Koning Willem Alwxander

VERMINDERD VERTROUWEN

 

De laatste jaren is het vertrouwen in onze Koning onder de Nederlandse bevolking flink gedaald. Toen de Coronapandemie nog maar net om zich heen greep wilde de koninklijke familie de vakantie doorbrengen in hun Griekse buitenverblijf. Dat werd hem erg kwalijk genomen. Hoe kon hij zijn volk dat leed aan corona zo maar in de steek laten. Er zijn zeer veel Nederlanders, die een huis in het buitenland hebben. Er zullen er maar weinig zijn, die een even duur huis bezitten, maar onder de Nederlandse miljardairs zal het me niet verwonderen. Die steenrijke families zullen even gemakkelijk een tijdje in hun mediterrane villa willen verblijven. Dat hoorden de prinsessen natuurlijk ook van hun klasgenoten. Zo gaat dat onder de upper ten van Nederland. Maar een koning moet bij zijn volk blijven en het behoeden tegen die nare ziekte. Zo voelen sommige mensen dat. Hij is geen medicus en hij kan er weinig tot niets tegen doen. Hij kan zijn volk niet beschermen, maar zijn volk voelt het anders. Dat gevoel is uiteraard niet terecht.

Ik ben ervan overtuigd, dat republikeins denkende lieden heel bewust de gevoelens van het volk hebben gestimuleerd. Jullie koning laat zijn volk gewoon barsten. Zoals ik allerlei bekenden met een huis in het buitenland hun vakantie aldaar van harte gun, zo mag van mij de koninklijke familie best een weekje of twee weg, ook al heerst er een tot dan toe onbekende ziekte.

Wat zijn dat voor mensen, die zo anti het koningshuis zijn? Ik heb sterk de indruk, dat er een elite bestaat, die zo’n symbool van de staat der Nederlanden maar moeilijk kan accepteren. Wij, de burgerlijk elite moet in Nederland zijn gang kunnen gaan. Aan ons behoort het gezag. Eind achttiende eeuw waren het de Patriotten, die de Oranjes het land uit wilden jagen. Dat lukte wel even, maar wij, gewone mensen hadden meer vertrouwen in de Oranjes. Dus werd Nederland na de Franse tijd een Koninkrijk. Op die opeenvolgende koningen en koninginnen als staatshoofd is best wel kritiek mogelijk. Dat geldt evenzeer voor de leiding van de Republiek, die  in 1672, het Rampjaar de vijand nauwelijks hinderde bij hun opmars in onze Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Dus kwam er weer een Oranje als Stadhouder.

Linkse mensen zijn vaak tegen het erfelijk koningschap. Ze vinden het terecht niet democratisch. Maar als de overgrote meerderheid van de Nederlandse bevolking toch een koning door erfopvolging als staatshoofd wil, zie ik daarin voldoende democratische legitimatie. In het begin van het bestaan van GroenLinks maakten we tijdens een congres in Amersfoort een incident rond die Oranjes mee. De moederpartijen hadden toen nog een belangrijke rol. Met name voormalige PSP-leden waren fel anti-monarchistisch. De jongeren van Dwars hadden een stunt bedacht. Ze wilden een stemproef. Dat bleek om de zangstem te gaan. De vier mensen uit de zaal plus de waarnemend partijvoorzitter moesten een lied zingen. Ik moest het Wilhelmus zingen. De voorzitter werd zenuwachtig, want een deel van het publiek was daar tegen. Toen zei ik: “Ik ben oud genoeg om mij de tijd te herinneren, dat dit lied niet gezongen mocht worden. En nu gaan we zingen.” De helft van de zaal zong mee. De andere helft zat zich te verbijten. Het was gelukkig niet op een rel uitgelopen. Waar het nu eigenlijk om gaat is het Oranjehuis als symbool van de nationale eenheid. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd er soms stiekem op muren OZO gekalkt. Dat staat voor Oranje Zal Overwinnen. Daar waren de Nazi’s niet blij mee. De berichten van Radio Oranje vanuit Londen werden met graagte gelezen op dun papier met doorslagpapier ertussen getypt. Waar het mij hier om gaat is te laten zien, dat ons Koningshuis van grote symbolische waarde is. Als je goed geschiedenisonderwijs hebt gehad, weet je dat natuurlijk. Maar te veel mensen laten zich van alles wijsmaken. Tsja en dan daalt plots het vertrouwen in Willem Alexander. Het is best moeilijk om democratie en een erfelijke monarchie te combineren. Een goede president kiezen is evenmin een gemakkelijke opgave. Probeert u maar eens een medelandgenoot te bedenken, die u geschikt lijkt.

16e Jaargang, Nr. 759.

 

Leave a Reply