Reis naar Istrië 2

WATERVALLEN EN DRUIPSTEEMGROTTEN

Vanuit ons hotel in Opatija maakten we dagelijks excursies, als je tenminste had ingetekend voor het pluspakket. Er waren ook mensen, die liever in Opatija bleven om te wandelen of te winkelen en een terrasje te pikken.

De tweede volle dag in Kroatië gingen we naar de Plitvice-meren ruim 200 kilometer het binnenland in. Ze liggen in een 295 KM2 groot nationaal park al in 1979 door de UNESCO op de Werelderfgoedlijst geplaatst. Zestien meren liggen er op verschillende hoogten bij elkaar en zijn onderling door watervallen verbonden. Het hoogst gelegen meer op 636 meter boven zeeniveau en het laagste ligt op 503 meter.

Hoe is dit alles ontstaan? De rivier de Korana heeft hier een diepe kloof uitgeschuurd. Plaatselijk is het dal nog dieper geworden, doordat dieper gelegen grotten zijn ingestort. In de rivier vormen zich ook dammen. Door een combinatie van algengroei en afzetting van kalksteen worden die dammen elk jaar ongeveer anderhalve centimeter hoger. Zo wordt het meer achter die dam steeds dieper en de waterval steeds hoger De hoogste waterval is nu 76 meter. Door de algen en het gesteente travertijn (kalksinter) krijgen de meten een groenblauwe of turquoise kleur. Er valt dus veel moois te zien.

De bus zette ons af bij ingang 1 de laagst gelegen toegang tot het park. Vanaf een plateau krijg je al onmiddellijk een schitterend vergezicht naar een hele rij watervallen aan de overkant van het dal. Dan volgen we een panorama pad tegen de dalrand aan met af en toe weer een openplek met het uitzicht op een meer met hemelsblauw op turquoise water. We arriveren bij de halte van een treintje: twee wagons en een trekker ervoor. Die brengt ons naar halte drie. Dan wordt het wandelen over knuppelbruggen door een hoogveenmoeras en langs meren. Weer omhoog en weer omlaag langs talloze watervalletjes en grotere en kleinere meren. Je moet wel stevig op je benen staan. Dan deelt de groep zich. De mensen met een goede conditie lopen verder, de rest keert terug naar halte drie, een flinke klim, maar iedereen kan het in zijn eigen tempo met af en toe een rust. Deze groep gaat met de bus naar halte twee en wacht dar op de andere groep, die nog uit het dal omhoog moet klimmen. Als we compleet zijn, lopen we naar de grote weg, waar onze bus ons ophaalt.

De terugreis gaat via een andere route. We stoppen nog bij een kraam met streekproducten: honing en vruchtenlikeur. Onze kersenlikeur was heerlijk, maar de fles was terug in Nederland veel te vlug leeg.

De derde dag ging de excursie naar de druipsteengrotten van Postojna in Slovenië. We moesten dus de grens in Noordelijke richting passeren en dat is altijd wat spannender na de vluchtelingenstroom van vorig jaar. Het verliep allemaal heel soepel. Het grottenstelsel is hier ruim 23 kilometer lang, maar voor gewone bezoekers zijn alleen de eerste zes kilometer toegankelijk. De grotten zijn echt een wereldattractie. Zo was er eem forse groep Zuid-Koreaanse vrouwen. Wij gingen met een Duitssprekende groep mee. De tocht begon met een flinke treinreis ook al langs druipsteenformaties. Je mocht er niet flitsen en dus zijn de foto’s door teveel bewegen niets geworden. Lopend ging het beter met af en toe even stil staan. Van tijd tot tijd hield de groep stil en dan gaf de gids via een geluidsinstallatie toelichting. Dat was meestal afgelopen voordat ik dicht genoeg bij de spreekster was om er iets van te verstaan. Je moet kiezen; foto’s maken of de gids volgen en naar haar luisteren. Het laatste stuk ging weer met het treintje. We waren behoorlijk moe van de tocht en blij, dat we konden zitten voor een lunch. Tsja, het was in Slovenië en dus konden we met Euro’s betallen; makkelijk toch. Volgende week verder.

Jaargang 9, Nr. 431.

 

Leave a Reply