GroenLinks en Afghanistan

DE FRACTIE IS NIET TE BENIJDEN

De GroenLinksfractie zit in een moeilijk parket. Eerder heeft de fractie samen met D66 een motie ingediend met het verzoek aan de regering om te onderzoeken of een politietrainingsmissie mogelijk is. Daarnaast bevat het geldende verkiezingsprogramma een passage, waarin GroenLinks wil, dat Nederland de internationale rechtsorde bevordert. Dat staat ook in onze Grondwet. Ik heb de indruk gekregen, dat het indienen van de motie door Mariko Peters de bereidheid van GroenLinks tot het dragen van regeringsverantwoordelijkheid moest ondersteunen. Nu zou medewerking van GroenLinks kunnen worden uitgelegd als: “Regering, jullie zijn in zee gegaan met de PVV. Kijk nu eens hoe je in de steek wordt gelaten. Had maar gekozen voor Paars Plus. Een goede weet voor een volgende keer”. Ik vind, dat de keuze van nu te belangrijk is om deze door dit soort overwegingen te laten beïnvloeden.

Toen Mariko met haar motie kwam, moest ik wel even slikken. Enerzijds heb ik in haar een groot vertrouwen, mede omdat ze de situatie in Afghanistan goed kent. Anderzijds heb ik grote moeite met de inval in Afghanistan. Je kon op je vingers natellen, dat het een niet te winnen guerrilla-oorlog zou worden. De bevolking zal daaronder per definitie sterk lijden. Als de Afghanen al bevrijd zouden willen worden van het Talibanbewind, dan zouden ze dat zelf moeten doen, zoals de Tunesiërs het hebben gedaan en de Egyptenaren het proberen. En zoals het in Oost-Europa is gebeurd. Eigenlijk zouden we ons verre moeten houden van die oorlog. Het alternatief is het land helpen zich te ontwikkelen. Dan kun je op den duur een grootschalig volksverzet verwachten als in Tunesië.

Waarom dan toch een politietrainingsmissie? Het lijkt mij goed mogelijk, dat er uitgestrekte gebieden zijn, waar men van die fundamentalistische Taliban niets wil weten en waar ze ook niet willen, dat ze in hun regio en in hun dorpen infiltreren. Daarom worden in de omgeving van Kunduz ook dorpsmilities opgericht, die hun dorp moeten beveiligen en de wet moeten handhaven. Ze hebben een soort politietaak, maar zijn er niet voor opgeleid. Had Mariko zoiets in gedachte? De vraag is of je dorp en je zelf verdedigen een militaire zaak is. Dat ligt aan de tegenstanders. Als die oorlog brengen, dan ligt zelfverdediging voor de hand. Hoe ver ga je dan? Houd je alleen je dorp vrij van Taliban of de hele regio? In het laatste geval vraagt dat om patrouilles en road-blocks.  Dan worden politieagenten semi-militairen. Het ligt voor de hand, dat uiteindelijk blijkt, dat je je hand in een wespennest hebt gestoken. Zoals Afghanistan eigenlijk een groot wespennest is. Aan wie moeten de politieagenten eigenlijk gehoorzamen? Alleen aan de bevelhebber ter plaatse? Aan de gouverneur van de provincie? Aan de regering in Kaboel? En als die dan militaire opdrachten geeft, wat dan? Gehoorzamen aan die corrupte bende?

Wij willen Afghanistan niet in de steek laten, hoor ik ook. Soms denk ik, dat de militaire aanwezigheid bepaald niet in het voordeel is van het land. Het land heeft meer aan ontwikkeling: aan scholen, ziekenhuizen, infrastructuur, een alternatief voor de opium als inkomstenbron. In Amerika beginnen ze te begrijpen, dat het dom is geweest zich dat land in te laten lokken. Er valt niets te winnen. De hele strategie is er op gericht zich met zo min mogelijk kleerscheuren uit het land terug te trekken. Als dan ontwikkelingshulp goed wordt aangepakt laten we het land niet in de steek.

Een merkwaardige rol speelt Dwars. Die jongelui zijn nog zo jong, dat ze nog niet waren geboren toen de honderdduizenden tijdens Vredesdemonstraties door Amsterdam en Den Haag trokken. De Koude Oorlog hebben ze niet meegemaakt. En de Tweede Wereldoorlog is helemaal geschiedenis. Denken ze daarom zo gemakkelijk over oorlogsavonturen? Soms wordt gezegd, dat het baantjesjagers zijn, die de fractie en de partijleiding naar de mond praten. Of is het zo, dat de fractie onevenredig veel aandacht besteed aan de mening van de jongeren? Veel van die jongeren zijn gewend, dat ze in alles hun zin krijgen. Ik denk, dat we als partij deze grenzeloze generatie moeten leren, dat er wel degelijk grenzen zijn. De narigheid is, dat wat vroeger vooruitstrevend was, nu conservatief genoemd wordt. Het gaat een spannende 5e februari worden daar in die rode doos langs de A2 bij Utrecht.

Jaargang 3, Nr. 148.

Leave a Reply