SCOUTING IN NEDERLAND HONDERD JAAR JONG
Ik was een dagje op de JubJam100, de jubileum jamboree van Scouting Nederland in de Maasuiterwaarden bij Roermond. Daar kampeerden ruim tienduizend jongens en meisjes met hun leiding en de vele hulpkrachten. Ik was benieuwd hoe Scouting veranderd was sinds ik in 1946 als twaalfjarige verkenner werd en in 1982 afscheid nam. De verschillen zijn groot, maar gelukkig de overeenkomsten ook. Toen, in 1946 was Nederland een arm land. Sommige dingen waren nog op de bon. Textiel was schaars. De uniformen waren bijeen verzameld en een verkennershoed was een zeldzaamheid. We hadden weliswaar witte patrouilletenten, maar daarmee moest je erg voorzichtig zijn bij regen. We sliepen op strozakken in dekenzakken met dekenspelden vastgemaakt. Donzen slaapzakken en luchtbedden waren een onbekende luxe. We kookten op houtvuur en dat betekende elke keer weer pannen schuren. Een DVD bij het herdenkingsboek geeft er een mooi beeld van. De tenten van nu zien er heel wat degelijker uit en er zijn gewone tafels en banken en stoelen en er wordt gekookt op gas. Houtvuur mag niet meer en zeker niet op de grond.. Hier zou het helemaal te gevaarlijk zijn met alle tenten zo dicht opeen. Koken op houtvuur is voor een keertje leuk ,net als steen grillen of een barbecue.
Het echte verschil zat veel meer in de enorme variëteit aan activiteiten: Zendamateurs, internetcafé, communicatie, toneelimprovisatie, grimeren, streetdance, schilderen en boetseren, scoutingspullen verzamelen, postzegels verzamelen, kampkrant, kampradio en scoutingTV, modelvliegen, roeien, kanoën en zeilen en buiten het kamp zwerftochten en stadsbezoek. Ik zag zelfs een wellnesstent. Veel van die activiteiten vond je rond Jubilee Plaza, het centrale plein met een café, een Pizzatent, een snackbar, een supermarkt, de Scout-shop en een tentoonstelling van honderd jaar scouting. Het zijn dan ook doorsnee jongens en meisjes, die hier rondlopen. Velen in hun gewone kleding en anderen min of meer in een uniform, dat overigens heel wat vlotter staat als het traditionele uniform van vroeger. Daaraan doet het nauwelijks nog denken. Je zou het haast vergeten doordat het je niet meer opvalt, maar Scouting is nu iets van jongens en meisjes samen, terwijl dat vroeger strikt gescheiden was.
Toch zijn al die uiterlijkheden en activiteiten niet het wezenlijke waar scouting om draait en wat scouting voor mij zo waardevol maakte. En voor al die meisjes en jongens vandaag nog steeds. Voor mij is wezenlijk, dat scouting nog steeds bepaalde waarden probeert hoog te houden: onderlinge verbondenheid, iets voor een ander over hebben, internationale broeder- en zusterschap, trouw, liefde voor de natuur, maatschappelijk plichtsbesef, eerlijkheid en openheid. In deze columns heb ik al vaker mijn bezorgdheid geuit over het verlies aan dergelijke waarden, dat je in onze samenleving bij te velen kunt constateren. Een andere belangrijk punt is het patrouillesysteem. Een groep is onderverdeeld in groepjes van zes kinderen, die nauw samenwerken, waarbij er één de leiding heeft. Voor mij zelf weet ik, dat ik daarvan in mijn werk en bij allerlei andere activiteiten enorm heb geprofiteerd. Van scouting word je meer mens. Dat is goed voor het kind en goed voor onze samenleving. Zo kun je de woorden van de stichter, Lord Robert Baden Powell waar maken: “Laat de wereld een beetje beter achter dan je haar gevonden hebt!”
Jaargang 3, Nr. 122.