Nadat het Milieu Effect Rapport was uitgebracht, duurde het nog geruime tijd, voordat het op internet te raadplegen was. Het bleek een hele kluif het rapport te bestuderen. Vaak werd verwezen naar parallelle studies, die je dan ook weer moest raadplegen. uiteindelijk heb ik mij in mijn reactie geconcentreerd op de beoordeling van het tracé, dat de voorkeur kreeg van de Stuurgroep. De Stuurgroep bestaat uit afgevaardigden van de deelnemende gemeenten, de provincie, Rijkswaterstaat en het BRU. Ik heb het voorkeurstarcé Rijsbruggerweg vergeleken met het weggemanoevreerde Mereveldsewegtracé vergeleken en bij dat laatste oplossingen bedacht voor de aansluiting. Maar nu het commentaar.
Onderstaand commentaar heb ik aan de Raad van de Gemeente Bunnik aangeboden en het nu op enkele plaatsen licht gewijzigd. Het vormt de toelichting bij mijn bezwaren tegen het Milieu Effect Rapport. Tot nu toe ontving ik geen inhoudelijke reactie.
SALTO A12 : EEN COMMENTAAR
Door John Jorna
Inleiding
Door een persoonlijke ervaring ben ik ervan overtuigd, dat Houten dringend behoefte heeft aan een betere verbinding met de stad Utrecht. In de nacht van 7 januari 2005 werd ik in slechte conditie eerst naar de huisartsenpost in Houten Zuid gereden en vandaar naar het Diaconessenhuis in Utrecht. Dat was geen pretje. Een snellere verbinding met de ziekenhuizen in Utrecht of Nieuwegein is een dringende noodzaak. Een andere reden is het (weliswaar niet zo grote) overstromingrisico, waarbij in grote delen van Houten het water tot
Algemene opmerkingen bij het Eindrapport van de MER
Het rapport is duidelijk van betere kwaliteit dan de Startnotitie, die ervoor zorgde, dat het Mereveldseweg tracé niet nader onderzocht werd. Het rapport lijkt objectiever. De auteurs maken vooral gebruik van literatuur en daarbij met name van overheidspublicaties en niet van bestaande wetenschappelijke literatuur. In die overheidspublicaties kunnen al keuzes zijn gemaakt, waar we het niet zondermeer mee eens hoeven zijn. Zij doen zelf heel weinig of geen onderzoek. Ze geven aan, dat er met name over planten en dieren veel niet bekend is, al komen ze desondanks met veel gegevens. Maar we weten niet waar de lacunes zitten. Hun blik is enigszins verkokerd. Zo gaan ze er voortdurend impliciet van uit, dat alle migratie van planten en dieren verloopt via de provinciaal vastgestelde ecologische verbindingen. Alsof de libellen keurig de bordjes lezen “Verboden u buiten de ecologische verbinding te bevinden”. Ze nemen ook klakkeloos de cijfers van een verkeersmodel over zonder er kritisch naar te kijken. De uitkomsten zijn namelijk niet altijd erg logisch. Het zorgt ervoor, dat we het rapport extra kritisch moeten bezien. Dat is moeilijk doordat men door deze werkwijze moeilijk grip krijgt op het rapport en eigenlijk het werk van de onderzoekers moet overdoen. Laten we hopen, dat onder de inwoners van Houten en Bunnik zoveel deskundigheid schuilt dat het lukt de rapportknoop te ontwarren. De verkeersknoop ontwarren lukt in ieder geval niet. Daar is het rapport eerlijk over.
De verkeersknoop
Naarmate Houten groeide en steeds meer werkgelegenheid kreeg nam het spitsverkeer van en naar Houten enorm toe. Het verkeer op de A27 dreigde vast te lopen en de Staart raakte zo erg overbelast, dat de congestie tot op de Rondweg merkbaar is. Houten wilde het verkeer naar Utrecht en verder afleiden naar de A12. Het probleem is, dat de A12 tussen de knooppunten Lunetten en Oudenrijn te weinig capaciteit heeft, zodat er voor Lunetten gemakkelijk files ontstaan. ’s Avonds komt al het verkeer uit Utrecht en Nieuwegein weer naar de A12 en ontstaan er op de A12 tussen Oudenrijn en Lunetten files. Dit is de uitgangssituatie, in jargon de nulvariant.
De luchtverontreiniging: Gegoochel met cijfers
Het is algemeen bekend, dat de autolobby zich zeer ergert aan de op Europees niveau vastgestelde normen. Voor stikstofdioxide(N02) wordt overal langs het rijkswegennet de norm overschreden. Voor fijn stof blijven de berekende hoeveelheden langs de A12 nog net onder de norm. Nieuwe aansluitingen maken , waardoor de situatie lokaal verergert, kan dus niet. Maar de goochelaars van verkeer en waterstaat hebben er iets op gevonden. Als de auto’s een andere route kiezen, worden andere wegvakken ontlast. Zo kan de gemiddelde vervuiling op het rijkswegennet afnemen: meer auto’s over het Rijsbruggerweg tracé, minder over de A27. Daar neemt de luchtverontreiniging (tijdelijk) af en dus het gemiddelde ook. Het kunstje zal, denk ik, nog beter lukken met het Mereveldseweg tracé, want daarbij wordt de A12 niet extra belast. Dat intussen Houten Noord meer last krijgt, moeten we dan maar voor lief nemen. Aan de normen is voldaan en dus is er geen gezondheidsschade.
De aansluiting Mereveld
Voor Houten was het al in 2001 duidelijk, dat het verkeer op de Rondweg en de Staart zou vastlopen en dat een verbinding met de A12 nodig zou zijn en dan bij voorkeur via het Rijsbruggerweg tracé. In het Verkeersberaad van Bunnik wees ik op de mogelijkheid om een aansluiting bij de Mereveldseweg te maken. Daar was al een viaduct. Een ambtenaar van het BRU reageerde afwijzend. Daar moest ook al de spoorlijn verbreed worden. Mij lijkt het alleen maar handig als je zaken kunt combineren. In die tijd wandelde ik ook met een kandidaat statenlid over de Rijsbruggerweg en liet hem het fossiele Rijndal met restgeul, de Rietsloot zien. Weer later legde iemand mij uit, dat het weefvak snel vol zou stromen, omdat het verkeer van en naar Houten elkaar kruisen en er dan oponthoud ontstaat en dus filevorming, die tot op het weefvak doorgaat. Stante pede tekende ik een oplossing, die ik ook opstuurde naar de actiegroep ‘Bunnik let op uw Saeck’, die hem op de website zou plaatsen, evenals een aantal bezwaren tegen het Rijsbruggerweg tracé, waaronder de aanwezigheid van het fossiele Rijndal. Zo liet ik deze oplossing aan meerdere betrokkenen zien. Alle rapporten negeren deze oplossing (model1) systematisch.
Beoordeling van het Rijsbruggerweg tracé aanvechtbaar
Op bladzijde 43 van het Eindrapport wordt beweerd, dat deze geomorfologische verschijnselen, namelijk de oude rivierdalen met restgeulen, in het landschap aan de oppervlakte niet waarneembaar zijn. De auteurs zouden toch eens achter hun bureau vandaan moeten komen, de fiets moeten pakken en de Houtense fietsroute nr.1 uit het boekje ‘Fietsen door verdwenen rivieren’ gaan volgen. Dit echt schitterende boekje leert mensen kijken, ook naar het fossiele Rijndal met als restgeul de Rietsloot. Zelfs op de topografische kaart is de lagere ligging van het dal te zien aan hoogtelijnen en hoogtecijfers. De Rietsloot ligt ongeveer een meter lager dan de Rijsbruggerweg, die waarschijnlijk al door de Romeinen op deze oeverwal is aangelegd. Dit betekent, dat het tracé over grote delen moet worden opgehoogd om zo voldoende boven het grondwaterniveau te komen en minder last van nachtvorst te hebben. In zo’n opgevuld rivierdal moet je altijd verdacht zijn op diepere veenlagen of lagen slappe klei, zoals onder het Bunnikse gemeentehuis in Odijk. Dat geldt in het bijzonder voor een strook noordelijk van de Achterdijk, waar de Houtense Rijn doodliep op jongere afzettingen van de huidige Kromme Rijn.
Het Mereveldseweg tracé
Dit tracé begint bij de uitgang De Haag iets oostelijk van de kruising van de spoorlijn met de Rondweg. Dat kan door middel van verkeerslichten, maar er is ook ruimte voor een rotonde. Het tracé loopt parallel aan de Rondweg naar de spoorlijn en buigt dan af naar het Noorden. Hier wordt een strook van het Bos Nieuw Wulven opgeofferd en dat kan gecompenseerd worden door een brede berm met struiken en bomen in het open gebied tot de Marsdijk. Zo wordt de schade van de spoorverbreding aan deze ecologische verbinding, de spoorlijn gecompenseerd. Na het passeren van de Marsdijk gaat de rijbaan vanuit Houten onder de rijbaan naar Houten door en vervolgens via de bestaande onderdoorgang van de spoorlijn onder de A12 door, gaat dan naar rechts en vervolgens met een boog naar de A12. In het stuk noordelijk van de Marsdijk zijn archeologische vondsten te verwachten, in de rest van het tracé niet. Daar loopt de weg op de grens van een kom en een smalle stroomrug. De weg moet er opgehoogd worden en er kunnen zettingsverschijnselen van de komklei optreden. Klei op veen komt verder oostelijk voor. De A12 ligt hier op een oude bedding en er komen dunne veenlagen en lagen humeuze klei voor in de bovenste meter. Het grote voordeel van dit tracé is, dat het geen nieuwe doorsnijding van het landschap oplevert. De weg kruist de Mastwetering, een ecologische verbinding en daar en onder de spoorlijn is een speciale duiker nodig. De weg loopt door een vrijwel onbewoond gebied en geeft dus alleen voor enkele woningen aan de Marsdijk overlast. De weg komt dicht bij Utrecht uit en de A12 wordt tussen Bunnik en Lunetten dus niet extra belast. Het is een zeer korte en zeer rechtstreekse verbinding met Utrecht. Zolang de capaciteit van de Ring niet verhoogd is vallen er in de spits vertragingen te verwachten, maar buiten de spits verwacht ik, dat men zo het snelst van het Rond in Houten in Utrecht is.
Het Meerpaal tracé
De Startnotitie voor de verbreding van de A27 zuidelijk van het knooppunt Lunetten noemt in de nulvariant een nieuwe brug over het Amsterdam-Rijnkanaal zuidelijk van Houten en een regionale verbinding daarover tussen Houten en Nieuwegein. Zo’n brug ontlast de Utrechtse weg en de Staart. Kennelijk gaat Rijkswaterstaat ervan uit, dat die brug er komt. Alle reden om daar bij alle plannen voor de ontsluiting rekening mee te houden.
MER derde fase
In het bovenstaande zijn voor de raden van Bunnik en Houten tal van redenen genoemd om de conclusies in dit MER Eindrapport niet te aanvaarden en voortgezet onderzoek te eisen. Zij vormen in deze zaak het bevoegde gezag en Rijkswaterstaat en het projectteam bij het BRU verwijzen dan ook naar de raden van Bunnik en Houten. Dat afwijzing van de plannen betekent dat het fietspad langs het Oostroms/Oostrumsdijkje niet doorgaat is ordinaire chantage. Als het BRU enig politiek fatsoen kent, wordt dit dreigement snel ingeslikt. Je chanteert twee gemeenten niet ten koste van mensenlevens.
Bijlagen
Kaart met de twee tracés