoord cijfer toe te kennen en dan zo hoog mogelijk. Dat betekent dus niet op alle slakken zout leggen. Goed overwegen of een antwoord goed gerekend zou kunnen worden ook al ontbrak het in het antwoordmodel en de aanvulling. Zo handelde ik ook als tweede corrector. Je moet ook die leerlingen van een collega docent beschermen tegen een te strenge examinator of een die zijn afkeer of voorkeur voor een leerling(e) al dan niet bewust laat meespelen.

Waarom zo’n soepele houding? Een centraal schriftelijk examen zou objectief zijn, maar is dat uiteraard niet. Er kunnen altijd oorzaken zijn van een slechter presteren dan gewoonlijk: Ziekte, vermoeidheid, zenuwachtigheid, faalangst, ongesteldheid, huiselijke problemen, ziekte of overlijden van een dierbare. Maar ik merkte een enkele keer, dat er collega’s zijn, die uitermate streng zijn. Ze wensen de landelijke aanvulling op het correctiemodel niet te erkennen. Ze eisen een zeer exacte beantwoording van de vragen in overeenstemming met het correctiemodel. Ze werken waarschijnlijk op een school met een zeer strenge selectie en hebben dus leerlingen, die bovengemiddeld scoren en gewend zijn aan die zeer strenge beoordeling. Die ene keer werd ik er echt een beetje ziek van. Vrijwel altijd lagen de cijfers voor schoolonderzoek en centraal schriftelijk dichtbij elkaar. Ik heb nooit cadeautjes uitgedeeld. Maar ik heb ook nooit leerlingen het slachtoffer laten worden van een over kritische beoordeling. Ik ben bang dat het juist dat soort letterzifters zijn, een zeer kleine minderheid, die voorstander zijn van de omkering van de correctievolgorde. Die asociale houding tegenover eindexamenkandidaten tref ik helaas ook aan bij de staatssecretaris voor onderwijs, Sander Dekker. Geef zo iemand nooit zijn zin.

Jaargang 8, Nr. 362.

De verjaardag

donderdag, mei 21st, 2015

GEEN KROONJAAR MAAR TOCH

Vandaag een jaar geleden was ik na een zware operatie net uit het ziekenhuis. Ik was nog geen cent waard. Ik kon eigenlijk alleen achter een rollator lopen of binnenshuis een paar passen. Trappen lopen ging helemaal niet. Vanaf toen is het herstel begonnen. Steeds meer zonder rollator. Kleine blokjes om buiten. Voorzichtig zover zien te komen, dat ik aan hartrevalidatie kon beginnen. In het begin hield ik de loopband geen vijf minuten vol. Maar ik ging zienderogen vooruit. Ik ging ook buiten zonder rollator lopen en maar even nog met een stok. Ik ging weer fietsen. Afgelopen winter is de conditie wel wat achteruit gegaan, maar ik ben die nu weer aan het opvoeren.

Deze week moest ik voor het ziekenhuis een enquête invullen. Wat je niet allemaal kunt mankeren. Maar bij mij valt dat mee. Ze vroegen niet naar mijn gevoel. Ik voel me vooral heel dankbaar. Het had ook mis kunnen gaan. In Lourdes heb ik die dankbaarheid stil kunnen uiten. En ik heb een extra grote kaars opgestoken om te bedanken. Dank, dat er goede chirurgen waren met een enorme inzet.

Nu kan ik eerstdaags met de hele familie mijn eenentachtigste verjaardag gaan vieren. Mijn tachtigste vorig jaar ging heel rustig aan en toch was het flink vermoeiend. Het is nu geen kroonjaar, maar ook 81 is een bijzonder getal: 81 = 92 = 34. Het wordt een familiefeest. De honderden bezoekers van dit weblog moeten het met dit blog doen.

Als bevolkingsgeograaf besef ik, dat ik langzamerhand boven het gemiddelde voor mannen begin te raken. Als ik vroeger weer keihard moest werken om de rapportcijfers op tijd te kunnen inleveren, vroeg ik me wel eens af of ik op die manier niet te snel zou verslijten. Slijtageverschijnselen waren er inderdaad, maar met de eerder vermelde operatie is daar iets aan gedaan. Nu maar hopen, dat ik mijn moeder mag achterna gaan, die de 89 haalde. Aan ooms en tantes, die pas ver boven de negentig stopten, wil ik voorlopig niet denken.

We worden allemaal steeds ouder en dat heeft nogal wat financiële gevolgen. Mensen moeten langer door werken om de pensioenen betaalbaar te houden. Maar al die oudere mensen zijn ook koopkrachtige consumenten en dus een stimulans voor de economie. Terwijl ik vroeger het huis zelf schilderde en zelf de tuin onderhield zet ik nu beroepsmensen aan het werk. Zie ons ouderen dus niet alleen als een kostenpost, maar ook als een bron van inkomsten. En dan zwijg ik nog over de goede doelen en over de toeristensector. Een beetje heb ik dat toch wel, dat Zwitserlevengevoel.

Jaargang 8, Nr. 361.

Bedevaart naar Lourdes

maandag, mei 18th, 2015

THEMA KOMT NIET UIT DE VERF

Ruim dertienhonderd rooms-katholieken uit het Aartsbisdom Utrecht waren van 2 tot 9 mei in Lourdes. Daarbij waren zo’n 260 jongeren, tieners en kinderen. Bij de bedevaart hoort traditioneel een toeristisch uitje naar de Pyreneeën, Gavarnie en Pont d’Espagne. Daar bij het restaurant op 1500 meter hoogte had ik een bijzondere ontmoeting. Een oudere mevrouw sprak met een jonge vrouw met een kind. Ik zei: “Mag ik u een onbescheiden vraag stellen? Zie ik hier drie generaties?” Ja dat klopte. Ze kwamen uit Apeldoorn waar ik geëvacueerd ben geweest. Na de bevrijding ging ik er nog een paar weken naar school. Dat is zeventig jaar geleden. De kinderen zitten nu op diezelfde school. Zo heb je tijdens zo’n bedevaart voortdurend ontmoetingen. Je hoort bij elkaar.

Ook deze bedevaart had nog een sterk traditioneel karakter. Veel vieringen, maar steeds met een eigen karakter. Zo was er een avond van barmhartigheid. Vroeger noemden we dat een boeteviering. Je mag boete doen voor je fouten en tekorten. De oproep tot barmhartigheid is eigenlijk mooier. Als anderen je iets aan doen, dan kun je heel lang boos blijven, maar je kunt de ander ook de hand reiken en het goed maken. Dan voelt die ander zich een stuk beter. Daarvoor hoef je overigens helemaal niet godsdienstig te zijn. Een andere viering was die van de handoplegging. Als je dat wilt legt een priester zijn handen op je hoofd en spreekt een stil gebed uit. Het is een zegening, waarbij hij Gods hulp voor je vraagt, dat het goed met je gaat. Zo wensen wij elkaar bij het afscheid nemen het beste toe. Bekend van Lourdes is ook de Lichtprocessie. Mensen dragen een brandende kaars met een kapje er omheen tegen de wind. Voorop de rolstoelen en daarachter honderden meters aan deelnemers die bidden en luisteren en zingen. Daarbij vooral het Bernadettelied met als refrein “Ave, ave, ave Maria”. Ave betekent gegroet. Daarbij steekt iedereen zijn kaars omhoog. Toch maakte de internationale Eucharistieviering weer de meeste indruk. Je wordt je bewust van het feit, dat de kerk over de gehele wereld verbreid is, dat al die mensen een eenheid vormen en hetzelfde levensideaal hebben. Dat het kleingeestige gedoe binnen de Nederlandse kerk en vooral ook in het geseculariseerde deel van de bevolking eigenlijk iets is, waar je je niet al te druk over moet maken.

Maar dan het thema. Paus Franciscus stuurde aan de gehele kerk vorig jaar een bemoedigingsbrief, een apostolische exhortatie, “De Vreugde van het Evangelie”. In die brief, een boek van 175 bladzijden riep hij alle gedoopten op ervan te getuigen, dat het verhaal van Jezus van Nazareth een blij verhaal is. Ik hoor de sceptische reacties al. Er is vaak een verhaal van hel en verdoemenis van gemaakt. Ik kan dat met de woorden van Franciscus best uitleggen, maar het lijkt vaak, dat mensen hun mobieltje uit hebben gezet of dat de mails in de Spambox verdwijnen. De boodschap komt niet over. Het negatieve beeld uit de media overheerst. Of er is onverschilligheid of er is te weinig lef, want je moet je tegenwoordig verantwoorden als je vertelt nog serieus kerk gebonden te zijn. Veel mensen schrikken als je hen vertelt, dat de paus van iedere gedoopte verwacht, dat hij voor zijn geloof uit komt.

De leiding van de bedevaart meende, dat het thema voldoende zou worden ingevuld door er tijdens de preken aandacht aan te schenken. Ik denk, dat je blij mag zijn als de luisteraars één enkele gedachte uit zo’n preek oppikken. Ik had verwacht, dat we er daarnaast in onderlinge gesprekken aandacht aan zouden besteden. Nu is er onderling heel veel gesproken en vaak waren zulke gesprekken de individuele deelnemers tot grote steun. Zo breng je de mensen ook vreugde.

Wat ik zou willen is meer handreiking. Is het het beste de vreugde van het Evangelie vooral metterdaad te verkondigen door net als Jezus van Nazareth de blinden te laten zien, de doven te laten horen, de lammen te laten lopen, de eenzamen uit hun eenzaamheid te verlossen en de armen te helpen? Hoe nuttig zijn informele gesprekken, waar je allerlei misverstanden rechtzet? Hoe ga je om met de bekentenis van mensen, die zeggen niet in god te geloven? Hoe overtuig je mensen, die vinden dat ze geen kerk nodig hebben om goed te leven? Helaas was voor zulke gesprekken geen tijd ingeruimd. Het had best een viering minder gekund. Een beetje vernieuwing kan de bedevaart best gebruiken.

Jaargang 8, Nr. 360.

Wisseling van de wacht bij GroenLinks

woensdag, mei 13th, 2015

 

VAARWEL BRAM, WELKOM JESSE

 

 De wisseling van de wacht in de GroenLinks Tweede Kamer fractie kwam erg plotseling, maar niet geheel onverwacht. Het was niet waarschijnlijk, dat Bram van Ojik voor nog een periode zou opteren en dus lag een tussentijds afscheid voor de hand. Er moet een kundig regisseur aan het werk zijn geweest. Zo werd het op de Tv en in de kranten het openingsnieuws met ongewoon veel aandacht. Dat doet mijn GroenLinkshart goed.

Bram van Ojik heeft zeer verdienstelijk werk geleverd. Hij heeft de rust in de fractie hersteld. Zo won hij het vertrouwen van de leden van GroenLinks en van de kiezers. Er kwamen weer goede resultaten bij de verkiezingen voor Europa, de gemeenteraden en de Provinciale Staten. Bij die laatste verkiezingen merkte ik, dat het percentage voor GroenLinks bij Tweede Kamerverkiezingen negen zetels had kunnen opleveren. Het wordt overigens hard werken om bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer een nog beter resultaat te realiseren. Hopelijk hebben die zogenaamde strategische stemmers hun lesje geleerd nu het beleid van de huidige regering zo veel mensen in moeilijkheden heeft gebracht. Dat daarbij D66 steeds meer een VVD-achtige partij wordt zal een deel van hun kiezers (weer) op GroenLinks kunnen laten stemmen.

Bram van Ojik straalde in zijn optreden rust uit, wijsheid,  inzicht en overtuigingskracht en hij ging gewetensvol te werk, waarbij hij het het opnam voor de zwaksten in onze samenleving en elders in Europa en in de Derde Wereld. Hij dwong respect af en werd gerespecteerd door zijn collega’s in de Kamer en door leden van het kabinet. Het is mooi, dat hij niet hecht aan zijn baan, maar oog heeft voor het belang van de boodschap, die GroenLinks verkondigt. Hij ziet in, dat het moment is gekomen om het werk aan jongere mensen over te laten. Die zijn intussen gegroeid in politiek inzicht en persoonlijke overtuigingskracht. Bram kan met een gerust hart vertrekken.

Jesse Klaver heb ik eigenlijk maar één keer meegemaakt. De laatste twwe jaar heb ik geen grote bijeenkomsten kunnen bijwonen, Die ene keer ging het, meen ik, over werkgelegenheid en ontwikkelingen op de arbeidsmarkt, Jesse zag niet zo veel problemen. Ik heb iets gezegd, dat solidariteit van de werkenden nodig is als tegenmacht tegenover werkgevers, tegenover het kapitaal. Die belangentegensteling is er nu eenmaal en zal er ook blijven. Dat zegt mijn opa ook altijd, was het antwoord van Jesse. Ik zou qua leeftijd ook zijn opa kunnen zijn, Tsja. Intussen heeft Jesse wel veel bij geleerd. Nu is hij de man in Nederland, die de enorme zelfverrijking van de top van het bedrijsleven aan de kaak stelt en het opneemt voor de groeiende groep mensen, die tot armoede is vervallen. Het begint steeds meer een structurele armoede te worden. De ontwikkelingen in de economie maken veel werk door automatisering overbodig. Er komt steeds minder werk voor laagopgeleiden. Een tweedeling dreigt, is waarschijnlijk al aanwezig. Kinderen groeien in armoede op. Dan is het veel moeilijker om een goede scholing te verkrijgen. Armoede wordt erfelijk, maar dan veel massaler dan tot nu toe. Dan is het ergerlijk dat grote ondernemingen een zo weinig belasting op hun winst betalen. Voor de komende jaren wordt een belangrijke opgave om tot een eerlijke inkomensverdeling en verdeling van werk te komen. Daarbij gaat het ook om die mensen, die door ziekte of andere beperkingen niet tot werken in staat zijn.  Voor al die mensen moet GroenLinks samen met de SP en misschien de CU opkomen. Op de PvdA en D66 hoeven we niet te rekenen en helemaal niet op het CDA en de VVD. Je hoort mensen zeggen: “Wat hebben we het toch goed in Nederland.” Het lot van die groeiende groep armen ontgaat hen volkomen.

Onze partij is behalve links ook groen. Teveel mensen sluiten het liefst hun ogen voor het milieuprobleem. Straks worden ze pas wakker als ze natte voeten krijgen. De zeespiegelstijging is al een realiteit. Een milieuvervuiling wordt hier en daar met succes bestreden, maar de luchtvervuiling is in Nederland verstikkend. In de Pyreneeën vergat ik een keer mijn pufjes, maar dat bleek geen probleem. Hier zit ik al de hele dag te hoesten. Daarom moet de energievoorzienig zo snel mogelijk zonder fossiele brandstoffen. Ook hier stuiten we op de macht van het grootkapitaal.

Veel van deze zaken kunnen alleen echt goed geregeld worden op Europees niveau, maar gezien het gebrek aan Europese beslissende democratie, moeten vooral in alle lidstaten de neuzen dezelfde richting uit gaan wijzen. Ik zie de macht van de Europese Raad voorlopig niet afnemen ten gunste van het Europees Parlement.

Dat zijn zo’n paar onderwerpen, waar GroenLinks voor staat. Iedereen is verantwoordelijk voor zijn eigen stemgedrag. Stem je voor partijen, die de rijksten in de wereld hun gang laten gaan of stem je voor de machtelozen? Ik hoop, dat Jesse Klaver veel mensen zal doen beseffen wat er op het spel staat. Ik wens hem veel succes.