Democratie

EEUWENOUDE DEMOCRATISCHE TRADITIE

Ik was op bezoek in Tsjechië in een kleine stad niet ver van Praag. Onze vriendin nam ons mee naar het nieuwe jeugdhonk. Vol trots vertelden de jongelui, dat ze alles zelf hadden opgezet, zelf voor de inrichting zorgden en zelf planden en programmeerden. Ik vroeg: “Denken jullie, dat dit een breekpunt in de geschiedenis betekent?” De jongelui begrepen de vraag niet, maar onze vriendin wel en ook zij vond het een breekpunt in de traditie. Het was niet zo lang na de ommekeer van een volksdemocratie naar Russisch model naar een Westerse democratische staat. In de communistische tijd kwamen alle initiatieven van de communistische jeugdbeweging en dus van de staat. Eigen initiatief werd niet op prijs gesteld. Dat gold ook voor de economie. In het begin moesten de Tsjechen weer echt leren hoe je een bedrijf opzet en hoe je er leiding aan geeft. Voor het Communisme heersten de Nazi’s in Tsjecho-Slowakije. Tot 1918 maakte het deel uit van het Habsburgse Keizerrijk en hadden Adel en Kerk het voor het zeggen. Een democratische traditie heeft er nooit wortel kunnen schieten.

Een paar jaar later maakten we een wandeling met onze vriendin in een van die fraaie Brusselse parkbossen. Toen kwam plotseling de vraag: “Hoe komt het dat jullie in Nederland al zo lang democratie kennen?” Ik ben maar terug gegaan naar de Middeleeuwen en beschreef hoe er een eind kwam aan het feodale stelsel. Na de Karolingische Tijd had zich langzamerhand een adelstand ontwikkeld. Al die Heren, ridders en baronnen hadden een klein gebied rond hun kasteel. Er waren nog horigen en lijfeigenen en veel boeren waren verplicht herendiensten te verrichten. In ruil daarvoor bood de heer veiligheid. Dit lijkt enigszins op de situatie in het Habsburgse Keizerrijk tot de Eerste Wereldoorlog er een einde aan maakte.

Maar boven al die edelen stond een graaf of een hertog of een bisschop. Die had voortdurend te maken met lastige edelen. Intussen ontwikkelde de economie zich. Er ontstond handel en die concentreerde zich in dorpen bij verkeersknooppunten zoals een kruising van een weg met een rivier. Zo’n doorwaadbare plaats heet een voorde. Denk aan Amersfoort. Die handelsplaatsen werden steeds welvarender. De behoefte aan veiligheid naam toe. In ruil voor een som geld kregen ze het recht een stadsmuur te bouwen. De graaf gebruikte het geld om de edelen eronder te houden. De macht van de graaf en de steden nam toe en de edelen dolven het onderspit. Het was in Holland de strijd tussen Hoeken en Kabeljauwen, In Gelderland tussen de Heeckerens en de Bronkhorsten en in Friesland tussen de Schieringers en de Vetkopers. In de steden ontstond een democratisch bestuur. Bepaalde families leverden steeds weer de stadsbestuurders. Als deze regenten hun macht misbruikten zochten de burgers steun bij de Graaf of de Hertog. Steeds weer zien we die strijd tussen de door hun rijkdom machtige regenten enerzijds en de landsheer en de ontevreden kleine burgerij anderzijds

Ook de landsheer kon zijn macht misbruiken door te veel belasting te eisen of door de mensen te dwingen zijn geloof te aanvaarden. Dat zien we heel duidelijk bij Koning Filips II van Spanje, die zich als Heer der Nederlanden een echte dwingeland toonde. De zeventien gewesten verzetten zich aanvankelijk gezamenlijk. De Pacificatie van Gent (1576) bracht geen oplossing. De Noordelijke gewesten sloten de Unie van Utrecht (1579) om zich gezamenlijk te verzetten. In 1581 zwoeren ze Filips II definitief af als landsheer. Hun manifest daarbij was het “Placcaet van Verlathinge”. Het uitgebreide stuk omschrijft aan welke eisen een goed vorst moet voldoen, hoe hij zich dient te gedragen ten opzichte van zijn onderdanen. Zo is het tegelijk een eerste Verklaring van de Rechten van de Mens. Omdat Koning Filips II niet beantwoordt aan de eisen, die aan een goed vorst worden gesteld, zweren de ondertekenaars namens de Noordelijke provinciën hem af als vorst en verklaren zich daarmee onafhankelijk. Het Placcaet van Verlathinge is dus onze Onafhankelijkheidsverklaring. Het diende als inspiratiebron voor de Onafhankelijkheidsverklaring van de dertien New England States, die zich onafhankelijk verklaarden van Engeland. Terwijl deze “Declaration of Independence” door elke Amerikaan gekend wordt en elke Amerikaan er vaak een beroep op doet is het “Placcaet van Verlathinge” bij het gros van de Nederlanders onbekend. Het was daarom goed dat de nieuwe Koning Willem Alexander het stuk noemde in zijn aanvaardingsrede in de Nieuwe Kerk. Zo toonde hij zijn democratische gezindheid.

Zo uitgebreid heb ik onze Tsjechische vriendin tijdens die wandeling niet geantwoord, maar in grote lijnen kwam het er wel op neer.

Jaargang 6, Nr. 266.

Leave a Reply