/Ontwikkelingssamenwerking

NGO’S KRIJGEN VEEL MINDER RIJKSSUBSIDIE

Diverse ontwikkelingsorganisatie krijgen als  ook de volksvertegenwoordiging ermee instemt te maken met een forse daling van de rijkssubsidie. Die subsidie is zo hoog omdat  in eerdere jaren het Rijk tot de conclusie kwam, dat de projecten, die onder Rijksbeheer tot stand kwamen vaak te weinig nazorg kregen. Daarvoor waren er geen mensen beschikbaar. De particuliere organisaties konden voor de noodzakelijke continuïteit zorgen. Daarop werden de ontwikkelingsprojecten vrijwel geheel in handen gelegd van particuliere ontwikkelingsorganisaties. Die waren heel blij met het vertrouwen dat ze van het Rijk kregen. Ze gingen enthousiast aan de slag. Aan hun jaarverslagen  en artikelen op hun websites of in publicaties bleek, dat ze met veel succes werkten en in die Derde Wereldlanden de welvaart omhoog wisten te stuwen. Natuurlijk zijn er daarnaast onstabiele staten of burgeroorlogen, die er voor zorgen, dat het in die gevallen niet of nauwelijks lukt.

Waarom vonden opeenvolgende regeringen het belangrijk, dat er vanuit Nederland aan ontwikkelingssamenwerking moest worden gedaan? In partijprogramma’s was ontwikkelingssamenwerking vaak een must. Was het internationale solidariteit? Of christelijke naastenliefde? Of speelde de schaamte over het koloniale verleden een rol? We hadden iets goed te maken. Maar er waren daarnaast heel nuchtere economische motieven. Als die landen tot grotere welvaart kwamen groeide onze exportmarkt. Die landen hadden eindelijk het geld om medische apparatuur van Philips aan te schaffen of ze hadden het geld om wegen aan te leggen of havens voor hun export .Het Nederlandse bedrijfsleven kreeg zo meer werk en maakte meer winst.

In haar gebrek aan kennis en deskundigheid presteerde Minister Klever het om te zeggen, dat die NGO’s maar zelf het geld bij de burgers moesten halen. Ze beweerde ook, dat uit de verkiezingsuitslag blijkt, dat er meer aandacht moet worden besteed aan de situatie in Nederland zelf.

Ik ben donateur van nogal wat organisaties, die zich met ontwikkelingssamenwerking bezig houden. Ik weet hoe hard ze eraan werken om meer donateurs en hogere donaties te krijgen. Nog meer los kloppen zal moeilijk worden.  Daarnaast is het zo, dat vooral jongeren in toenemende mate een egoïstische levensstijl hebben. Een reisje naar verre buitenlanden in andere werelddelen gaat voor. En je moet zo snel mogelijk je rijbewijs halen en dan ook een auto aanschaffen. Wij kochten onze Mini pas toen we dik in de dertig waren, een huis hadden gekocht en drie kinderen hadden gekregen. We kenden de boodschap van het Evangelie : Draag bij naar vermogen en dat  venijnige woord van Jezus: “Het is voor een rijkaard moeilijker om in de hemel te komen dan voor een kameel om door het oog van een naald te kruipen. Ik moet er vaak aan denken als de Volkskrant weer met haar lijstje van miljardairs in Nederland komt. Hoeveel procent van de stemmers op PVV, VVD en BBB kent die uitspraak uit het Evangelie?

En dan moet ik weer denken aan mijn broer, die zijn leven lang eerst in de Democratische Republiek Congo werkte. Eerst was hij leraar aan een onderwijzersopleiding in de Evenaarsprovincie. Toen er voldoende Congolezen waren met een goede opleiding konden, die zijn werk overnemen. Een paar jaar werkte hij in een parochie, maar dat werk was te zwaar voor hem. Hij kreeg de taak om jongemannen voor te bereiden op de priesteropleiding van zijn Mill Hill Congregatie. Toen het te gevaarlijk werd in Congo, ging hij dat werk doen in India. Met 75 jaar ging hij rusten, maar van de paar zakcentjes, die hij kreeg ging het grootste deel naar India. Zijn leven was geven, beste Mevrouw Klever.

18e Jaargang, Nr. 813.

Leave a Reply