Referendum tegen de EU

SCHAAMTELOOS

Vandaag bekennen de organisatoren van het Oekraïne referendum zonder enige schaamte, dat het hen niet gaat om het associatieverdrag maar om zoveel mogelijk afbreuk te doen aan de Europese Unie. Het lijkt mij bijna een oorlogsmisdaad. De voortdurende samenwerking van de lidstaten in de EU is immers de beste garantie tegen ernstige conflicten, die zoals zo vaak in onze geschiedenis uitlopen op een oorlog.

We weten al heel lang, dat het in de EU ontbreekt aan democratische legitimering. De grote beslissingen worden genomen in de Europese Raad van regeringsleiders. Weliswaar wordt een regering geacht het algemeen belang te behartigen, maar dat is meestal synoniem met de opvattingen van de regeringspartijen. In Nederland is dat een compromis tussen VVD en PvdA. Het betekent gewoon, dat aan de armoede in Nederland te weinig wordt gedaan. Ik merk ook bij goedwillende mensen vaak, dat ze geen enkel besef hebben van de ernst van de armoede in Nederland. In discussies menen ze vaak, dat armen de vaardigheid van goed budgetteren missen. Echte deskundigen verzekeren ons, dat er meer aan de hand is. Daarnaast zien we dat er in Nederland te weinig aandacht is voor de klimaatproblematiek en dat Nederland wat betreft groene energie in Europa achteraan loopt. Onze regering behartigt dus een beperkt groepsbelang en dat geldt waarschijnlijk voor alle regeringen. We kunnen met een gerust hart aannemen, dat de Europese Top en de Raden van Ministers geen afspiegeling vormen van de bevolking van de EU. Een terugval naar meer beslisbevoegdheid bij de lidstaten vormt evenmin een oplossing van het democratisch tekort. Het zich afzetten tegen de EU door de SP zorgt er bovendien voor, dat SP aanhangers veel minder opkomen bij de verkiezingen voor het Europees Parlement. De SP heeft slechts twee leden in het EP, evenveel als het veel kleinere GroenLinks, waarvan de aanhangers juist wel opkomen.

Waarom is de SP zo tegen Europa? Zij zien in de EU een complot van de grote ondernemingen. Daarin hebben ze in zekere mate gelijk. De grote ondernemingen waren al vóór de oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, nu de EU, grensoverschrijdend bezig. Daarbij waren tolgrenzen buitengewoon hinderlijk. Zo kwam er een douane-unie. Maar er is veel meer nodig, willen bedrijven goed kunnen werken in de hele EU. Dus hebben we een voortdurende uitbreiding gezien van de bevoegdheden van de EU. Bedrijven mopperen wel over de vele regels, maar hebben er meestal zelf om gevraagd. Alle landen willen de EU zo goed mogelijk onder controle houden en daarbij staan de nationale belangen voorop. De besluitvorming verloopt vaak erg moeizaam en er komen altijd compromissen uit de bus. Niemand krijgt volledig zijn zin en dus is er altijd wat te mopperen. Want wij verwende Nederlanders willen altijd onze zin krijgen. Zoals wij vroeger altijd klaagden over Den Haag, zo is nu Brussel de kwade Pier. Wel leuk voor Haagse politici. Ze kunnen altijd weer de schuld aan Brussel geven. Maar zo voeden ze het onbehagen over Europa en dat is onverantwoordelijk gedrag.

Veel EU-haters vrezen de ontwikkeling naar een superstaat, een federaal Europa. We weten niet of het ooit zo ver zal komen. Misschien komen we in Europa tot een geheel eigen model, dat nog nergens anders bestaat. Toch zouden juist Nederlanders de lessen van de vaderlandse geschiedenis beter moeten kennen. In de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden werkten de zeven provinciën samen, maar elke keer moest men weer tot een compromis komen. Vaak was eerst weer ruggenspraak nodig met de Staten van Holland of Friesland of een andere provincie. En intussen viel de vijand het land binnen en werd er maar geen besluit genomen, zoals in het Rampjaar 1672. Het bestuur was radeloos, het land reddeloos en het volk redeloos. Uiteindelijk kwam er tijdens de Franse tijd en daarna een eenheidsstaat. Ik zal het wel niet meer meemaken, maar ik verwacht, dat uiteindelijk ook voor Europa de noodzaak zal blijken.

Hoe krijgen we EU democratischer? Het EP moet veel meer bevoegdheden krijgen en een echte volksvertegenwoordiging worden. Dat betekent, dat de opkomst bij de verkiezingen flink omhoog moet. Dan moet er ook duidelijke partijvorming op Europees niveau komen. De mensen moeten weten waar die Europese partijen voor staan. De Groenen zijn al jaren bezig om al die groene partijen op een lijn te krijgen. Juist daardoor weten ze goed wat ze willen en daardoor hebben ze in hun parlementaire werk ook veel succes. Uiteindelijk moet het ons Europees Parlement zijn, dat de macht van de multinationals beteugelt, dat er voor zorgt, dat belastingontwijking verboden wordt, dat er voor zorgt, dat cao’s niet meer ontdoken kunnen worden door Oost-Europeanen in te schakelen. Zo is er nog heel wat werk te verzetten. Hou op met mopperen op de EU, maar ga aan het werk. We zijn allemaal Europeanen.

Jaargang 9, Nr. 404.

Leave a Reply