Openheid in EU parlement

ELK LID MOET LOBBYCONTACTEN MELDEN

De Europese verkiezingen van 23 mei 2019 in Nederland werpen hun schaduw vooruit. Wat weten we eigenlijk over het Europees Parlement? Hoe kunnen we onze stem bepalen? Dat is een van de redenen waarom ik de laatste tijd extra aandacht besteed aan de activiteiten van dat Europees Parlement. Dat heeft inmiddels veel aan macht en invloed gewonnen al blijft de Europese Raad – de vakministers van de lidstaten of de regeringsleiders – vaak de beslissende macht behouden. Daarom is een veel grotere opkomst van groot belang als een signaal aan onze regering de gekozen Europese volksvertegenwoordiging serieus te nemen. Recent heeft het Europees Parlement een belangrijk besluit genomen om de regelgeving voor dat parlement te versterken. In Brussel zijn 12.000 geregistreerde lobbyisten actief. Het zijn vooral vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, goed betaald en zeer deskundig. Ze adviseren individuele EuroparlementariĆ«rs, soms zelfs met complete wetsontwerpen. Lobbyisten van NGO’s geven tegengas. Denk aan milieuorganisaties, vakbonden, ontwikkelings- en mensenrechtenorganisaties, consumentenbonden, wetenschappers, juristen, kerken en andere religies en wat al niet meer. Het is prima, dat al die lobbyisten hun werk doen mits daarbij door de parlementsleden openheid wordt betracht. Daar schortte het tot nu toe nogal aan. Het met net voldoende meerderheid genomen besluit houdt in, dat elk parlementslid elk contact met een lobbyist openlijk digitaal moet melden en daarbij moet aangeven welke adviezen hij of zij gekregen heeft. Zo wordt bij stemmingen zichtbaar welke partijen zich vooral laten leiden door de belangen van bijvoorbeeld het bedrijfsleven. Je bent gekozen om jouw kiezers te vertegenwoordigen en niet een of andere groep bedrijven, bijvoorbeeld de chemische industrie of de landbouw of de kolenmijnbouw. Zo wordt al die eurosceptici en populisten de wind uit de zeilen genomen. Wat nu opviel was, dat de fracties van de EVP, de Christendemocraten met het CDA en de liberalen met de VVD en D66 zich tegen meer openheid verklaarden. Het voorstel tot meer openheid over lobbycontacten kwam vooral van een groep Groene EP-leden, gesteund door hun medewerkers en NGO’s op dit terrein en heel veel burgers met handtekeningenacties.

Het zou mooi zijn als ook de Europese Commissie met hun ambtenaren en de ambtenaren van de lidstaten, die aan Europese wetsontwerpen meewerken meer openheid over lobbyinvloed gaan betrachten. Eigenlijk zou dat ook moeten gelden voor onze minister-president, die er blijk van heeft gegeven zeer open te staan voor de wensen van het internationale bedrijfsleven en voor de andere ministers. Eigenlijk geldt het voor iedereen, die uitvoerend werk verricht en voor elke volksvertegenwoordiger of het nu een raadslid is of een Tweede Kamerlid. Het probleem is wel, dat soms openheid niet mag, bijvoorbeeld bij de ontwikkeling van ruimtelijke  plannen. Je wilt immers grondspeculanten niet in de kaart spelen.

Jaargang 11, Nr. 550.

Leave a Reply