Woningnood toen en nu

BELANGRIJKSTE VERKIEZINGSRHEMA

Het is 80 jaar geleden, dat de Tweede Wereldoorlog eindigde. Mijn vrouw en ik herinneren zich die tijd heel goed. Die oorlog ging gepaard met plaatselijk zware verwoestingen. In Arnhem door de Slag om Arnhem in september 1944 en de bevrijding in april 1945. Veel Arnhemmers waren hun huis kwijt. In Nijmegen was de Binnenstad voor een groot deel verwoest door het bombardement gericht op het station, maar helaas niet goed gericht. Van 1945 tot1955 duurde overal in Nederland de wederopbouw. In Sonsbeek bracht een grote tentoonstelling die wederopbouw in beeld. Was er nu geen woningnood meer? Om meerdere redenen waren veel huizen nodig. Na de moeilijke periode werden veel uitgestelde huwelijken alsnog gesloten. De mensen van onze leeftijd waren tien tot vijftien jaar later toe aan een huwelijk en hadden dus woonruimte nodig. Veel mensen uit de akkerbouw en veehouderij vielen weg doordat er veel gemechaniseerd en geautomatiseerd werd. Die mensen van het platteland gingen werken in de snel groeiende industrie en dienstverlening en dat vooral in steden. Dus daar werd ook enorm veel gebouwd, maar niet genoeg. De woningnood bleef een probleem.

Mijn vrouw en ik wilden graag trouwen, maar een huis was niet te vinden. Je zag advertenties in de onderwijsbladen waarin niet alleen een baan werd aangeboden, maar ook een huis. Dat vertelden we dan  aan de gemeente.  Er was ook een tekort aan leerkrachten. Straks is Arnhem ons kwijt. We hadden de pech, dat er net nog geen nieuwe bouwstroom was gestart, maar toen er een flat klaarkwam kregen wij onze driekamerflat met uitzicht op Westervoort en bij helder weer konden we zelfs de Elterberg zien.

In 1946 zijn er twee keer zoveel kinderen geboren als normaal. Daarna bleef het geboortecijfer lang hoger dan voor de oorlog. Pas in 1964 kwam het op het vooroorlogse peil. In 1966 verscheen de Tweede Nota op de Ruimtelijke Ordening. Beschreven werd waar de 20 miljoen Nederlanders moesten wonen, die er in het jaar 2000 zouden zijn. Van 1971 tot en met 1975 daalde het geboortecijfer fenomenaal. Per jaar werden er in Nederland 1000.000 minder kinderen geboren. Maar in 1975 werd Suriname onafhankelijk. Veel Surinamers kwamen vooraf naar Nederland en zij moesten ergens wonen. Onze economie groeide sterk en dus waren er veel arbeidskrachten nodig. Toen Marokkanen en Turken hun gezin mochten laten overkomen, gaf dat weer extra vraag naar woningen.

Van 1973 tot 1977 was er het Kabinet den Uyl met Jan Schaefer uit Amsterdam als PvdA-Staatssecretaris van Volkshuisvesting. De woningbouw kreeg een forse impuls en de woningnood was na een tijd opgelost. In de komende nieuwe regering hebben we een tweede Jan Schaefer nodig. Geen gezeur meer, maar fors bouwen. Daar moet een nieuwe regering van GroenLinks-PvdA, CDA en D66 en zo nodig een vierde partij voor zorgen.

In gemeenten met een rechtse meerderheid bouwt men liever geen goedkope huurwoningen. Die mensen zijn niet zo koopkrachtig en dat vindt de middenstand niet zo leuk. Die woningen kosten veel geld, maar ze brengen weinig geld op. Zo zijn er te weinig goedkopere woningen gebouwd. Dat is niet de schuld van de vluchtelingen, maar van de betreffende gemeentes. Zorg dus voor beter toezicht.

Negentiende Jaargang, Nr. 878.

Leave a Reply