Een ongehoorzame kardinaal

DIE ABSOLUTE GEHOORZAAMHEID EIST

De leiding van het Aartsbisdom Utrecht eist absolute gehoorzaamheid van alle medewerkers. Als een pastor wordt geïnstalleerd, moet hij een dure eed zweren, dat hij alle regels strikt zal handhaven. Gewetensvrijheid wordt geen enkele ruimte geboden. Ik ben er echt van geschrokken toen ik dat de eerste keer meemaakte.

Kardinaal Eijk houdt zich zelf te vaak niet aan de regels van de Wereldkerk. Elk bisdom behoort een ‘Diocesane Pastorale Raad’ te hebben. Toen Bisschop Eijk naar Utrecht kwam, was een van zijn eerste beslissingen de Diocesane Pastorale Raad op te heffen. Tot nu toe is hij op dat besluit niet terug gekomen. Dat maakt het voor hem nog moeilijker zich in te leven in de gedachten en gevoelens, die bij de mensen leven. Zo denkt hij ten onrechte, dat de mensen de H. Eucharistie niet als het kloppend hart van het geloofsleven beleven. Zo gaat iemand fouten maken bij het leiding geven aan de grote geloofsgemeenschap van het aartsbisdom.

Het aan de eredienst onttrekken van een kerk is aan strikte regels gebonden. Ik denk, dat in vele gevallen een kerk terecht dicht gaat. Er zijn te weinig mensen en te weinig inkomsten. Helaas gaan sommige fanatieke medewerkers soms wat onzorgvuldig om met de regels. In Silvolde werd de geloofsgemeenschap verrast door de verkoop van de kerk aan de “Vrienden van Mauritius”. Zonder dat de geloofsgemeenschap als geheel – zoals dat verplicht is – werd geraadpleegd werd de kerk aan de eredienst onttrokken. Nu blijkt uit de druk bezochten vieringen, dat dit volkomen ten onrechte was. De kerk kon het financieel ruim bolwerken en er waren voldoende vrijwilligers.. Op Palmzondag, Witte Donderdag, Paaszaterdag en Eerste Paasdag zorgden zij voor druk bezochte vieringen. En ja geheel buiten verantwoordelijkheid van pastoor en bisdom. De Geest waait waar hij wil. De vieringen trokken zelfs de aandacht van RTV Oost en het landelijke Tv-journaal. 

Al voorafgaand aan het Tweede Vaticaans Concilie werd er hard gewerkt aan liturgische vernieuwing. Men ging terug naar de oorsprong van de H. Eucharistie, namelijk het Laatste Avondmaal. Daardoor kwam er meer aandacht voor het maaltijdkarakter van de H. Eucharistie. Dat kwam tot uiting in de plaats van de priester aan het altaar. Priester en gelovigen schaarden zich om de tafel. De onderlinge verbondenheid van priester en gelovigen kreeg meer nadruk. Dat wordt door de mensen ook heel sterk ervaren. We deden en doen wat Jezus ons gevraagd heeft: het Brood breken en de Wijn drinken tot Zijn gedachtenis. Dit was geen verenging maar een verbreding: Offer én Maaltijd.  Zie bladzijde 20.

Een concilie van Paus samen met de bisschoppen van de Wereldkerk vormt het hoogste leergezag van de Kerk. Daarom is het zo jammer, dat van de enorme vernieuwing, die het Tweede Vaticaans Concilie heeft gebracht zo weinig is geïmplementeerd. Dat is een heilige plicht van iedere bisschop. Het lijkt erop, dat Kardinaal Eijk een van die bisschoppen is, die de implementatie eerder saboteert, dan er zich voor inspant.  De collegialiteit krijgt binnen het aartsbisdom nauwelijks vorm. Eijk beslist. Punt uit. Als een bisschoppensynode tot duidelijke uitspraken is gekomen en Paus Franciscus met de grootste zorgvuldigheid dit in een document heeft neergelegd, oefent de aartsbisschop openlijke kritiek en probeert vooral het gezag van Paus Franciscus te ondergraven.  Is dat gehoorzaamheid?

Het lijkt mij heel goed, dat wij als gelovigen ons terdege verdiepen in de enorme rijkdom van de H. Eucharistie. Dat is een mooi ideaal. Het ellendige is, dat van dit mooie ideaal niets terecht gaat komen door de vernielzucht, die uit de drie laatste bladzijden van de Pastorale Brief spreekt.  In de openingsritus van de H.Mis en bij de afsluiting wordt ons vrede gewenst  en dan is er de vrede, die we elkaar toewensen voorafgaand aan de Communie. Al die vredeswensen worden teniet gedaan door de oorlogsverklaring aan de Woord- en Communieviering. Hoe kunnen we zo op waardige wijze het Jaar van de H. Eucharistie vieren?  Wat een vreselijke tragiek.

Jaargang 12, Nr. 573.

Leave a Reply