Boodschap voor de campagne

LINKSE VERBONDENHEID UITSTRALEN 

GroenLinks snakt ernaar om de komende vier jaar mee te gaan regeren. Hoe moet je je dan opstellen naar andere partijen en daarbij in het bijzonder de andere linkse partijen? Welke ervaringen zijn er op provinciaal en lokaal niveau? Zijn die ook door te trekken naar het landelijk niveau? 

Zien wij in de PvdA, D66 en de SP nu vooral verwante partijen of zien we ze als concurrenten, die in dezelfde vijver vissen? Waarom herinneren mensen zich altijd vooral de enkele keren, dat een van die andere partijen ons niet steunde of die keer, dat ze met een in onze ogen dwaas voorstel kwamen of dat zij regelmatig hun stokpaardjes berijden? Waarom kijken we niet veel meer naar de overeenkomsten? Waarom werken we niet systematisch samen op een manier, dat het de burger opvalt? Ik weet, dat in commissies dat veel meer gebeurt en men met gezamenlijke moties of amendementen of Kamervragen komt. Maar wat weet het grote publiek daarvan? 

Iedereen, die wel eens een kieswijzer of stemwijzer heeft ingevuld, weet, dat je soms tot je eigen verbazing bij de SP of de CU op de eerste plaats uit komt en dat ook de PvdA goed scoort. Kennelijk zijn er veel gemeenschappelijke standpunten. Maar weten de kiezers dat? De goed ontwikkelde mensen waarschijnlijk wel en omdat dat voor de meeste van onze vrienden en bekenden geldt, denken we wellicht te gemakkelijk, dat iedereen het weet. Als dat zo was, zouden heel wat meer laaggeschoolde mensen met vaak lage inkomens op GroenLinks stemmen. GroenLinks is geen partij, die vooral eenzijdig een groepsbelang verdedigt, maar is een partij, die naar een rechtvaardig evenwicht tussen alle deelbelangen zoekt. Maar heeft de partij bij het gros van de kiezers een overeenkomstig imago? Wat weet, de nauwelijks het Nederlands beheersende kiezer ervan? Ik vind, dat alle linkse partijen in de komende campagne er alles aan moeten doen om juist die mensen te bereiken en hen ervan te overtuigen toch vooral te gaan stemmen. Ik neem de heer W. heel veel kwalijk, maar een van de ergste dingen vind ik, dat hij laag geschoolde buitenlanders en laag geschoolde oorspronkelijk Nederlanders tegen elkaar uitspeelt, terwijl ze in de huidige economische crisis in feite lotgenoten zijn. 

Lokaal en regionaal wisselt het beeld. Zou je kunnen zeggen, dat een beeld van sterke verbondenheid het stemmen op een van die partijen aantrekkelijk maakt? In de gemeente Bunnik, onder anderen, bestaat sinds 1998 de lokale progressieve partij Perspectief 21. Leden van GroenLinks en de PvdA zijn daar automatisch lid van tenzij ze anders te kennen geven. Beginnend in 1998 steeg de partij van vier naar nu zeven van de vijftien zetels. De standpunten van de partij zijn bij veel burgers goed bekend en worden kennelijk aantrekkelijk gevonden. Het moet zo zijn, dat de partij stemmen trekt van alle linkse partijen, inclusief een deel van D66. Die partij heeft samen met de VVD de lokale partij “De Liberalen” opgericht. Ik vraag mij af of Bunnik en andere plaatsen een laboratorium zijn voor linkse samenwerking. Het model is waarschijnlijk niet op provinciaal of nationaal niveau toe te passen, maar er zitten wel leerzame argumenten in voor intensievere samenwerking. Veel met elkaar praten, veel samenwerken, veel gemeenschappelijks naar buiten uitstralen en vertrouwen wekken bij de burgers. 

Voor mij is een regering van CDA, VVD en PVV het ergste dat Nederland kan overkomen. Dan is Nederland voor mij niet langer het Nederland waar ik van hou. Dan zullen we in de wereld weinig vrienden overhouden. We moeten uit alle macht zorgen voor een aantrekkelijk alternatief. Verkiezingsprogramma en kandidatenlijst bieden daartoe alle mogelijkheden.

 

Jaargang 3, Nummer 8.

Leave a Reply