ERFELIJKE ARMOEDE
Onzichtbare armoede zou je het ook kunnen noemen, want de gezinnen, die van generatie op generatie in armoede verkeren vallen niet op. Ze blijven buiten ons gezichtsveld. Het zijn onze vrienden niet, noch onze klasgenoten of studievrienden of collega’s of buren. Ze blijven door ons ongezien en zij zullen deze column ook niet lezen, als ze al kunnen lezen. Ze beschikken niet over een computer noch over toegang tot het Internet. Marcel van Dam noemde ze in zijn film, die afgelopen vrijdagavond, 20 november door de Vara werd uitgezonden “De onrendabelen”.
Wij weten, dat schoolsucces afhankelijk is van aanleg en milieu. Vaak is de aanleg al niet geweldig, maar de ouders zijn weinig ontwikkeld en kunnen hun kinderen niet helpen bij hun schoolwerk. Ze missen het geld voor een krant, een computer of een bijles. Door slechte voeding, huisvesting en hygiëne zijn de kinderen vaker ziek en missen vaker lessen. Ze komen niet ver in het onderwijs en verlaten het zonder enig diploma. Op de arbeidsmarkt maken ze nauwelijks kans. De weg naar hulpverlenende instanties weten ze niet te vinden. Ze missen de energie om er eens flink tegenaan te gaan en zo verandering in hun situatie te bereiken. Ze hebben ook al lang de moed opgegeven en hun zelfbeeld is zeer zwak. En zo verkeren ze van generatie op generatie in bittere armoede.
In de tijd, dat het CDA de C nog met enig recht in de naam had, je de PvdA nog een solidariteitspartij kon noemen en de VVD nog enig benul van fatsoen had werd er in Nederland gebouwd aan een uitstekend sociaal stelsel. Marcel van Dam laat in zijn film zien hoe dit stelsel de afgelopen dertig jaar stap voor stap is en wordt afgebroken. Terwijl de koopkracht van velen enorm verbeterd is bleef die van de uitkeringsafhankelijken op eenzelfde niveau. Men verdedigt dat met de stelling, dat een ruime uitkering zou zorgen voor te weinig druk om te solliciteren. Wat deze cynici vergeten is, dat deze mensen nu juist geen enkele kans maken op de arbeidsmarkt, waar alleen maar steeds hogere eisen gesteld worden. Zo blijven ze dus tot armoede veroordeeld. Je kunt ze immers niet nog meer laten teren op de portemonnee van de hard werkende Nederlanders, zoals de deskundige econoom Frank Kalshoven in de Volkskrant van zaterdag opmerkte.
Ik heb het niet geweten. Kun je dat zeggen? Marcel van Dam bekende, dat hem veel ontgaan is. Hij zei het met enige schaamte bij Pauw en Witteman. Opmerkelijk in die uitzending was de rol van staatssecretaris de Vries. Hij beweerde, dat onze sociale uitgaven zo laag zijn omdat de mensen het hier in meerderheid zo goed hebben. Die paar armen kosten ons niet zo veel en hij vergat gemakshalve, dat de koopkracht van die armen op hetzelfde te lage niveau is gebleven. Al jaren lang is er elke derde dinsdag van de maand om 13.00 uur een kleine demonstratie tegen de armoede bij het gebouw van de Tweede Kamer. In de film kwam Raf Janssen veelvuldig aan het woord. Hij en zijn collega André Bons hebben al vanaf 1988 meerdere boeken over dit onderwerp gepubliceerd. Vanuit de kerken heeft een groep als “De Arme Kant van Nederland” herhaaldelijk tegen de toenemende armoede geprotesteerd. Waren wij doof en blind?
De Franse priester Joseph Wresinski (1917-1988) werd in 1956 door zijn bisschop gevraagd de zorg op zich te nemen voor een groep arme gezinnen in enkele barakken in Parijs. Hij ontdekte het verschijnsel van de erfelijke armoede en met zijn beweging “Aide à tout détresse”, ATD De Vierde Wereld kwam hij tot een werkwijze om iets aan de situatie te verhelpen. Het ging er om de vicieuze cirkel van erfelijke armoede te doorbreken door te zorgen, dat de kinderen met meer succes onderwijs zouden volgen. Het tweede belangrijke doel is de gezinnen hun waardigheid terug te geven. Vervolgens zullen de gezinnen het kunnen opbrengen hun lot in eigen hand te nemen. Hoe dat gaat is prachtig beschreven door Henri van Rijn in “Armoede: Noodlot of onrecht? Een van de armste gezinnen in Nederland aan het woord.”
De armoede is een voortdurende schending van de Rechten van de Mens. ATD De Vierde Wereld heeft een oproep gedaan aan die schending een eind te maken. Dat manifest kunnen we ondertekenen op de site van de beweging www.oct17.org .
Tenslotte wijs ik nog op een van de mechanismen, die leiden tot de voortgaande afbraak van ons sociaal stelsel. De premies van de sociale verzekeringen vormen voor het bedrijfsleven een forse kostenpost. In de ogen van de ondernemers wordt hun concurrentiepositie daardoor geschaad. Als je echter landen met een veel hoger niveau voor de uitgaven aan de sociale voorzieningen met Nederland vergelijkt blijkt geenszins, dat hun concurrentiepositie is verslechterd. Het alsmaar toegeven aan de druk van de werkgevers maakt hen lui. Ze spannen zich niet in de productie te rationaliseren. Ik vraag mij af of het geen tijd wordt in de EU duidelijke normen af te spreken over een minimumniveau voor de sociale uitgaven en zo tot eerbiediging van de Rechten van de Mens te komen.
Jaargang 2, nr. 37.