Sacrament van de Levensavond

TEKEN VAN KRACHT

Vrijdag, 3 oktober 2014 ontvingen mijn vrouw en ik het Sacrament van de Levensavond. Vroeger heette dat het Heilig Oliesel of samen met de communie de laatste heilige sacramenten of de sacramenten der stervenden. Het werd veelal kort voor het overlijden toegediend. Maar inzichten veranderen. Zoals het Doopsel past bij je kindertijd en het Vormsel bij de volwassenheid, zo past het H. Oliesel bij de derde levensperiode, die van de ouderdom, van de AOW. Bij velen komen met de ouderdom ook de gebreken en dit sacrament geeft je de kracht, de genade om daar goed doorheen te komen. Dat geloven althans de vierentwintig mensen, die zich hier het H. Oliesel lieten toedienen. Mijn drie kinderen waren erbij. Dat deed ons goed. Tevoren had ik ze gezegd, dat God je weliswaar de kracht geeft, maar dat God helpt door mensen. Dat hebben wij de afgelopen periode van ziekte en herstel aan hen kunnen merken. Ze stonden vaak voor ons klaar. Dat is helemaal niet zo vanzelfsprekend. We leven in een tijd van individualisering. Iedereen leeft zo zijn eigen leventje. Bij velen is er geen ruimte voor een ander. Bij sommigen is het besef gaan ontbreken, dat je iets voor een ander moet overhebben. Naastenliefde of solidariteit is een onbekend begrip geworden. Daarom zet ik grote vraagtekens bij het gesprek aan de keukentafel, wanneer iemand een beroep doet op de zorg. De participatiemaatschappij is een nieuwe naam voor het oude ideaal van de burenhulp, de ‘naoberplicht’. Hoeveel mensen voelen zich nog aangesproken door die oude idealen? Zonder een hechte familieband of vriendschapsband zal het moeilijk worden. Ook in ons dorp, waar veel mensen elkaar kennen, klagen sommigen over eenzaamheid. Vroeger hadden zulke mensen nog een band met een kerk of een vakbond of zelfs een politieke partij. Maar ontzuiling en secularisatie hebben verbondenheid de nek omgedraaid.

Toch ben ik niet alleen maar pessimistisch. Weliswaar is het kerkbezoek sterk afgenomen en blijft nog verder afnemen. Dat wil niet zeggen, dat mensen dus ook ongodsdienstig zijn. Godsdienst is een individuele zaak geworden en mensen scharrelen van allerlei religies hun eigen geloof bij elkaar. Ze komen niet meer in de kerk, maar de aloude waarden zijn bij hen niet verloren gegaan en ze geven ze ook door aan hun kinderen. Er is in Nederland een toenemende belangstelling voor spiritualiteit. Die trend zie je ook heel sterk bij het bedrijfsleven tot bij het World Economic Forum aan toe. Topmanagers beseffen, dat ze een sterkere persoonlijkheid krijgen als ze inspiratie zoeken in spirituele boeken of tijdschriften en zo gaan beseffen, dat ze een dienend leiderschap moeten nastreven. Er verschijnt op dit gebied steeds meer. Topmanagers beseffen ook, dat wanneer belangrijke waarden door hun personeel terzijde worden geschoven dat het gevoel van onderlinge verbondenheid schaadt. Een goede sfeer in een bedrijf verhoogt de productiviteit. Als het goed is blijven mensen niet steken in het denken aan eigenbelang.

Mijn levenslange ervaring heeft mij geleerd, dat je veel goede dingen kunt opzetten, maar dat je daarbij met anderen moet samenwerken. Als je iets wilt betekenen voor de gemeenschap van je dorp of je wijk, dan past daar geen doorgeslagen individualisme bij. Als er geen echte idealen bij de mensen van de groep leven, wordt het moeilijk iets van de grond te krijgen. Zelf vind ik die idealen in het leven van Jezus van Nazareth. Ik leef in een gemeenschap waarin je die idealen nog echt kunt beleven. Het is voor mij een enorme rijkdom. Afgelopen vrijdag heb ik dat weer eens echt beseft.

Jaargang 7, Nr. 329.

Leave a Reply