Het rapport van de Commissie van Dijk 2

MET TEGENWIND TEGEN DE STROOM IN

De Commissie van Dijk had tot taak de oorzaken van de verkiezingsnederlaag van GroenLinks te onderzoeken. Zij komt tot de conclusie, dat die oorzaken vooral gezocht moeten worden bij de partij zelf. Er was te weinig regie. Dat zat niet alleen in de incompetentie van bestuurders, maar ook in de structuur van de partij, die het onmogelijk maakte adequaat te reageren. Het interim-bestuur komt nu met een reeks voorstellen, die er voor moeten zorgen, dat een bestuur in de toekomst beter in staat is om op allerlei gebeurtenissen goed te reageren. Leden hebben deze week een enquête ingevuld, waarin ze kunnen aangeven wat ze van die voorstellen vinden en waarin ze de gelegenheid krijgen suggesties voor verbeteringen te doen. In de afgelopen jaren heb ik heel wat keren op dergelijke enquêtes aangedrongen. Goed werk dus.

In paragraaf 3.4.5. komt onder het kopje “Veranderend politiek landschap” een aantal externe oorzaken van de slechte resultaten aan de orde. De commissie noemt (1) de crises, waarin Nederland en Europa verkeren. Allereerst de economische crisis, waarvan steeds meer mensen de gevolgen ondervinden. Maar daarnaast (2) de bankencrisis, de kredietcrisis, de energie- en grondstoffencrisis en de klimaatcrisis. Daarin is een duidelijke samenhang en de commissie noemt het een uitdaging voor GroenLinks de samenleving de weg uit de crisis te wijzen. De commissie bedoelt waarschijnlijk, dat we niet in staat zijn mensen duidelijk te maken hoe onze Green New Deal kan leiden tot het oplossen van al deze crises. Je hoort ook zeggen, dat de mensen wel iets anders aan hun hoofd hebben dan een beter milieubeleid.

Die crises hebben tot (3) grote overheidstekorten geleid en het wegwerken daarvan voelen we bijna allemaal in onze portemonnee. Het Lenteakkoord zorgde voor een begin van structuurverandering en de pijn daarvan wordt GroenLinks nagedragen.

Sinds (4) Fortuyn is er veel veranderd. Een PVV met zoveel aanhang was voordien ondenkbaar. Maar ook aan de uiterste linkerzijde kwam een conservatieve SP naar voren. De onduidelijkheid over het ontslagrecht zorgde voor een verlies naar de SP.

Terwijl allerlei traditionele organisaties als politieke partijen en vakbonden de grootste moeite hebben leden aan zich te binden en vrijwillig kader te vinden zien we tegelijkertijd (5) allerlei informele initiatieven opbloeien als stadsboerderijen, deelauto’s, voedselbanken, kledingruilbureaus, windcoöperaties en zon op dak collectieven. De initiatiefnemers daarvan moeten zich toch sterk verbonden voelen met de ideeën van GroenLinks en toch is het moeilijk voor GroenLinks in die maatschappelijke stroom mee te gaan.

Ik vind, dat er meer ontwikkelingen aandacht verdienen. GroenLinks vindt (6) het voorkomen van misdrijven belangrijk en wil herhaling voorkomen door een goede begeleiding bij de terugkeer in de maatschappij. De maatschappelijke trend is juist de roep om strengere straffen en een strak handhaven van de regels. Mensen roepen om meer veiligheid en meer blauw op straat. Wij willen beter onderwijs en minder discriminatie op de arbeidsmarkt. Het is merkwaardig, dat er tegelijk (7) een trend is om je niets van politie of regels aan te trekken en te doen waar je zin in hebt.

Terwijl GroenLinks een soberder levensstijl bepleit zien we in de media, maar ook bij welvarende tweeverdieners (8) de neiging de welvaart breed te etaleren. Rijkdom en overvloedige consumptie, dure party’s, dikke auto’s en verre vakanties verhogen je maatschappelijke status. (9) Mensen met lagere inkomens verwachten van de overheid “brood en spelen”. Als we vandaag een nieuw stadion willen, moet het er morgen zijn. Tsja, dat kan natuurlijk niet. Die voortdurend sluimerende onvrede kan de komende jaren nog heel wat problemen geven, zeker als er politieke partijen gewetenloos op inhaken.

(10) De samenleving is onoverzichtelijk geworden. Individualisering en ruimtelijke differentiatie zorgen ervoor, dat we weinig zich hebben op de maatschappelijke werkelijkheid. De goed opgeleide jongeren uit Wassenaar of Heemstede of het Gooi komen misschien wel eens bij Oma in haar luxe zorgappartement, maar nooit in de gesloten afdeling Dementie van een verpleeghuis in een achterstandswijk met een stevige onderbezetting van het steeds wisselende personeel. En als ze dan daar eens bij toeval belanden hebben ze dan het empathisch vermogen om met de bewoners mee te voelen? Hebben mensen nog oog voor hen, die het pas echt moeilijk hebben?

GroenLinks roeit maar al te vaak tegen de stroom in. Hoe moeten we daar eigenlijk op reageren? Ik krijg de indruk, dat de campagneleiding de neiging heeft zich vooral te richten op mensen en gemeenten of stadswijken, waarvan we uit ervaring weten, dat daar veel van onze kiezers zitten. Dat is in navolging van de Democraten in de USA. In mijn eigen gemeente is een van de drie dorpen wat conservatiever. Toch ken ik daar heel wat fijne mensen. Voor hen is een stap naar GroenLinks wat moeilijker. Toch hebben we daar de laatste keer gefolderd. Tien minuten folderen leverde één stem op. Dat dorp en de carnavalsvereniging noemt zich “De Vergeten Hoek”. Moeten we ze de volgende keer maar vergeten? Als oud schoolmeester krijg ik dan het gevoel, dat ik tegen een wat zwakkere leerling in de klas zeg, dat ik aan hem geen tijd ga verspillen. Moeilijk hoor.

Voor zover het Wetenschappelijk bureau aan deze maatschappelijk trends nog geen studies heeft gewijd, zou ik willen vragen daar eens op te gaan studeren en ook eens te kijken naar het hierboven geschetste dilemma.

Jaargang 5, Nr. 253.

Leave a Reply