Heeft de autonome mens een geweten?

EEN GEWETENSONDERZOEK

Geweten wordt vaak geassocieerd met kerkelijk gedoe. Daar willen we liefst niets meer mee te maken hebben. Maar wat is dat eigenlijk, het geweten? Heel simpel: Je verstand oordelend over je eigen daden. Iedereen heeft een verstand al wisselt de kwaliteit nogal eens. Maar zelfs een wat minder slimme mens heeft donders goed in de gaten wanneer hij iets verkeerds heeft gedaan. Dat leert de ervaring. Mensen hebben eerder boos gereageerd. Iedereen kan bedenken, dat je het niet leuk vindt als het jou zelf overkomt. Mensen leren de zegswijze toe te passen:” Wat gij niet wilt, dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet.”. Zo worden mensen opgevoed.

Een volwassene beschikt over een aantal opvattingen over wat hoort en wat niet hoort. Zulke opvattingen noemen we waarden. Aan die waarden ontlenen we normen. Dat zijn geboden of verboden. Sommige mensen nemen het niet zo nauw met al die geboden en verboden. Ze hebben een ruim, soms te ruim geweten. Andere mensen zijn heel streng voor zich zelf. Ze zullen geen millimeter over de streep gaan. Dan spreken we van een nauw geweten. Veel van die normen zijn opgenomen in onze nationale wetgeving en tegenwoordig ook steeds meer in internationale verdragen. Nationale en internationale rechters zijn ervoor om te beoordelen of mensen zich aan het recht hebben gehouden. Staten hebben de plicht om het recht te handhaven. Lang niet alle opvattingen over goed en kwaad zijn in wetten gegoten. Je bent er dus niet als je kunt zeggen, dat je je keurig aan de wet houdt. Je betaalt een werknemer keurig het minimumloon. Intussen merk je, dat hij er met zijn gezin niet van rond kan komen. Wat zegt jouw geweten nu? Er zijn heel veel van zulke voorbeelden te geven. De eigenaar van de afgebrande Knorhof bij Erichem heeft waarschijnlijk geen wet overtreden, maar wat zegt zijn geweten? Belastingontwijkers houden zich keurig aan alle nationale en internationale wetten, maar intussen moeten anderen meer belasting betalen of kan de overheid minder werk voor de gemeenschap doen. Hoe ruim is het geweten van belastingontwijkers? Ze weten uitstekend de weg naar belastingparadijzen te vinden, maar of ze ooit in het hemels paradijs zullen worden opgenomen? Ik heb zo mijn twijfels.

Nog moeilijker is de strijdigheid tussen wetten van de Staat en wetten van God. Als een wet van de Staat abortus toestaat wordt de vrijheid om je aan Gods gebod te houden niet aangetast. Hetzelfde zie je bij euthanasie en vrije keuze voor de dood bij voltooid leven. Toch lijkt daar een ontwikkeling gaande in een ongewenste richting. Komt er straks maatschappelijke druk om voor de dood te kiezen? Een pragmatische oplossing voor het pensioenprobleem? Ik vrees, dat mensen geeneens beseffen, dat een dergelijke ontwikkeling denkbaar is. Al eerder waarschuwde ik voor het idee hulp aan illegaal verblijvende vreemdelingen strafbaar te stellen. Zo’n verbod zou strijdig zijn met mijn plicht een mens in nood te helpen. Democratisch aanvaarde wetten behoeven niet per se ethisch juist te zijn.

Het baart mij zorgen, dat te veel mensen ogenschijnlijk gedachteloos handelen en hun naasten daarbij pijn doen. Af en toe eens nadenken, je geweten onderzoeken zou weer normaal moeten worden. Heel sterk zie je dat in het bedrijfsleven. Er zijn CEO’s, die zich van tijd tot tijd eens een dag terugtrekken om tot bezinning te komen. Waar wil ik met mijn bedrijf naar toe? Hoe is de positie van de werknemers? Eigenlijk een gewetensonderzoek toegepast op het bedrijf, waar hij de leiding heeft. Maar er zijn ook lieden, die er hun werk van maken een bedrijf leeg te roven, op te zadelen met schulden ten gunste van de aandeelhouders en het bedrijf zo naar de knoppen helpen en de arbieders van hun inkomen beroven. Dat is pas echt gewetenloos.

Sommige seculiere mensen geven hoog op van hun vrijheid nu ze niet meer aan goddelijke of kerkelijke wetten gebonden zijn. Als die vrijheid gewetenloosheid oplevert, dan belanden we met die secularisatie in een poel van ellende. Het is tijd voor bezinning, voor een gewetensonderzoek.

Jaargang 10, Nr.472.

Leave a Reply