Archive for december, 2014

Hebben kerkverlaters een verouderd kerkbeeld?

vrijdag, december 26th, 2014

KERSTOVERDENKING

We hebben Kerstmis gevierd. Niet in Amerikaanse stijl met Santa Claus en cadeautjes onder de kerstboom en liedjes over de arrenslee getrokken door rendieren. Wij vinden de Nederlandse cultuur te belangrijk. We willen Kerstmis vieren als een kerkelijk feest en als een familiefeest. Dus staat er een eenvoudige kerststal onder de kerstboom. Daarom gingen we op Kerstavond naar de Kerstviering. Zoals altijd werd iedereen welkom geheten en met nadruk die mensen, die alleen of bijna alleen met Kerstmis een viering bijwonen. Dat zette mij aan het denken. Waardoor wordt de binding met de kerk steeds zwakker? Deze column is dan ook een vervolg op die van vorige week. Het is met kerken als met alle voorzieningen: “Use it or loose it!”. Gebruik de voorziening of je verliest hem.

Ik vind de beschrijving van de eerste christengemeenten een van de boeiendste delen van de Bijbel. Wekelijks kwamen zij bijeen om het Brood te eten en de Wijn te drinken. Ze waren met elkaar verbonden en zorgden voor elkaar en niemand leed gebrek. De mensen om hen heen spraken erover en zeiden: “Ziet hoe zij elkaar liefhebben”. Hadden we dat maar tweeduizend jaar volgehouden. Die eerste christenen hadden het vaak niet gemakkelijk. Velen zijn als martelaar gestorven. Wat dat betreft is er niets veranderd. Opnieuw worden christenen gestenigd en onthoofd. Vanuit Syrië en delen van Irak vluchten ze naar Turkije, Koerdisch gebied en Europa. In onze kerk in Odijk was er op kerstavond een viering van Syrische christenen volgens de Chaldeeuwse ritus.

Terug naar de eerste eeuwen van onze jaartelling. De bekering van keizer Constantijn betekende een keerpunt. Christenen hoefden niet langer bang te zijn voor vervolging. Het christendom werd staatsgodsdienst. Daarmee nam de kerk ook de heerszucht van de staat over. Er ontstond een kerkelijke hiërarchie en veel bisschoppen werden ook wereldlijk heerser. Bisschoppen werden kerkvorsten. Met de hervorming was dat afgelopen, maar enkele van onze bisschoppen gedragen zich nog steeds als kerkvorsten, als middeleeuwse absolute heersers. De nauwe band tussen de eerste christenen, waar de leider de eerste was onder zijns gelijken vinden we niet meer terug. De bisschop krijgt geen weerwoord van zijn gemeente. Met de nieuwe paus begint het erop te lijken, dat dit soort potentaten zal worden terug gefloten.

Een andere historische ontwikkeling was het ontstaan van een priesterkaste. Er zijn ontzettend veel goede priesters, die echt voor de mensen zorgen en naar hun noden luisteren. Maar zoals zo vaak vallen de negatieve elementen meer op. Heerszuchtige pastoors, die hun parochianen als onderdanen beschouwen en absolute gehoorzaamheid eisen.  Dogmatici, die kerkelijke regeltjes als goddelijke openbaring beschouwen. Pastoors, die nauw verbonden zijn met de economische elite en de armen arm en dom houden. En dan ook nog een deel van de priesters, fraters en nonnen die er geen been in zagen en misschien nog steeds zien kinderen seksueel te misbruiken. Het is echt niet moeilijk redenen te vinden om niets meer met die kerk te maken te willen hebben.

Er is veel meer. Er is de twijfel aan veel van die geloofswaarheden. Veel ouderen hebben die waarheden als absoluut en letterlijk  waar voorgeschoteld gekregen. Conservatieve bisschoppen maken er een gewoonte van om elke keer weer te benadrukken, dat aan de geloofsleer niet getornd mag worden. Intussen is er een enorme ontwikkeling aan de gang. Als je weinig contact hebt met de kerk, ontgaat je veel en zit je nog steeds met het Godsbeeld van een alwetende gestrenge God, die jou straft voor je zonden met dood en verdoemenis in de hel. Het moderne Godsbeeld is dat van een barmhartige liefdevolle God in mij, in jou, te midden van ons. Die God is niet almachtig in die oude betekenis van een soort tovenaar. Hij huilt met ons om het verdriet van mensen en het leed dat mensen elkaar aan doen. Dat is de Boodschap van de man Jezus, waarvan wij deze dagen de geboorte herdenken. We noemen dat de blijde Boodschap.

Terechte boosheid, twijfel en onverschilligheid zorgen voor het verbreken van de band met de kerk. Hoe begrijpelijk zo’n reactie ook is, ze komt niet overeen met het beeld van die eerste christengemeente. Als je je werkelijk verantwoordelijk voelt voor elkaar, als je het waardevolle van die blijde boodschap ziet en je echt geïnspireerd voelt door de man van Nazareth dan blijf je bij elkaar om de armen bij te staan, de eenzamen te verlossen uit hun eenzaamheid, de zieken te genezen en de bedroefden te troosten. Wij zijn geen kerklid om van de kerk te profiteren. De kerk heeft ons nodig. We hebben elkaar nodig. Het is een minder populaire boodschap in een tijd van individualisering. Als je echt iets tot stand wilt brengen, dan kun je dat meestal niet alleen. Dat doe je met andere mensen samen. Ik zie het vrijwel dagelijks gebeuren, dat door mensen samen goede dingen gebeuren. Ruim tweeduizend jaar geleden is dat begonnen. We kunnen het hele jaar Kerstmis vieren. Als we willen.

Jaargang 7, Nr. 341.

De visie van Kardinaal Eijk op de toekomst

zaterdag, december 20th, 2014

WEINIG INSPIREREND STUK

Kardinaal Wim Eijk heeft zijn visie op de nabije toekomst van de Kerk in Nederland over ons uitgestort en we zijn er niet blij mee. Hij voorziet een sterk krimpende kudde en het sluiten van vele kerken. Hij ziet de “Oplossing” in het vormen van regionale parochies met maar één kerk en één priester, geholpen door onbezoldigde diakens en actieve leken. Zij allen samen moeten dan een netwerk vormen in hun regio in de wijken of dorpen de vereenzaamde katholieken bezoeken en hen eventueel mee laten liften naar die ene centrale kerk om daar de Eucharistie te vieren. Dan denkt hij dat het nog zal werken ook.

De narigheid van de in aantal leden krimpende geloofsgemeenschappen vertoont overeenkomsten met de al langer bekende kleine kernenproblematiek. Net als in die kleine kernen zie je in de geloofsgemeenschappen het verzet tegen kerksluiting opbloeien. Ook in veel kleine kernen neemt men geen genoegen  met het verlies van voorzieningen en de krimp van het inwonertal. Als de supermarkt dreigt te sluiten komt er een door vrijwilligers gerunde dorpswinkel. Als er voor het dorpscafé geen nieuwe exploitant te vinden is en de laatste ontmoetingsplek dreigt te verdwijnen komt er een Cultuurhuis of Dorpshuis, dat geheel op vrijwilligers draait, zoals steeds meer buurthuizen in de grote steden. Zonder Dorpshuis of Buurthuis zijn dorpsfeesten of een biljartclub, een klaverjastoernooi of toneelclub of tieneravond onmogelijk. Een levend dorp vraagt een ontmoetingsplek. Tot voor tien, twintig jaar draaiden de buurthuizen op beroepskrachten. Toen ze dreigden te worden weg bezuinigd nam de buurt het over. Het is verbazingwekkend hoeveel kracht en initiatief er in zo’n buurt zit. Het zijn heel gewone mensen waar zo’n buurthuis op draait. Zij voelen zich verantwoordelijk. Ze maken hun verantwoordelijkheid waar. Zo blijft er leven in de buurt of het dorp.

Kardinaal Eijk denkt, dat er zonder Eucharistie geen leven is. Het beperkt aantal priesters bepaalt dan het aantal kerken, dat open blijft. Ik moest denken aan een verhaal, dat mijn broer, missionaris in Congo vertelde. Vanuit zijn missiestatie bezocht hij een dorp waar meer dan twee jaar geen priester meer op bezoek was geweest. Toch was de gemeenschap in leven gebleven onder leiding van een catechist, een enigszins geschoolde leek. Mijn broer moest wel wat achterstallig onderhoud plegen: huwelijken inzegenen, eerste H. Communie toedienen, kindjes dopen en ga maar door. Maar een gemeenschap kan blijven leven zonder voortdurende aanwezigheid van een priester. Dat staat ver weg van het denken van Kardinaal Eijk.

Mijn eigen geloofsgemeenschap in Odijk is een mooi voorbeeld. De mensen voelen zich verantwoordelijk voor hun gemeenschap en houden alles draaiende. Dat hangt ook samen met de geschiedenis van de dit jaar vijftig jaar bestaande kerk. In 1939 kreeg Bunnik een nieuwe kerk. Odijk was klein, had geen eigen kerk en hoorde bij Bunnik. De nieuwe kerk lag een kilometer verder van Odijk. Nog verder lopen op je klompen. Na de oorlog kwam er in 1946 een comité tot oprichting van een eigen kerk in Odijk. De dwaasheid van mensen, die geloven in een idee. Het bisdom was tegen. De pastoor was (vanwege het geld) tegen. Maar men ging door. De suburbanisatie vanaf 1959 bracht redding. In 1964 had Odijk een eigen kerk. Symbool van gemeenschapszin. Voor Odijk is de kern van het samen kerk zijn de gemeenschap, het er zijn voor elkaar en voor elkaar opkomen. Doen zoals Jezus van Nazareth heeft gedaan. De Eucharistie is dan ook het teken van die gemeenschap met elkaar en met Jezus, die te midden van ons is.

Als Kardinaal Eijk echt gelovig vertrouwen heeft in mensen, in hun verantwoordelijkheidsgevoel in hun kracht en in de genade van de Heer, dan kan hij van deze beschouwingen veel leren. De bisschop van Poitiers, Mgr. Albert Rouet (zie Column van de week 9 augustus 2013) heeft dat vertrouwen wel. Hij begreep, dat het sluiten van dorpskerken betekende, dat het dorp van zijn ziel beroofd werd. Hij wil geen kerken sluiten en maakte een klein gekozen bestuur verantwoordelijk voor die plaatselijke geloofsgemeenschap. De pastoor bleef op afstand. Het blijkt een succes. Uiteraard weet Kardinaal Eijk heel goed hoe succesvol het beleid van zijn collega bisschop is. De vraag is of kardinaal Eijk kan ontsnappen uit zijn dogmatisch denken en zijn geloof in mensen en in Gods genade kan hervinden.

Jaargang 7, Nr 340.

Het GroenLinks ledenreferendum over militaire missies

zaterdag, december 13th, 2014

HET IS WACHTEN OP DE UITSLAG

De periode, dat we mochten stemmen over de criteria om de wenselijkheid van een militaire missie te beoordelen is voorbij. We hebben keurig gestemd. Mijn vrouw kon ook stemmen, want ze ontving op ons gezamenlijk E-mailadres een eigen uitnodiging. Dat is vaak anders geweest.

Ik had er wat moeite mee. Naar mijn mening ontbraken criteria, maar je kunt van mening zijn, dat ze er impliciet wel bij stonden. Ik vind het belangrijk, dat goed onderzocht wordt of de missie enige kans van slagen heeft. Bij een dergelijk onderzoek moeten cultureel antropologen, geografen, economen, politicologen, juristen, religiewetenschappers samenwerken. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was Japan onderwerp van een dergelijk studie. Het resulteerde in een boek, The Chrysantenum and the Sword. In de Japanse cultuur gaan liefelijkheid en geweld samen. Een van de problemen was hoe te voorkomen, dat de Japanners zich eindeloos lang zouden doorvechten. Na de capitulatie gebood de keizer het leger te stoppen met militaire acties. Ik heb sterk de indruk, dat dergelijke studies in Amerika voorafgaand aan het ingrijpen in het Midden Oosten helaas niet zijn verricht. Anders hadden ze waarschijnlijk er van afgezien hun hand in dit wespennest te steken. Obama is daarom veel voorzichtiger.

Bij dat onderzoek hoort ook de beantwoording van de vraag of ingrijpen niet leidt tot verergering van het conflict. Dat zien we maar al te vaak gebeuren.

Ik ben zelf niet principieel tegen elke vorm van geweld, maar in onze partij ontbreken principiële tegenstanders van elke vorm van geweld niet. Hoe moesten zij stemmen? Ze konden alleen maar neen stemmen. De criteria zijn onvoldoende. Met zo’n principiële houding blijf je waarschijnlijk protesteren als het onderwerp aan de orde komt. Het helpt niet, dat de meerderheid vóór is. De Tweede Kamer fractie kan zich blijven ergeren.

Er kan nog een andere reden zijn voor dit referendum. Bij de huidige fractiegrootte hoor je het niet, maar er was een tijd, dat GroenLinks droomde van regeringsdeelname. Dan zijn de mogelijke heftige discussies een hinderpaal. Je ziet het nu en eerder bij de PvdA. Coalitiegenoten verwachten duidelijkheid.

Voor mij is er een veel belangrijker hinderpaal voor regeringsdeelname. Af en toe komt het onderwerp plichtmatig aan de orde. De Tweede Kamer wenst, dat de kernwapens uit Nederland verdwijnen. Dan ontstaan er heel rare discussies, want officieel weten we niet of er kernwapens in Nederland zijn, bijvoorbeeld op de vliegbasis Volkel in Noord-Brabant. Het echt wezenlijke punt komt nooit aan de orde. De Nederlandse regering heeft als beleid, dat Nederland zo nodig als eerste kernwapens zal gebruiken. Het standpunt is nooit herroepen. Het Internationaal Gerechtshof in Den Haag heeft uitgesproken, dat het dreigen met kernwapens in strijd is met het humanitair oorlogsrecht.  Als GroenLinks regerings-verantwoordelijkheid wil dragen moet het   instemmen met de bereidheid als eerste kernwapens te gebruiken. Die bereidheid moet er bij de PvdA nu al zijn. Geen hond, die er weet van heeft. In Den Haag zijn potentiële oorlogsmisdadigers aan de macht. Wanneer gaat onze fractie een uitspraak van de kamer vragen?

Jaargang 7, Nr. 339.

Twee tentoonstellingen in de Amsterdamse Hermitage

zaterdag, december 6th, 2014

OPMERKELIJKE TEGENSTELLING

In de Hermitage in Amsterdam zijn twee tentoonstellingen te zien. De een laat schitterende serviezen zien, die gebruikt werden aan het hof van de Russische tsaren, aangevuld met schilderijen, filmbeelden en andere informatie over het toch wel erg decadente hofleven. De andere tentoonstelling geeft een beeld van het leven van welvarende Amsterdammers in de Gouden Eeuw. Vooral de portretten zien er wat zwarte-kousen-kerkachtig uit. Maar de enorme schuttersstukken zijn echt indrukwekkend. Zij tonen de welvarende gildemeesters en kooplieden in wat fleuriger kledij.

De porseleinen serviezen ogen overdadig. Ze waren bedoeld om indruk te maken, vooral op buitenlandse gasten. De maaltijden waren overvloedig. De koks deden hun uiterste best om steeds weer bijzondere gerechten op tafel te zetten. Wat over bleef werd door de bedienden mee naar huis genomen. Deze prachtvolle serviezen werden voor bijzondere gelegenheden vervaardigd zoals een huwelijk of een troonsbestijging. Vorsten gaven soms een servies cadeau aan de tsaar, zoals de laatste Duitse keizer om te zorgen voor een goede relatie met Rusland. De rest van de tentoonstelling biedt een beeld van het hofleven. Het lijkt of het leven van de tsarenfamilie, het hof en de adel louter uit diners en bals bestaat. De dames dragen daarbij kostbare japonnen, waaraan maanden gewerkt werd. De heren gingen vaak in een militair gala-uniform gekleed. Als je dan ook nog de prachtige paleizen met schitterende tuinen ziet realiseer je je, dat er ook een wedijver bestond tussen de Europese vorstenhuizen. Waar kwam al die rijkdom vandaan? Het Russische volk werd door de adel en de vorsten uitgebuit. Lijfeigenschap werd pas in de achttiende eeuw afgeschaft. Dat de Rode Revolutie uiteindelijk een succes werd, hoeft niemand te verbazen. Verandert er dan iets? Er is ook nog een luxueus servies van Stalin te zien. In het huidige Rusland zijn eveneens grote verschillen in rijkdom. Een revolutie zit er nog niet in.

De tentoonstelling “Hollanders van de Gouden Eeuw” legt sterk de nadruk op de grote betekenis van de stedelijke burgerij. De uitgebreide handel bracht veel welvaart voor de kooplieden en zij gaven hun verdiende geld weer door aan ambachtslieden en kunstenaars. Maar er waren ook armen, die voor weinig geld het minste werk deden of die te oud of te zwak waren om nog te werken. De tentoonstelling laat zien, dat er zorg was voor armen en voor hulpbehoevende ouderen. Het gebouw van de Hermitage was vroeger een tehuis voor oude vrouwen en later ook mannen. Rijke koopmansvrouwen vormden het bestuur en ze waren rijk genoeg om zich als bestuur te laten portretteren. Elke Amsterdamse wijk had een schutterij. Patrouilles zorgden voor de veiligheid binnen de stad, maar de schutters speelden bij oorlogen eveneens een rol. Die schutters kochten hun eigen wapen en je ziet op latere schilderijen steeds meer vuurwapens in plaats van hellebaarden en dergelijke steekwapens. Het beroemdste Nederlandse schilderij is een afbeelding van de schutterij, die uitrukt, bekend als de Nachtwacht van Rembrandt van Rijn. In de Hermitage zie je een gedigitaliseerde afbeelding van de Nachtwacht, waar steeds details oplichten en je het vaandel van de vaandrig ziet bewegen. De invloed van de Nachtwacht is ook zichtbaar in andere schuttersstukken, die veel dynamischer zijn dan de oudere schilderijen. Ook de meesters van diverse gilden lieten zich portretteren. Deze schilderijen zijn van enorme afmetingen, maar het gebouw beschikt over een grote zaal, waar vroeger de bewoners de maaltijden gebruikten en ook kerkdiensten bijwoonden. Een etage hoger wordt een beeld gegeven van het stadsleven in de Gouden Eeuw, van de zelfbewuste burgerij, die ook op wereldniveau meetelde. Hier bestond een totaal andere, democratische maatschappijstructuur dan in het feodale Rusland of Duitsland of Frankrijk. In Amsterdam zijn ze daar nog steeds trots op en dat merk je in de toelichtingen. Als je de Amsterdammers van vandaag wilt begrijpen werkt een bezoek aan “Hollanders van de Gouden Eeuw” zeer verhelderend.

Jaargang 7, Nr. 338.