Politiek betrokken

EN DE BREUK BIJ DE P21 FRACTIE

 

Ik vertelde een goede vriend over de breuk in de fractie van de progressieve lokale partij Perspectief 21, kortweg P21 in de gemeente Bunnik. Kennelijk merkte hij mijn engagement. Verwonderd vroeg hij of ik nog steeds zo belangstellend voor de politiek was. Ik legde uit hoe ik dat van thuis had mee gekregen en dat ik van jongs af aan belangstelling had voor de politiek, net als mijn vader. Het paste ook bij de emancipatiestrijd van de Rooms-Katholieken in Nederland benoorden de grote rivieren. Tijdens mijn studie voor de Middelbare Akte Aardrijkskunde zorgde ik ook voor vergroting van mijn politieke kennis. Bij elk land wordt aandacht geschonken aan het politieke systeem, want dat is in belangrijke mate verantwoordelijk voor de geografische structuur van een land. Zelfs bij culturele antropologie koos ik voor mijn scriptie de vergelijking van politieke systemen in Afrika. Al jong was ik lid van een politieke partij en van de Europese Beweging in Nederland. Dat weerklonk uiteraard allemaal in mijn lessen. Ik kwam er eerlijk voor uit, dat ik lid was van de PPR en later van GroenLinks en legde de leerlingen uit, dat ze dus goed moesten opletten, want hoe objectief je ook probeert te zijn, je eigen mening klinkt altijd door. In mijn lessen was ik altijd kritisch, want als je niet kritisch bent, is jouw boodschap, dat het beschreven beeld prima is. Dat is pas indoctrinatie.

Uiteraard besef ik terdege, dat ik een uitzondering ben. Niet iedereen zal zo betrokken bij de politiek zijn. Toch is het verontrustend, dat er tegenwoordig veel minder mensen dan vijftig jaar terug zijn aangesloten bij een politieke partij. Er is geen stemplicht meer, maar de opkomst bij verkiezingen verschilt per wijk en per gemeente sterk. Waardoor is die soms zo laag? Als je ernaar vraagt is het antwoord vaak, dat men er geen verstand van heeft en dat men er geen tijd voor heeft om zich erin te verdiepen. Dat kan best zo zijn, maar het lijkt mij ook een kwestie van prioriteiten stellen. Wat vind je belangrijk?

Elke gemeente, provincie en elk land moet bestuurd worden. De Gemeenteraad is de baas in een gemeente, Provinciale Staten is dat in de Provinsie en de Tweede en Eerste Kamer zijn dat in Nederland. Helaas geldt dat democratisch principe (nog) niet voor de Europese Unie. Daar zijn de Raden van Ministers de baas en het gekozen Europees Parlement mag bij steeds meer onderwerpen mee beslissen.

Eigenlijk hoort iedereen zich medeverantwoordelijk te voelen voor de gang van zaken in bijvoorbeeld een gemeente. Zo kan het gebeuren, dat je ervoor kiest mee te willen besturen. Meestal word je dan lid van een politieke partij. Als je echt op de kieslijst wilt, moet je je goed voorbereiden op het raadslid zijn. Daarvoor bestaan cursussen. Je moet er nu al mee beginnen voor de verkiezingen van 2022. Het ligt niet allemaal zo simpel. Een van die ingewikkelde dingen is bijvoorbeeld het “duale stelsel”. Vroeger waren de wethouders lid van de Raad. Nu staan ze er los van en het College van Burgemeester en Wethouders heeft een eigen programma. De inhoud hangt af van de samenstellende partijen. Die partijen steunen hun eigen wethouder  en meestal de voorstellen van het College. Soms is dat moeilijk, want zo’n voorstel is dan een moeizaam bereikt compromis. We hebben in ons land veel partijen en dus veel verschillen. Dus er zijn vaak compromissen nodig, die een meerderheid in de Raad zullen krijgen. Daar moet je dan toch achter staan al ben je het er niet voor 100% mee eens. We beseffen nu, dat die gebrekkige voorbereiding een van de oorzaken was van het moeizaam functioneren van de fractie. Er moet nu al begonnen worden met het zoeken van nieuwe raadsleden. Die hebben dan genoeg tijd voor voorbereiding op het raadswerk.

Intussen is er de breuk, maar de fractie heeft met alle fracties overleg, ook met de afgescheiden drie leden, die het P21-programma blijven steunen. Aan beide zijden is men vriendelijk. Maar aan een lijmpoging gaan we ons nu niet wagen. We vragen de drie evenmin of ze weer lid willen worden. We zouden er wel blij mee zijn. Vroegere fractie-voorzitters getuigen, dat die verschillen in geduld met het te lage werktempo van het gemeentelijk apparaat er altijd is. Daar moet een fractie mee leren omgaan. Zo moeten wij leden ook enig geduld betrachten met de fractie. Het bestuur moet intussen wel maatregelen nemen, zoals mogelijke kandidaten benaderen en ze helpen bij hun voorbereiding.

Als ik dat allemaal zo opschrijf, denk ik bij me zelf: Wat is die politiek toch een boeiend bedrijf, vaak best wel lastig, maar o zo interessant. Allemaal mensenwerk.

Jaargang 13, Nr. 603.


Leave a Reply