Hebben politici een geweten?

GESPREKKEN TIJDENS DE FIETSTOCHT

Er wordt heel wat afgepraat tijdens zo’n fietstocht, niet alleen al fietsend, maar ook tijdens de rustpauzes. We houden het tempo redelijk laag, want er zijn er nogal wat bij van dik in de zeventig. Behalve een mooie tocht met interessante dingen om te bekijken gaan de mensen juist vanwege dat gezellige kletsen mee. Deze keer fietsten we langs Bunnik, Houten, door Schalkwijk en langs Culemborg. Wat een mooie groene oostkant heeft die stad. Ons doel was Buren, een interessant stadje met een Oranjetraditie. Beatrix is immers ook gravin van Buren. Deze keer bezocht ik het Marechausseemuseum. Je moet niet schrikken van uniformen, maar het is een interessant museum omdat het veel van de historie laat zien. Zo had ik vaak gehoord, dat een van mijn overgrootvaders majoor was bij de Rijksveldwacht. Ik kon nu zien in wat voor een uniform hij zo rond 1900 had rondgelopen. De Rijksveldwacht is in 1940 opgegaan in de marechaussee.

Maar al pratend kwam ook de politiek om de hoek kijken. Geen wonder gezien alle gebeurtenissen de afgelopen week. Ik liet mij wat spottend ontvallen: “Dat CDA heeft toch nog drie Tweede Kamerleden met een geweten. Drie op de eenentwintig, dat is bijna 15%. Een vrij hoog percentage.” Mijn gesprekspartner stemde er mee in. Hij begreep niet hoe mensen op de PVV kunnen stemmen. Ik zei, dat er natuurlijk best mensen zijn, die overlast van sommige buitenlanders ervaren. Maar zonder die overlast zijn er genoeg, die een hekel aan buitenlanders hebben en hen verwijten, dat ze niet integreren. Ik zei ook, dat je zulke mensen eigenlijk moet vragen wat zij zelf gedaan hebben om buitenlanders bij hun integratie te helpen. Ik vertelde hoe ik mensen geholpen heb en hoe overal in het land mensen zijn die dat doen. Migratie geeft altijd aanpassingsproblemen. Het gaat er om die problemen op te lossen. Wilders heeft geen echte oplossing.

Thuis gekomen dacht ik verder over mijn opmerking over het geweten. Geweten wordt vaak gezien als iets dat te maken heeft met religie, maar dat is natuurlijk niet zo. Jouw geweten is jouw verstand oordelend over jouw daden of jouw voornemens iets te doen. Areligieuze mensen hebben ook een verstand en zij oordelen eveneens over hun eigen daden. Jouw oordeel hangt samen met jouw opvattingen over goed en kwaad. Zulke opvattingen noemen we waarden. Vaak werden die waarden ontleend aan de godsdienst. De geboden en verboden waren van God afkomstig. Ik geloof, dat het afspraken zijn, die mensen op grond van eeuwenlange ervaring met elkaar gemaakt hebben omdat ze weten, dat zonder die afspraken een gemeenschap niet goed kan functioneren. Het goddelijke sausje versterkte de werking. Daarmee wil ik een goddelijke werking overigens niet ontkennen. Maar God werkt niet zoals dat mooie verhaal over de twee stenen tafelen met de Tien Geboden, die Mozes van God ontving. Ook al kent een kerk allerlei geboden en verboden, regeltjes en voorschriften, als het gaat om jouw doen en laten dan is altijd jouw geweten beslissend. Jij bent verantwoordelijk. Je kunt je nooit verschuilen achter een bevel van hogerhand. Je mag nooit slaafs een bevel van een paus of bisschop opvolgen. Je moet altijd je eigen beslissing nemen. Dat is wat de R.-k. Kerk ons leert.

Onze samenleving wordt steeds meer een gemeenschap van mensen zonder God. Kan zo’n maatschappij zonder waarden? Moeten we ons geweten maar thuis laten? Arnon Grunberg suggereert dat af en toe in zijn columns op de voorpagina van de Volkskrant. Ik weet niet of ik hem wel goed begrijp. Wil hij onbekommerd genieten van alles wat hij doet en niet op zijn vingers getikt worden omdat hij normen overschrijdt? Maar waar liggen dan zijn grenzen? Stelt hij grenzen aan het gedrag van anderen naar hem toe of naar zijn dierbaren? Mogen die hem voor zijn kop slaan of zijn vriendin lastig vallen als ze dat leuk vinden? De columns van Grunberg zijn soms leuk, soms bevatten ze echte eyeopeners, maar af en toe erger ik mij groen en geel.

Terug naar de politici. Willem de Bruin schetst vandaag (4 september 2010) het dilemma, waar zij vaak voor komen te staan. Bijna elke partij heeft prachtige beginselen, maar in Nederland en andere landen hangt de politiek aaneen van compromissen en bij het sluiten daarvan komen die principes gemakkelijk in het gedrang. Om bepaalde principes kun je niet heen. Je vindt ze in de Grondwet. Weliswaar kunnen sommige van die grondrechten botsen, maar dan moet in elk bijzonder geval een afweging worden gemaakt en soms vraagt dat een rechterlijke uitspraak.

De laatste tijd lees of hoor ik nogal eens, dat een democratisch genomen beslissing altijd gerespecteerd moet worden. De veroordeelde drugscrimineel Bouterse is onlangs democratisch gekozen. De slavernij werd vroeger vrijwel algemeen aanvaard in sommige landen. In “De Negerhut van Oom Tom” van Harriet Beecher-Stowe lezen we hoe sommige mensen slaven helpen bij hun vlucht naar de Noordelijke staten en bewust de wet overtreden. Zo zijn er nu in Nederland mensen, zelfs lokale overheden, die uitgeprocedeerde asielzoekers in strijd met democratisch vastgestelde regels onderdak verschaffen. Democratie biedt mijns inziens geen enkele garantie voor ethisch juiste beslissingen. Ik zal ook bij het gehoorzamen aan Nederlandse wetten en voorschriften altijd ook mijn eigen geweten moeten raadplegen. Gelukkig is er in Nederland een traditie om de principes van minderheden te respecteren en hun een uitweg te bieden. Denk aan het dienstweigeren of het niet verzekeren tegen ziekte en in plaats daarvan een spaarpotje vormen.

Af en toe krijg ik de indruk, dat er een tendens ontstaat minder rekening te houden met minderheden en gewetensbezwaren terzijde te schuiven. Ik vind dat een gevaarlijke ontwikkeling. Het althans voorlopig niet tot stand komen van een rechts kabinet is dan ook een goede zaak. Ik vreesde, dat er voorschriften zouden komen, die veel mensen in gewetensnood zouden brengen. Vaak leidt een antireligieuze houding tot zo’n houding van niet respecteren van de principes van anderen. Mensen, die zo’n hekel aan religie hebben zouden zich eens af moeten vragen of allerlei narigheid afkomstig is van de religie of dat de religie misbruikt wordt voor politieke doeleinden. Als de paus het condoom verbiedt, waar maar weinig katholieken zich iets van aantrekken, dan kun je dat de R.-k Kerk verwijten. Bij het uiteenvallen van Joegoslavië werd het vuurtje opgestookt door godsdienstige verschillen te benadrukken. Zij zijn Moslim en wij zijn Oosters-Orthodox. Dat benadrukken van het anders zijn van de tegenstander is van alle tijden. We moeten nu niet de verschillen tussen wel en niet-religieus gaan benadrukken. Het wordt tijd, dat we in Nederland weer meer begrip voor elkaar krijgen.

Jaargang 3, Nr. 127.

Leave a Reply