Krijg je zo meer priesterroepingen?

Onderstaand artikel is eerder gepubliceerd  in het parochieblad Open Venster, editie Odijk, nr. 4 van juni 2013. Het lijkt mij voor een breder publiek interessant en vormt – hoop ik – nuttige feedback voor de makers van de glossy

 

Aantrekkelijke glossy: “Priester”

John Jorna

 Met dit tijdschrift vol fraaie kleurenfoto’s op glanspapier heeft de Roepingenraad van het Aartsbisdom veel publiciteit gewekt. U kent ze wel, de Linda of de Maarten. Ze verkopen goed. Het aartsbisdom heeft van ‘Priester’ al honderden exemplaren verkocht. De reacties zijn redelijk positief maar tegelijk ook nogal oppervlakkig en weinig opbouwend kritisch.

In “Priester” worden negen priesters geïnterviewd, waarvan Anton ten Klooster (1983) de jongste is. Hij is tegelijk met Wouter de Paepe priester gewijd en kort geleden benoemd in de Paus Johannes XXIII parochie tussen Rijn en Lek en de Suitbertusparochie tussen Rijn/Lek en de Waal. De oudste is Henk van Doorn (1938), die nog steeds actief is als pastoor voor een parochie op de Veluwe, maar vooral als bisschoppelijk gedelegeerde voor de oecumene. Ook Kardinaal Aartsbisschop Wim Eijk is een van de geïnterviewden. Er zijn late roepingen bij en anderen wisten al jong, dat het priesterschap hen trok. Een bijzonder verhaal is dat van Martin Los, Pastoor in De Meern. Hij groeide op in een Gereformeerd milieu, werd predikant en ging over naar de Rooms-katholieke Kerk. Hij wilde graag priester worden, maar hij is gehuwd en heeft vier kinderen. Na drie jaar stemde Rome in. Martin Los werd eerst diaken en daarna priester gewijd.

Roeping
De verhalen draaien vooral om de vraag hoe hun roeping tot stand kwam. Bij sommige groeide het heel geleidelijk, soms met veel innerlijk verzet en een eerste keuze voor een ander beroep. Bij anderen was er een mystieke ervaring. Plotseling werden zij zich bewust van het feit dat God hen riep tot het priesterschap.
Het valt heel sterk op. In de visie van de interviewer en de geïnterviewden is het steeds God, die je roept. Als ze eenmaal werken in een parochie, dan voelen zij zich gelukkig in hun werk; het vieren van de liturgie, het verkondigen van de boodschap van Jezus van Nazareth en het dagelijks gebed. De herderlijke zorg voor de parochianen, het bijstaan van de zieken en andere hulpbehoevenden komt in de verhalen wat minder aan de orde. De priester zet het werk van Jezus van Nazareth voort, maar veel mensen zullen daarvan een ander beeld hebben. In deze glossy verrijst het beeld van een sacraal priesterschap. De priester is een heilig mens, die in nauw contact staat met God. Zo zet dit magazine de priester toch enigszins op afstand van de mensen. Die afstand zal er in werkelijkheid niet zijn, maar wordt door de Roepingenraad opgeroepen. Ik zou mij kunnen voorstellen, dat iemand zich tot het priesterschap geroepen voelt, omdat hij gelooft als priester te doen wat Jezus ons heeft voorgedaan, er te zijn voor de mensen. Die uitdrukking komt in het boekwerk voor, maar wordt anders ingevuld.

Algemeen priesterschap
Als gedoopten vormen wij een priesterlijk volk. We spreken over het Algemeen Priesterschap van alle gelovigen. Je hoort er nog maar weinig over. Het begrip is nauwelijks uitgewerkt en het wordt ons maar zelden voorgehouden. Maar wat hier exclusief aan de priester wordt toegeschreven is net zo goed de taak van iedere gedoopte. Iedereen streeft naar een nauw contact met het Goddelijke, iedereen heeft de taak de boodschap van Jezus van Nazareth te verkondigen, elke gedoopte behoort de mens in nood bij te staan, de zieken te genezen, de verwarden te bemoedigen, de armen uit de nood te helpen, de gevangenen te bezoeken en de eenzamen uit hun eenzaamheid te verlossen. De priester gaat ons daarin voor. Hij is een van ons. Hij staat midden onder ons. Ik denk, dat dit heus wel geldt voor de geïnterviewde priesters, maar waarom dan toch het beeld van verheven priester wordt opgeroepen is mij een raadsel. Misschien is het een reactie op de steeds vaker klinkende opvatting, dat het priesterschap zou moeten worden open gesteld voor gehuwden en voor vrouwen en dat in elke geloofsgemeenschap iemand zou moeten worden aangewezen, die ons voorgaat in het breken van het brood en het delen van de wijn.

Ik hoop, dat in een volgende uitgave het priesterschap duidelijk wordt gezien binnen het algemeen priesterschap van alle gelovigen en als een verbijzondering van dat algemeen priesterschap.

Leave a Reply