Leven op de grens

DE ROMEINSE LIMES

Ik heb iets met de Limes de grens van het Romeinse Rijk. Vrijwel mijn hele leven heeft zich afgespeeld op die grens. Die liep langs de Rijn en de Donau. De Romeinen hebben wel geprobeerd hun rijk verder uit te breiden, maar het liep uit op smadelijke nederlagen zoals in het Teutoburgerwoud. Daar trachtte een Romeins leger de Germaanse vijand definitief te verslaan. Toen die zogenaamd vluchtte werd de achtervolging ingezet door een smal dal. Daar werden de Romeinen overvallen. De overige Romeinen konden in dat smalle dal niet te hulp snellen. U kunt het in de buurt van Osnabrück nog zien in het museum van de Römerschlacht.

Maar goed, ik werd geboren in Arnhem, weliswaar in Arnhem Noord, maar toch bij de Limes. Alleen tijdens de evacuatie en tijdens mijn onderwijzersopleiding verbleef ik elders. Mijn eerste baan was in Spijk, daar waar de Rijn voor de helft ons land binnen komt. De Rijn is daar nu grensrivier tussen Nederland en Duitsland. Pas bij Millingen zijn beide Rijnoevers Nederlands territorium. Mijn tweede baan was in Arnhem en daar woonde ik ook. Intussen studeerde ik in Utrecht aan de Limes. Toen ik mijn eerstegraads bevoegdheid had verkregen, kreeg ik een baan in Utrecht. Recent onderzoek heeft geleerd dat mijn aardrijkskundelokaal precies bovenop de nu diep liggende Limesweg stond. Toen wist ik het niet. Nu ruim 46 jaar geleden verhuisde ik naar Odijk aan de Kromme Rijn. Het is nu een smal kronkelend riviertje, maar in de Romeinse tijd was het de hoofdtak van de Rijn en lag er de Limes, bewaakt door forten, waarvan de overblijfselen in Woerden, De Meern, Utrecht, Vechten (bij Bunnik) en Wijk bij Duurstede/Rijswijk  verborgen liggen. Tussen de forten in waren wachttorens gebouwd. Bij Vechten kun je er een imitatie van zien. Tot nu toe was niet bekend waar tussen Vechten en Wijk bij Duurstede de Limesweg verborgen lag onder later afgezette kleilagen. Maar voorafgaand aan de bouw van de weg tussen Houten en de A12 is archeologisch onderzoek verricht. Daar werd het weglichaam gevonden bij de kruising van een vroegere Rijnbedding, waar in de Romeinse tijd nog water in stond. Tegen de archeologen zei ik, dat ze met deze vondst wereldberoemd waren geworden in de hele provincie Utrecht.

Al 62 jaar ken ik mijn Oostenrijkse vriend Fritz. Toen ik hem leerde kennen woonde hij in Krems aan de Donau. In de omgeving is veel wijnbouw en daar zouden de Romeinen wel eens verantwoordelijk kunnen zijn. Nu woont hij in Tulln aan de Donau. De stad heeft een originele Romeinse poort en een Römermuseum van goede kwaliteit. Een bezoek waard tijdens je fietstocht langs de Donau of je bootreis op de Donau.

Verder stroomafwaarts,  Oostelijk van Wenen liggen de overblijfselen van de Romeinse stad Carnuntum. Ook daar vind je wijnbouw. Ze maken er een zware rode wijn, Stierenbloed genoemd. Zulke wijn kan ook uit Hongarije komen. Het warme zonnige klimaat zorgt voor veel suiker in de druif en dus veel alcohol in de wijn. In een restaurant aan de Kromme Rijn stond een Oostenrijkse wijn op de kaart en nieuwsgiering geworden bestelde ik een fles. Die heette Carnuntum. Het kwam me bekend voor en ik vroeg waar de wijn vandaan kwam. Het antwoord was Karinthië. Thuis gekomen heb ik het opgezocht en de firma gebeld, wat de werkelijke herkomst was. Tsja, topografie kan lastig zijn.

Onlangs was ik in Xanten aan de Rijn tegenover Wesel. In de tijd van de Romeinen lag hier een belangrijk fort met een grote nederzetting vergelijkbaar met Keulen en Nijmegen. Er zijn bij Xanten veel resten van gebouwen uit de Romeinse periode gevonden en daarbij allerlei voorwerpen uit die tijd. Dat alles wordt getoond in een fors modern museumgebouw op het opgravingenterrein. Eigenlijk is daar een Romeins fort nagebouwd met muren en wachttorens. Er is ook een amfitheater en een herberg en een woonhuis nagebouwd. Hier en daar laat men resten uit die tijd zien, muren of fundamenten. Een tempel is in restauratie. Er is heel veel te zien en je kunt er gemakkelijk drie uur doorbrengen en dan heb je nog lang niet alles goed gezien.

Ergens op dit grote museumpark is een gebouw, waar en waaromheen men bouwmaterialen laat zien. Het mooie is, dat de teksten bij het tentoongestelde ook in het Nederlands zijn. Vier gebogen stenen vormden samen de ring voor een put. In het Duits werd gesproken over Brunnen en in de Nederlandse tekst over bronnen in plaats van een put. Het Duitse woord voor het Nederlandse bron is Quelle. Zo zie je maar dat omgekeerd er ook wel eens foutjes gemaakt worden. En je blijft eeuwig schoolmeester, nietwaar.

Jaargang 6, Nr. 285.

Leave a Reply