DE AFFAIRE DIBI EN NOG MEER
Als je vandaag aan de dag met vrienden en bekenden een kopje koffie drinkt heb je heel wat uit te leggen. Zo zei iemand op het zonnige terras, dat hij van de politiek niets meer snapt. Daar kun je dan mooi op inhaken.
De geschiedenis van GroenLinks kent heel wat miskleunen. We zijn ze allemaal weer te boven gekomen. Zo was er een duolijsttrekkerschap, dat geen succes werd. Er was een kamerlid, dat een ziekte simuleerde, waar zelfs de medefractieleden intuinden. Politici moeten over een flinke dosis acteertalent beschikken. Er was de affaire Sam Pormes, die evenmin tot vreugde stemde. Het is dus ook geen wonder, dat er vervolgens een strakke procedure kwam voor de selectie van kandidaten voor verkiezingen. We willen mensen op de lijst, die ons vertrouwen waard zijn, die geschikt zijn en die clean zijn. Getuige de profielen voor kamerlid en fractievoorzitter weten we inmiddels uitstekend aan welke eisen iemand moet voldoen.
Nu is de procedure enorm versneld en dus niet volledig gevolgd. Tofik Dibi hield zich niet aan afspraken in de procedure, die terecht zwijgzaamheid voorschrijven, zolang de kandidatencommissie de lijst niet heeft vrijgegeven. Elk van de 165 sollicitanten moet er op kunnen vertrouwen, dat een negatief oordeel niet zo maar openbaar wordt. Tofik Dibi meende boven de wet te kunnen staan en trad te vroeg naar buiten en toen het oordeel negatief uitviel – naar mijn mening terecht – kon hij niet meer terug en ging vechten als een leeuw. Zo toonde hij zelf het gelijk van de kandidatencommissie aan. Tsja!
Dan waren er nog mensen, die wilden kunnen kiezen. Binnen GroenLinks zijn meer mensen geschikt als lijsttrekker m/v, maar die hebben zich niet aangemeld. Anders was er inderdaad iets te kiezen geweest. Nu krijgen we een gemankeerd referendum. Wat de motieven zijn van de mensen, die dat referendum zo graag wilden is onbekend. Ik neem aan, dat mensen niet op Dibi gaan stemmen omdat ze het zo zielig vinden, dat hij streng beoordeeld is. Evenmin niet omdat ze het beleid van Jolande Sap niet steunen, want Dibi was het inhoudelijk altijd met haar eens. En ook niet, omdat Dibi uit de grote stad Amsterdam aan het IJ komt en Jolande Sap uit het stadje Venlo aan de Maas, want de beste moet het worden.
Al babbelend bij de koffie komen ook het vijf-partijen-akkoord en Griekenland voorbij. Het belangrijkste argument van de PvdA is, dat lastenverzwaring de consumptie onder druk zet. Maar de overheid gebruikt de opbrengsten om de koopkracht van de minima zo goed mogelijk te handhaven en mensen in het speciaal onderwijs en de cultuursector aan het werk te houden evenals mensen met een beperking. Hun koopkracht blijft behouden. Zo wordt voor de laagste inkomens het grotere eigen risico geheel gecompenseerd. Behoud van koopkracht leidt tot behoud van consumptie. Is het zo erg, dat er wat gematigd wordt in de overconsumptie aan luxe goederen en diensten, die je bij veel middelbare en hogere inkomensgroepen kunt waarnemen? Het is economisch toch hoogst ondoelmatig en ecologisch zeer schadelijk, dat mensen elke dag vele tientallen kilometers heen en weer reizen naar hun werk en de reiskosten ook nog eens belastingvrij door hun werkgevers vergoed krijgen.
Nederland heeft als handelsnatie enorm geprofiteerd van het ontstaan van een grote gemeenschappelijke markt. Onze ligging aan de Noordzee bij de monding van de Rijn en de Maas zorgde voor veel doorvoer en voor de verwerking van grondstoffen en halffabricaten tot eindproducten, waarbij we dan ook nog heel gunstig lagen in een dichtbevolkt en welvarend gebied met veel koopkracht. Wij profiteerden volop van de vele vestigingsvoordelen. Maar al in de tachtiger jaren waarschuwde ik mijn leerlingen voor het feit, dat er in de uitgebreide EU ook gebieden zijn, die alle vestigingsvoordelen missen en waar de economie de concurrentie met Noordwest Europa zal verliezen. We zien het nu in Griekenland gebeuren. Alleen door het loonniveau enorm te verlagen, kunnen de Grieken weer concurrerend worden. Dan moeten de rijke Grieken en de West-Europese ondernemingen ook nog bereid zijn in de Griekse economie te investeren. Wees maar blij, dat je niet in Griekenland woont. Iedereen was het daar volkomen mee eens.
Jaargang 5, Nr. 215.