ER VALT DIT JAAR IETS TE GEDENKEN
Zestig jaar geleden was het 1964. In ons persoonlijk leven, maar ook in onze gemeenschappen gebeurde het een en ander. In september begon ik met per week achttien uur als docent Aardrijkskunde aan het Niels Stensen College in Utrecht. Ik zou dertig jaar werken aan het NSC tot ik gebruik kon maken van de DOP-regeling. Oudere leraren mochten vervroegd met een soort VUT/vervroegde uittreding, zodat jongere collega’s aan het werk konden. Als alles goed gaat ben ik dus 1 september 2024 dertig jaar uit het onderwijs, waar ik ruim veertig jaar in gewerkt heb.
Kort voordat ik aan het NSC begon was onze oudste dochter geboren. Die hoopt dus dit jaar zestig te worden. Intussen ben ik dan negentig jaren jong.
In 1964 was ik leider van de oudere scoutingleden. Die heetten toen voortrekkers en ik was hun oubaas. Die namen herinneren aan de Boeren in Zuid-Afrika. Ik hoor ze nu niet meer. Een paar van mijn voortrekkers waren lid van de Arnhemband van de toen nog bestaande Katholieke Verkenners. Ze hadden met de band opgetreden in Odijk, waar een nieuwe kerk was ingezegend. Daarvan was de vroegere Arnhemse Kapelaan Hubert Bary pastoor. Na afloop hadden ze wat rond gewandeld in het toen nog heel kleine dorp. De mensen riepen hun naar binnen. Kom binnen. Dan krijg je koffie met gebak. Dat Odijk leek me een pracht dorp, al was ik er nog nooit geweest. Het betekent, dat onze H. Nicolaaskerk in september zestig jaar bestaat. Alle reden om een feestje te bouwen. Ze zijn al druk bezig een Feestcommissie op te richten.
Bij die kerk hoort een toren met bovenin een goed verlicht uurwerk. In Odijk weten we hoe laat het is. Dat uurwerk is een geschenk van de gemeente Odijk. Het aanbieden van dat cadeau was het laatste besluit van de kleine gemeenteraad van Odijk. Ik neem aan, dat het besluit genomen is in de opkamer van Restaurant Het Wapen van Odijk. Daar vergaderde de Raad van de Gemeente Odijk. Maar per 1 september werd de Gemeente Odijk samengevoegd met Bunnik en Werkhoven. De Gemeente Bunnik met de buurtschappen Vechten en Rhijnauwen en de dorpen Bunnik, Odijk en Werkhoven bestaat dus dit jaar op 1 september zestig jaar. Het is een smalle langgerekte gemeente van Utrecht tot bij de watertoren tussen Werkhoven en Cothen. Daar begint de Gemeente Wijk bij Duurstede. Aan de noordzijde wordt de Gemeente Bunnik begrensd door de gemeenten Zeist en Utrechtse Heuvelrug. Aan de Zuidzijde liggen we tegen de Gemeente Houten aan.
De Gemeente Bunnik is een echte Kromme Rijngemeente. De Kromme Rijn was vroeger een hoofdtak van de Rijn. Dit deel van de Rijn verzandde steeds meer. In 1122 werd die Kromme Rijn bij Wijk bij Duurstede afgedamd. Het Rijnwater stroomde voortaan via de Lek naar de Noordzee. De Kromme Rijn is een smalle rivier. Bij die rivier vind je een aantal kastelen Oud Amelisweerd en Nieuw Amelisweerd tussen Utrecht en Bunnik evenals Kasteel Rhijnauwen. In Bunnik kasteel Cammingha en bij Werkhoven Kasteel Beverweerd. Bij die kastelen horen weer fraaie landgoederen. Langs de Kromme Rijn vormt een jaagpad een wandelroute tussen Utrecht en Wijk bij Duurstede.
De drie dorpen van de Gemeente Bunnik zijn in die zestig jaar flink gegroeid en op dit moment wordt er vooral bij Odijk flink gebouwd. In de gemeente Utrecht komt er veel werkgelgenheid bij en de mensen, die er werken willen er graag wonen. Zo is de Raad van de gemeente ook gegroeid van 15 naar 17 raadsleden. De Gemeente Bunnik heeft dus een woonfunctie, maar je vindt er nog veel agrarisch gebied en samen met de landgoederen en de Kromme Rijn vormt Bunnik een groene long voor de stad Utrecht. Al zestig jaar vervult Bunnik de taak van een recreatieve uitloop voor de mensen uit de stad Utrecht. Het lijkt mij goed bij het komend jubileum bij deze functies van de Gemeente Bunnik stil te staan.
17e Jaargang, Nr. 786.