DE BRIEF VAN BRAM
De uitzending van Pauw en Witteman maakte mij wel heel nieuwsgiering naar de brief. Maar als goed ingevoerd GroenLinks lid kwam er voor mij weinig nieuws naar voren. In mijn columns is veel aan de orde gekomen. Ik was ook niet blij met de manier waarop Jolande Sap pootje werd gehaakt. Die zogenaamde partijleiding van belangrijke partijleden moet goed weten, dat dit nooit meer mag gebeuren.
In de Afghanistan kwestie had ik zoals iedereen de nodige twijfels over de kans op succes voor deze politietrainingsmissie. Maar ik ging mij ook afvragen hoe men op het idee was gekomen zoals neergelegd in een motie samen met D66. Een falende staat als Afghanistan heeft op de eerste plaats behoefte aan een goed werkend justitieel apparaat en aan goed getrainde neutrale en niet corrupte politie. Als wij aan dat ideaal een bijdrage zouden kunnen leveren, zou dat op de lange duur gunstig zijn voor de ontwikkeling van een rechtsstaat. Soms breekt plotseling en onverwacht algemeen het inzicht door, dat alsmaar oorlog zinloos is. Je vergroot alleen maar het lijden van bijna elke familie. Ik heb het meegemaakt na 1945. De toekomst zal leren of al die cynische sceptici gelijk hebben. Het kan ook, dat na 2014 niemand nog enige interesse heeft voor Afghanistan; dat het land weer een vergeten uithoek wordt.
Soms wordt het moeilijker om het waarom van progrmmapunten te begrijpen. De arbeidsmarkt is een zeer complex systeem met tal van belangentegenstellingen. Mensen concurreren met elkaar, worden door werkgevers tegen elkaar uitgespeeld en de werkgevers concurreren ook weer met elkaar en met ondernemers in allerlei buitenlanden. Wie zijn de zwaksten in dat spel? Dat is weer afhankelijk van de verhouding tussen vraag en aanbod. Als er veel vraag is naar arbeidskrachten zijn er weinig problemen en kun je werken aan het nog soepeler laten functioneren van die arbeidsmarkt. Maar de laatste jaren raakt de economie in het slop en raken steeds meer mensen werkloos. Dan moet de aandacht veel meer gericht zijn op handhaven van bestaande rechten. Dat zijn we even vergeten. Die depressie zou zo weer voorbij zijn. Maarrrrr de gewone leden wisten natuurlijk reuze goed, dat aan de tijd, dat je gemakkelijk aan een baan kwam zo weer een eind zou kunnen komen en dat het dan er weer op aan kwam de zwaksten op de arbeidsmarkt te beschermen. De belangentegenstelling tussen werkgevers en werknemers is immers fundamenteel. Een bedrijf streeft naar maximale winst. Een instelling moet uitkomen met een steeds krapper budget. Ik zou ook wel willen, dat er altijd harmonie heerst op de arbeidsmarkt. Helaas, klassentegenstellingen zullen nooit helemaal verdwijnen.
Wat moeten de uitgangspunten zijn van ons arbeidsmarkt beleid? A. Niemand, die baanloos wordt, mag in armoede vervallen. B. Niemand mag permanent in een uitkeringssituatie blijven. C. De beste manier om mensen uit die situatie te verlossen is ze aan een baan te helpen. D. Dus alle aandacht moet gericht zijn op het scheppen van meer banen. E. Daarbij moet het eerlijk verdelen van het bestaande werk niet uitgesloten worden. F. Maar het herstel van een duurzame economie en daarmee banen scheppen moet alle aandacht krijgen. Als je het zo brengt, dan snappen zelfs Pauw en Witteman met hun quasi domme vragen het.
Deze week vóór de brief van Bram arriveerde, dacht ik na over een column met de vraag hoe je voor de gemiddelde burger een aantrekkelijk en begrijpelijk beeld zou kunnen schetsen van wat dat nu eigenlijk is, een duurzame leefwijze. We kennen ze allemaal wel, die futuristische plaatjes van de wereld van de toekomst. Manhattan-achtige steden, waar vliegende schotels over de stad scheren. Een soort beeldroman van de toekomst volgens GroenLinks; kunnen we ons dat voorstellen? Een nul-energiewoning, maar toch van alle gemakken voorzien? Maar geen robots en te veel automaten, want we moeten wel in beweging blijven en onze creativiteit kwijt kunnen. Welke eisen worden dan aan huishoudelijke apparaten gesteld? Hoe lang gaan ze mee? Hoe gemakkelijk zijn ze te repareren of zijn versleten onderdelen te vervangen? Zijn ze zo gemaakt, dat alle materialen gemakkelijk gerecycled kunnen worden? Hoe ziet het stedelijk landschap er uit? Hoe is het verkeer geregeld? Nog steeds zoveel automobiliteit? Of wonen we weer dichter bij ons werk of zijn we vooral thuiswerkers? Welk beeld van het platteland komt ons voor ogen? Overal windmolens? Aantrekkelijker vorm gegeven? Vliegen we nog steeds de wereld rond om tempels in Cambodja of Peru te bekijken?
Ik vermoed, dat iedereen weer met andere antwoorden komt. We weten het niet. Wat we wel weten is, dat er energiezekerheid moet komen, want de voorraden aardolie, aardgas, steenkool, bruinkool en uraniumerts zijn niet oneindig. We weten, dat de goederenproductie zo moet worden, dat alle materialen gemakkelijk gerecycled kunnen worden. We weten, dat alle aandacht moet gaan naar energiebesparing. We weten, dat de huidige vorm van automobiliteit zoveel negatieve effecten heeft, dat het zeker anders moet.
De komende jaren zal er dus enorm veel veranderen. Dat gaat veel inventiviteit en veel investeringen vergen. Daarom scoren wij met ons programma ook zo goed op werkgelegenheid. Het betekent, dat we met een enerzijds onprettige boodschap komen, dat het zo niet verder kan. Maar dat we ook met een aantrekkelijk verhaal kunnen komen, dat de noodzakelijke omschakeling veel werk gaat opleveren. Ik heb al eens eerder uitgelegd wat het voor de landbouw betekent. Het gaat voor alle levensterreinen heel ingrijpend worden. Wat moet het heerlijk zijn nu jong te zijn en te weten, dat je er aan kunt gaan werken en dat je het allemaal zult gaan meemaken.
Jaargang 5, Nr. 243.