Archive for november, 2010

Wandelend genieten in Twente

vrijdag, november 26th, 2010

DE ERFENIS VAN DE TEXTIELBARONNEN

Als ik door een landschap wandel of fiets of per auto, bus of trein rijd, dan ben ik bijna altijd bezig het landschap te bekijken en te analyseren. Dat is wel eens vermoeiend voor de anderen in mijn gezelschap, maar mijn vrouw is er al zo lang aan gewend, dat het een vanzelfsprekendheid is geworden. Als je zo naar het landschap kijkt, zie je meer en weet je ook wat je ziet. Zo wordt aan wandelen een extra dimensie toegevoegd.

Dit keer waren we bijna drie dagen in Twente en verbleven in een niet te groot hotel met een prima keuken bij het dorp De Lutte. Het ligt aan de voet van de stuwwal van Oldenzaal, een Noord-Zuid verlopende heuvelrug, waarin keileem en riviergrind en zand door het ijs in het Saalien gestuwd zijn. Het Saalien is de een na laatste ijstijd. Het hoogste punt is de Tankenberg, zo’n 85 M boven NAP. Door de slecht doorlaatbare keileemlagen in de ondergrond vind je op de hellingen van de stuwwal tal van bronnen. Dus zie je en hoor je ook veel beekjes in kleine dalletjes. De bredere dalen zijn vooral sneeuwsmeltwaterdalen.
Oostelijk van de stuwwal ligt het dal van de Dinkel. Het is diep uitgeschuurd door de ijstong, die de stuwwal omhoog stuwde en daarna opgevuld, vooral met dekzand. Het geeft een licht golvend reliëf.
Plaatselijk is door ontbossing en te veel afplaggen van de heide het zand gaan stuiven en zo ontstond het Lutterzand. Op zich niet zo bijzonder, ware het niet, dat de Dinkel er langs stroomt en al meanderend de stuifduinen heeft ondergraven, zodat er steile oevers ontstonden, waar je de bodemvorming, heidepodsol, en geologische afzettingen fraai kunt zien.

Dat oude dekzandlandschap is al heel lang in gebruik bij de landbouw. Door het Saksische erfrecht erfde alleen de oudste zoon en de oude boerderijen zijn  dan ook van grote omvang. Vakwerkbouw zie je niet veel meer, maar wel de typische gevels met verticale planken en een kruis op de nok van het dak. Rondom die boerderijen had je akkers met struikenwallen. Zo ontstond een coulisselandschap. Soms kom je opeens in een saai vlak landschap met kaarsrechte verkaveling. We zijn in een heideontginningslandschap beland.

Op die boerderijen werd vroeger veel aan huisnijverheid gedaan: spinnen en weven. Uit die huisnijverheid is de Twentse textielindustrie ontstaan, waarvan nog een klein aantal gespecialiseerde bedrijven resteren. De eigenaren van die fabrieken hebben fraaie landgoederen gesticht. Die maken het landschap nog aantrekkelijker voor de wandelaar of de fietser. Sommige van die landgoederen zijn nu in het bezit van Natuurmonumenten.

De oude welvaartsbronnen geven nog maar weinig mensen werk. Heel wat boerderijen zijn ‘woonboerderijen’ geworden of er zijn in het agrarische landschap fraaie landhuizen verrezen. Er wordt nog steeds gebouwd in het buitengebied. Twente heeft nu een andere economische structuur. Al wandelend viel ons op, dat het gebied een toeristische inrichting heeft gekregen: veel wandel- en fietsroutes, een fietsnetwerk met knooppunten, fietspaden, borden met uitleg over wat er te zien is, rustbanken en picknicktafels en een goed functionerende VVV. De vroegere internationale verbinding, de Bentheimerstraat van Oldenzaal naar Duitsland is een aaneenschakeling van hotels en restaurants, die zich nu meer richten op toerisme en congressen. Ook steunend op de Technische Universiteit Twente is er moderne industrie ontstaan. Al die nieuwe werkgelegenheid heeft het vertrek uit het gebied sterk verminderd. Twente ontbreekt in het lijstje van krimpgebieden.

Na drie dagen wandelen kwamen we met een voldaan gevoel weer thuis. Wat een geluk: een paar dagen vrijwel droog en geen afspraken. Pensionado’s met een Zwitser leven gevoel; ze bestaan echt!

Jaargang 3, Nr. 139.

Nieuw programma en nieuwe kandidatenlijst in de provincie Utrecht

zondag, november 21st, 2010

OPVALLENDE KWALITEIT

Zaterdag, 20 november was ik op een redelijk goed bezochte ledenvergadering van GroenLinks in de provincie Utrecht. Er lag een heel behoorlijk ontwerp programma voor, maar GroenLinks is een partij met veel eigenzinnige en goed opgeleide leden van allerlei snit. Dus waren er naast veel redactionele opmerkingen ook veel amendementen. Die werden er in snel tempo doorheen gejaagd. De kandidatenlijst  moest immers ook nog worden vastgesteld en dat ging ouderwets met stembriefjes, die opgehaald en geteld moesten worden. Er veranderde weinig in de volgorde, maar dat kon je tevoren niet weten. Ook bij de kandidaten viel het op, dat GroenLinks aantrekkelijk is voor goed opgeleide mensen, die dan ook nog bereid zijn Statenlid te worden. Gaan we de vijf zetels halen? Voor Jasper Fastl op plaats 5 is dat te hopen en natuurlijk ook voor de provinciale politiek. Gaat de PVV in onze provincie nog scoren? Het is van belang voor de samenstelling van de Eerste Kamer.

Toch begon de ledenvergadering met een enorm brok ergernis. De lijst van amendementen was niet naar de secretaris van de afdeling gestuurd maar naar een ander bestuurslid. Zo kwam de lijst niet bij mij en pas toen ik de amendementen de dag ervoor had gedownload en een pak papier had uitgeprint, merkte ik, dat onze amendementen niet waren ingediend. Het verkeerde document was als bijlage naar het info-mailadres gestuurd en dan komt de mail niet in de map ‘verzonden items’. Het goede document werd gemaild en met een zestal prints toog ik naar de vergadering. Daar kreeg ik een welwillend oor van de voorzitter van de programmacommissie en de dagvoorzitter. Er werden meer kopieën gemaakt en ik schreef een ordevoorstel.

Dat ordevoorstel werd door de vergadering verworpen. Ik was woest. Wat een mentaliteit. Ordnung muss sein! Het lijken de Nederlandse bisschoppen wel met hun vasthouden aan Romeinse curieregels. Het is typisch voor deze tijd, waar regels belangrijker zijn dan mensen, die hard aan de amendementen hebben gewerkt. Moet je maar niet zo dom zijn. Ik kreeg prompt heimwee naar de beginjaren van GroenLinks waar het heel wat informeler en gezelliger toeging. Een tijd waar mensen nog begrip hadden voor een klein foutje met grote en nare gevolgen. Ik had zin om weg te lopen, maar ik bleef. Ik wilde solidair zijn. Ik wel. In de loop van de dag waren er gelukkig wel een aantal mensen, die lieten blijken, dat ze het vervelend voor ons vonden. Zulke mensen zijn er ook nog.

Het ging allemaal om negen tekstverbeteringen en niet controversiële aanvullende ideetjes. Misschien vinden ze toch nog een plekje in het programma. Zo staat er nog steeds een passage over “omhoogboeren”. Een veenpolder wordt met slibrijk water overstroomd. Het slib bezinkt en het maaiveld stijgt. Je mag blij zijn als dat 1 millimeter per keer is. Dus over duizend jaar is het oppervlak een meter gestegen. Dat compenseert geeneens  de normale bodemdaling. Dwaasheid dus. In werkelijkheid wordt bij ‘omhoogboeren’ veenbagger uit de sloten op het land gespreid. De sloten worden breder en dieper, maar de oxidatie van het veen gaat door en daarmee de bodemdaling. Ongeschikt voor dit gebied met weideveeteelt. Inklinking en oxidatie kun je afremmen door een zo hoog mogelijke grondwaterstand, maar niet verhinderen. Dan moet je het gebied opnieuw veranderen in een veenmoeras, teruggeven aan de natuur. Straks moeten we dat wereldberoemde Hollands-Utrechtse weidelandschap als cultureel erfgoed nog beschermen tegen de “natuurontwikkelaars”. Ik vind dat altijd zo’n fraaie contradictio in terminis.

Andere ideetjes: gastlessen op scholen doorstatenleden, een bredere visie op sport met aandacht voor waardenoverdracht, duurzaam beleggen van provinciale reserves (staat er al in), de grens aan de opnamecapaciteit van steden wat betreft alsmaar meer auto’s en een voorkeur voor aangetoond noodzakelijke nieuwe wegen parallel aan bestaande infrastructuur en niet door het open landschap. Was dat nou zo moeilijk?

Intussen weet onze secretaris wat ze moet doen met mailtjes naar een info-adres via de website. Ze stuurt het mailtje ook naar zich zelf.

Jaargang 3, Nr. 138.

Anders denken over drugs?

zaterdag, november 13th, 2010

WEEK VAN VERSLAVING

Af en toe vraag ik mij wel eens af of ik verslaafd ben aan politiek of aan het lezen van de krant of het oplossen van sudoku’s of het schrijven van columns. Ik kan het moeilijk laten, maar toch tijdens vakanties heb ik geen onthoudingsverschijnselen. Die zijn toch hét kenmerk van verslaving? Maar alle gekheid op een stokje; de laatste tijd lees ik af en toe berichten, die mij verontrusten. Ik vraag mij af of GroenLinks (maar ook andere organisaties en individuele personen) het standpunt over drugs en andere vormen van verslaving eens tegen het licht moet houden.

Het Nederlandse drugsbeleid stoelt al jaren op twee pijlers. Individuele drugsgebruikers worden niet gecriminaliseerd. Drugsgebruik wordt niet gezien als een misdrijf, maar eerder als een medisch of sociaal of psychisch probleem. Er wordt onderscheid gemaakt tussen softdrugs en harddrugs en men probeert die twee sferen strikt te scheiden. Het lijkt erop, dat dit beleid succesvol is. Nederland telt zo’n 25.000 aan opiaten (opium, morfine, heroïne) verslaafden en deze groep is sterk vergrijsd. Er komen wel andere drugs in de mode, maar toch blijft het aantal jongeren, dat ze regelmatig gebruikt ver onder de vijf procent. Plaatselijk echter kan er wel een echt problematisch situatie optreden, zoals van Volendamse jongeren bekend is geworden. Marihuana en hasj worden niet verslavend genoemd, want er treden geen onthoudingsverschijnselen op, maar men wordt wel geestelijk afhankelijk. Omdat ze meestal samen met tabak gerookt worden, wordt men door de nicotine in de tabak toch verslaafd. Nu velen al lange tijd softdrugs gebruiken, worden de lange termijn effecten zichtbaar en die blijken toch verontrustend. Er is alle reden om wat terughoudender te zijn bij het goedkeuren van softdrugsgebruik.

In Nederland is alcohol een veel ernstiger probleem. Nederland telt zo’n 350.000 zware drinkers. Ze zijn geheel alcohol afhankelijk en lijden aan ernstige kwalen zoals hallucinaties en de ziekte van Korsakov, een vorm van dementie, naast ziekten van hart en bloedvaten.. Alcohol is legaal. Alcohol verbieden lijkt onverstandig, want het leidt tot criminaliteit. Wel moeten we ons afvragen of het indrinken in bierketen niet aan strakkere regels gebonden moet worden. Veel van die jonge mensen stoppen met het vele drinken als ze serieus verkering krijgen, gaan samenwonen of kinderen krijgen. Maar een deel voegt zich bij het leger van probleemdrinkers. Van de 17 en 18 jarigen had 88,7% van de jongens en 76,1% van de meisjes bij ondervraging de laatste maand gedronken.

Behalve alcohol is ook tabak nog steeds een af te raden gewoonte onder jongeren. Rond de 30% van de 17 en 18 jarigen rookt en er is weinig verschil tussen jongens en meisjes. De negatieve gevolgen openbaren zich pas op lange termijn. Er wordt voldoende voorlichting gegeven, maar typisch voor verslaafden wordt men immuun voor de waarschuwingen. Het steeds duurder maken remt wel, maar het aantal rokers daalt maar langzaam. Erfelijke factoren schijnen een rol te spelen en uit ervaring weet ik, dat hoe hoger het onderwijsniveau, hoe minder er gerookt wordt.

Er zijn nog veel meer vormen van verslaving: gokken, internet en daarbij (kinder-)porno, eetstoornissen. Het geeft een leger aan hulpverleners werk. Veel beter zou zijn om preventief te werken. Je kunt er maar beter niet aan beginnen, want beginnen is gemakkelijk, maar er afkomen niet. Een groot aantal stichtingen is met preventieprojecten op scholen bezig. Ze geven veel informatie, maar door het inschakelen van ervaringsdeskundigen horen de leerlingen ook over de ellende, die drugs in een mensenleven teweeg kunnen brengen. Zo volg ik al jaren de activiteiten van de Stichting Voorkom in Houten, die inmiddels 25 jaar bestaat. Voor hun werk kunnen ze best wat steun gebruiken, want de vraag naar hun voorlichtingsprojecten is enorm toegenomen.

Ik ga nu maar niet uitweiden over de greep van de zware criminaliteit op de kleinschalige weetteelt noch op de rol van drugs in de conflicten in Colombia, Mexico of Afghanistan. Maar misschien dat juist vanwege het verband met criminaliteit de verslavingszorg aan de bezuinigingswoede zal ontkomen. Voor de slachtoffers van drugs is het te hopen.

Jaargang 3, Nr. 137.

Het proces tegen Geert W.

zondag, november 7th, 2010

GERECHTIGHEID NASTREVEN

Je zult het maar dagelijks meemaken. Je loopt op straat en mensen sissen je toe of spuwen voor je op straat of snauwen je toe: “Ga terug naar je land!” Als je naar discotheek wilt, word je aan de deur geweigerd. Je solliciteert je blauw, maar elke keer word je afgewezen en meestal hoor je niets. In de krant lees je, dat jouw godsdienst een gevaarlijke politieke doctrine is en dagelijks waarschuwen sommige politici voor het wereldwijde complot, dat jij en al die andere Islamieten de gehele wereld willen onderwerpen en dat jullie overal die wrede Sharia willen invoeren.

Je hebt keurig jouw Vwo-diploma gehaald en daarna een universitaire studie met succes afgerond. Je kleedt je volgens Westerse maatstaven, eet thuis gewoon aardappelen met jus en bloemkool en een bal gehakt. Je leest Nederlandse literatuur en bezoekt concerten. Alleen jouw naam is Marokkaans en je gaat vrijwel elke vrijdag naar de moskee. Je houdt je in alle opzichten aan de Nederlandse wet Je stemt al jaren GroenLinks en laatst ontdekte je, dat je weliswaar een Nederlands paspoort hebt, maar dat je vader nog steeds jouw Marokkaanse paspoort in een koektrommel bewaart. Je vraagt je af, wat je daar nog mee moet. Je vraagt je af, wanneer ze jou nu eindelijk eens als elke jonge Nederlander gaan behandelen.

Vol interesse volg je het proces tegen Geert W. en je ziet en hoort hoe de ingeschakelde advocaten zich slecht hebben voorbereid en niet tevoren al wisten welke regels er zouden gelden. Eigenlijk ben je blij met de geslaagde wraking van de rechters. Nu is er flink wat tijd voor de advocaten van de klagende partij om met een betere inbreng te komen. De haat, die gezaaid is, voelen jij en je familie en je vrienden bijna dagelijks. Als je op het internet gaat surfen of sommige kranten leest, dan lijdt het geen twijfel dat er haat gezaaid is. Maar door wie? 

Soms voel je bij je zelf een innerlijke spanning, een gevoel om in opstand te moeten komen. Maar dan denk je weer aan al die keren, dat je gehoord of gelezen hebt, dat Nederland een rechtsstaat is en dat het recht elke keer weer zal zegevieren. En je bent trots op die jonge Marokkaanse, die zo schitterend verwoordde, wat jij ook voelde en je denkt aan Mohammed Rabbae, die zo goed uitlegde, wat jij en je familie en je vrienden en al die anderen van Marokkaanse afkomst zo vaak ervaren. Je bent verbijsterd als je hoort, dat Tofik Dibi en Femke Halsema er moeit mee hebben, dat Mohammed voor jullie opkomt en daarbij laat merken, dat hij lid is van GroenLinks. Nu doen we wat er in een rechtsstaat van ons verlangd wordt, we grijpen niet naar geweld en nu is het nog niet goed.

Als ik al schrijvende mij probeer in te leven in de situatie van een goed geïntegreerde Marokkaanse Nederlander, dan vraag ik mij af of niet iedere GroenLinkser op zijn of haar manier die strijd voor het recht moet steunen, ieder op zijn of haar plaats. Niet alleen elke GroenLinkser overigens, maar elke Nederlander, die zich nog bewust is van aloude Nederlandse waarden van verdraagzaamheid en gastvrijheid en tolerantie en rechtvaardigheidszin en inlevingsvermogen en medemenselijkheid. De nieuwe rechters moeten zich bewust zijn, dat zij met hun uitspraak niet alleen moeten bepalen of Geert W. al dan niet met opzet haat gezaaid heeft, maar dat ze ook die aloude Nederlandse waarden moeten verdedigen tegen de moderne botheid en grofheid en liefdeloosheid en wantrouwen en angst en haat. Vrijspraak van Geert W. zal door zijn aanhangers beschouwd worden als een vrijbrief om nog erger te keer te gaan. De rechters moeten niet het risico lopen, dat bevolkingsgroepen nog erger tegen elkaar worden opgezet. Iedereen wil in Nederland in vrede kunnen leven.

Jaargang 3. Nr. 136.