Goede doelen

WAAROM ZO NAARSTIG OP ZOEK NAAR NALATENSCHAPPEN?

Tijdens een economische crisis wordt er minder aan goede doelen gegeven. Het effect ijlt nog twee jaar na als de crisis voorbij is. Dat berichtte de Volkskrant (p. 2 en 24-25) gisteren, 10 juli 2015. De inkomsten over 2014 werden vergeleken met die van 2013. Er waren sterke stijgingen en dalingen. Die hangen samen met de wisselende inkomsten uit nalatenschappen. Ik merk, dat allerlei goede doelen hun donateurs uitnodigen om de organisatie op te nemen in je testament. Uiteraard wil iedere organisatie de inkomsten vergroten en zo met nog meer succes de eigen doelstellingen te verwerkelijken. Meer inkomsten betekent tevens meer mogelijkheden om aan fondsenwerving te doen. Dat heet het Mattheus-effect. Wie goed doet, goed ontmoet. Succesvolle organisaties gaan het zo steeds beter doen. Alleen rellen of incidenten kunnen de opbrengsten verlagen.

Maar waarom die nadruk op het verkrijgen van nalatenschappen? Ik vermoed, dat het vooral welgestelde alleenstaanden zonder kinderen zijn, die bereid zijn hun vermogen aan een goed doel na te laten. Die zijn er tegenwoordig veel meer dan vroeger. Het is een gevolg van de vergrijzing, van de toegenomen welvaart en van de individualisering. Het geringere aantal jongeren kan leiden tot lagere inkomsten. Het zou ook kunnen, dat jongeren het geven verleerd zijn of nooit geleerd hebben. Daar lees ik niets over. Ik merk het ook niet bij het collecteren. Jonge ouders laten hun kinderen het geld in de collectebus doen en voeden ze zo op in goedgeefsheid. Er is een groeiende groep met een egoïstische mentaliteit, vooral onder jongere generaties. Ik weet niet of dat invloed heeft op hun geefgedrag. Zouden PVV-aanhangers minder geven aan ontwikkelingsorganisaties? Zouden VVD-stemmers slechte gevers zijn? Ik heb vaker verhalen van ervaren collectanten gehoord over de lage opbrengsten in “Goudkust”-wijken. Maar wellicht geven de bewoners vooral door geld over te maken via de bank.

Zou de secularisatie en de ontkerkelijking invloed hebben? Kerkelijke mensen worden voortdurend aangespoord tot liefdadigheid, maar de goede doelen kennen hun vak en weten met hun gevoelige aansporingen veel mensen te bereiken. Het zou wel kunnen, dat er verschuivingen optreden. Kerkelijke organisaties als Kerk in Actie en Cordaid zien hun inkomsten langzaam dalen door het overlijden van hun trouwe donateurs, maar een “neutrale” organisatie als Oxfam/Novib vertoont een sterke stijging. De Zonnebloem kreeg in 2013 veel uit erfenissen en in 2014 juist niet. Vooral daardoor wisselen de jaarlijkse inkomsten toch sterk.

Bij al die goede doelen gaat het niet alleen om geld, maar ook om meewerkende vrijwilligers. Dat zijn op de eerste plaats natuurlijk de collectanten. Een organisatie als de Zonnebloem werkt vooral met vrijwilligers. Toen dat nog een duidelijk kerk gebonden club was, vond je onder de bekende kerkleden altijd wel weer nieuwe vrijwilligers, die als gastheer of gastvrouw optreden bij de koffieochtenden of die zieken en gehandicapten thuis bezoeken. Hoe vind je de jonge mensen als zij het niet meer nodig vinden hun kerk te bezoeken? In Bunnik ging zo de plaatselijke afdeling van de Zonnebloem over de kop. Niet leuk voor de ouderen en de zieken en gehandicapten. In veel gezinnen werken beide ouders en dan wordt vrijwilligerswerk moeilijker, zeker overdag. De economisering van ons leven heeft zo zijn nadelen.

Jaargang 8, Nr. 367,

Leave a Reply