WIE WAS MARIA VAN GELRE?
Tien jaar heb ik les gegeven op een Lagere school in Gelderland, eerst in Spijk bij Lobith en daarna in Arnhem. Je zou mogen verwachten, dat er dan extra aandacht wordt besteed aan de geschiedenis van je eigen provincie. Dat is louter toevaal als een leerkracht iets meer weet over de lokale geschiedenis. De tijd ontbreekt om je daar echt in te verdiepen. De methodes behandelen de vaderlandse geschiedenis en ze beperken zich tot enkele cruciale periodes, die tot een ingrijpende verandering hebben geleid. Zo zorgde de strijd tussen de Bronkhorsten en de Heeckerens, in Holland bekend als de Hoekse en Kabeljauwse twisten, voor het einde aan de macht van de adel. Voortaan had de Hertog van Gelre, die ook Graaf van Zutphen was en Hertog van Gulik het gezag en waren de steden zelfstandig. Het was het begin van ons democratisch stelsel in de Nederlanden. Dat onder Karel V alle Nederlandse gewesten verenigd werden onder zijn heerschappij werd ook behandeld en de opstand tegen zijn opvolger Filips II leidde tot onze helaas nogal onbekende onafhankelijkheidsverklaring, het Placcaet van Verlatinghe van 1581.
Dan bezoek je een tentoonstelling in museum het Valkhof in Nijmegen en je maakt kennis met de gemalin van Hertog Reinald IV van Gelre en Gulik en graaf van Zutphen,. Zij is een Franse edelvrouw via haar moeder , verwant aan de Franse koning. Maria d’Harcourt werd op14 februari 1380 geboren in La Soussaye, zuidelijk van Rouen. Zij werd in 1396 hofdame . van de Italiaanse Valentina Visconti, de vrouw van de broer van de koning. Aan het hof maakte zij kennis met kunstenaars,schrijvers en geleerden. Op 12 mei 1405 huwde zei Hertog Reinald IV en werd zij Hertogin Maira van Gelre. Helaas bleef het huwelijk kinderloos. Dat leidde tot onrust onder de steden van het hertogdom, die een opvolgingsstrijd vreesden. Namens haar zieke man onderhandelde Maria met de steden. Toen haar man stierf kwam er een opvolger en Maria was niet langer welkom in Gelre. Ze verbleef zoals eerder afgesproken vooral in Gulik. Daarom kwam ze vaak in Keulen, waar ze veel kostbaarheden kocht. De tentoonstelling draait vooral om het gebedenboek, dat zij in 1415 liet maken en na de dood van Reinald IV nog liet uitbreiden. Maria stierf rond de jaarwisseling 1428 – 1429 op een onbekende plaats. Ze werd dus net geen 49 jaar, normaal in die tijd met een veel lagere levensverwachting.
Het gebedenboek lag jarenlang in een doos in een kluis in Berlijn. Nu wordt het gerestaureerd en een aantal van die gerestaureerde pagina’s kunnen nu in het museum bekeken worden. Ze zijn met de hand beschreven, maar zien er uit alsof het gedrukt is. Voor een middeleeuws boek is het nogal sober uitgevoerd. Een aantal pagina’s toont afbeeldingen in kleur van heiligen. En een bladzijde laar de hertogin zelf zien in een voor die tijd modieus gewaad. Er zijn vergrootglazen beschikbaar, maar het was zo druk, dat ik blij was mijn eigen leesglas te hebben meegenomen. De rest van de uitgebreide tentoonstelling laat de geschiedenis van die tijd zien, de kunst, de religie en de cultuur. Zo krijg je een beeld van die tijd en dan vooral van de hogere stand, dat in de geschiedenisboekjes grotendeels ontbreekt. De steden met hun ambachtsgilden en de vaak rijke burgerij naast de armere arbeiders en de geestelijkheid ontbreekt in de tentoonstelling, maar dat is niet erg, omdat daarvan altijd al veel bekend was. In oude binnensteden is er nog veel van te zien.
Voor mij was de tentoonstelling een eyeopener. Over Hertogin Maria van Gelre was tot nu toen weinig bekend. Recent onderzoek heeft een duidelijk beeld opgeleverd. Geschiedenis behandelt vaak de vele oorlogen en andere conflicten. Sommigen noemen de Middeleeuwen vanwege de belangrijke rol van de godsdienst een achterlijke tijd. De tentoonstelling laat zien hoe rijk die tijd aan wetenschap, kunst en cultuur is geweest. Wil je er meer over weten raadpleeg dan Kunstschrift 2018/4.
Jaargang 11, Nr. 540.