Troost voor het gemis

RECHT WORDT ONRECHT, GELIJK WORDT ONGELIJK

Het priestertekort roept bij mij verschillende gedachten op. Ik vraag mij af, waarom er in Nederland zo weinig roepingen zijn. Het Tweede Vaticaans Concilie heeft het verplichte celibaat tegen de verwachtingen in gehandhaafd. Je zag toen veel priesters het ambt verlaten. Het waren vaak goede mensen, die de Kerk trouw bleven en probeerden toch voor het Volk Gods dienstbaar te blijven. Tegelijk zag je het aantal priesterkandidaten snel teruglopen. Er waren meerdere jaren zonder ook maar één kandidaat voor het priesterschap.  Pas de laatste tien jaar worden de gevolgen goed voelbaar. Er zijn nogal wat regionale parochies met rond de acht geloofsgemeenschappen, die het met één priester moeten doen. Onze pastoor heeft acht geloofsgemeenschappen en samen met de parochie tussen Lek en Waal nog eens acht geloofsgemeenschappen.We zien een keer in de vier of vijf weken een priester. Soms zegt iemand: “Dat is nou de werking van de goddelijke voorzienigheid”.  Waarom?  Van passieve katholieken zijn we actieve zich verantwoordelijk voelende volgelingen van Jezus van Nazareth geworden. Van makke schapen zijn we herders voor elkaar geworden./ Zo’n ontwikkeling vergt een andere stijl van leiding geven en een andere manier van geloven,  vol vertrouwen de leiding van de geloofsgemeenschappen aan leken gelovigen in handen geven. Luisteren. Vragen. Suggesties geven. De vrijwilligers zelf laten ontdekken, dat het anders beter zal gaan.  Pastoor of bisschop zijn wordt een totaal ander ambt. En dat terwijl de kerk nog steeds uitgaat van een hiërarchische structuur en taakopvatting. Paus Franciscus geeft het goede voorbeeld door steeds met zijn mede-bisschoppen in een synode te overleggen. De Duitse bisschoppen gaan zeer gelovig de synodale weg bewandelen van overleg met theologen, priesters, diakenen, kloosterlingen en gewone gelovigen. Die Duitse bisschoppen hebben pas echt lef.

Maar intussen zitten wij met dat enorme priestertekort. We kunnen niet vaak meer de H. Eucharistie vieren. We passen ook niet met zijn allen in zo’n kleine dorpskerk.. Eerst de mensen van de liturgische werkgroepen, later gesteund door universitair opgeleide pastoraal werkers m/v  zochten naar een viering, die kon inspireren en de gemeenschap tot steun zou kunnen zijn.. Samen eten is een heel sterk teken van gemeenschap. Zo kwamen we uit bij de Woord- en Communievieringen. Aanvankelijk vonden sommigen het maar surrogaat, maar men ging begrijpen, dat er een nieuwe vorm van samen vieren was ontstaan, nog niet volmaakt, maar daaraan ging iedereen werken.  Voor velen werden die vieringen een troostvol samen zijn in een tijd met nauwelijks nog priesters. Zelfs waar kerken gesloten zijn, komen de gelovigen nog samen om samen gemeenschap te vieren. Waar velen in Zijn naam tezamen zijn, daar is God in hun midden. Kon onze bisdomleiding nu maar eens echt geloven in deze belofte uit het Heilig Evangelie. Misschien zit de geloofscrisis ook bij hen.

Regels zijn er niet voor niets, maar een leider moet er met wijsheid mee omgaan. Een bestuurder die keihard de regels toepast zal kunnen merken, dat dit tot onrecht kan leiden.. Sociale wetten kennen de nodige regels, maar als de toepassing ervan er toe leidt, dat mensen in armoede vervallen, dan leidt zelfs de best doordachte regelgeving tot onrecht. Nu al zien we, dat in krimpgebieden allerlei voorzieningen verdwijnen. Winkels gaan dicht, scholen worden gesloten, het onderhoud van wegen en groen wordt verwaarloosd. Dan gaat ook de kerk nog dicht. Vooral oudere mensen raken in een isolement.. Dan wordt er bij verkiezingen een proteststem uitgebracht. Waar het geld regeert, ontstaan te vaak onrechtvaardige situaties.. Juist onze kerk zou daarvoor moeten waken. Met het Kerkelijk Wetboek in de hand heeft onze bisschop het grootste gelijk van de wereld.  Ik hoor mensen soms zeggen, dat onze bisschop alleen de echte heel trouwe katholieken wil overhouden. De rest gaat toch verloren. Aan de hemelpoort zal Petrus hem vertellen of hij daarmee gelijk heeft gehad.

Jaargang 12, Nr. 572.

Leave a Reply