Wisseling van wethouders

DE KUNST VAN HET HAALBARE

Wethouders en gemeenteraden worstelen nog steeds met het dualisme. Menig wethouder is al dan niet gedwongen afgetreden. Wethouders zijn niet langer lid van de gemeenteraad en van hun fractie. Het College staat los van de Raad, zoals de regering los staat van het parlement. Normaal steunt de regering op een meerderheid in beide kamers van het parlement. Bij sommige kwesties moet de huidige regering steun zoeken bij andere partijen dan de regeringspartijen en gedoogpartner PVV. Dat vraagt dan het nodige overleg, eventueel in achterkamertjes. Zo kan het beleid bijvoorbeeld pro-Europees blijven. Nu een nieuwe bankencrisis voor mogelijk wordt gehouden met een nieuwe economische crisis moeten VVD, CDA en PVV opnieuw om de tafel. Moet er nog meer bezuinigd worden, is de vraag. Bekend was ook het zogenaamde torentjesoverleg tussen regeringspartners om over nieuwe kwesties tot overeenstemming te komen. Frustrerend voor de oppositie, want die werd zo buitenspel gezet. Voor het overleg met de kamer was over het onderwerp al beslist.

Deze Haagse mores zouden leerzaam kunnen zijn om onnodige spanningen tussen de Raad en het College of een individuele wethouder te voorkomen. Over sommige zaken beslist het College op grond van de wet of van afspraken met de Raad. De Raad houdt zich bezig met de hoofdlijnen, niet met details of met de uitvoering. Tegelijk dient de Raad het werk van het College te controleren. Dan kan blijken, dat de Raad niet gelukkig met iets is. Hoe kun je dat voorkomen? Een ervaren wethouder weet maar al te goed over welke zaken hij met de Raad kan botsen. De kunst is dan de Raad tijdig te informeren en eventueel tot overleg te komen. In elke raadsperiode moet beleid ontwikkeld worden over zaken, waarover niets in het coalitieakkoord is opgenomen. Ook dan is intensief overleg met de Raad geboden en in het bijzonder met en tussen de coalitiepartners.

Misschien gaat het vaker mis bij de dagelijkse gang van zaken. Een wethouder bereidt een besluit voor. Overleggend met de ambtenaren komt naar voren, dat iets wettelijk niet kan of economisch niet verantwoord is. Dat zal de Raad niet leuk vinden. Een slimme wethouder informeert de Raad onmiddellijk. Dat is beter dan met een compleet, maar afwijkend voorstel te komen, waardoor de Raad onaangenaam verrast is. De wethouder heeft voor 100% gelijk en toch is de Raad geïrriteerd, zeker als dat vaker voorkomt. Besluitvorming over ingewikkelde kwesties is een langdurig proces, waarin wethouder en Raad samen moeten optrekken. Soms zien we bij een College de neiging eigen beleid te ontwikkelen. Salarissen worden mede bepaald door het aantal inwoners. Het hoeft niet mee te spelen, maar het kan er wel toe leiden, dat een College wat eerder geneigd is in te stemmen met groeitaken, waar de bevolking niets van wil weten en als het goed is de Raad evenmin. Een College moet altijd beseffen, dat de Raad uiteindelijk de baas is. Dat is moeilijk, want een College heeft meestal een informatievoorsprong en is daardoor gemakkelijker geneigd ideeën van de Raad terzijde te schuiven. De zoveelste botsing volgt.

Een wethouder kan zo afhankelijk zijn van de ambtenaren, dat het eigenlijk de ambtenaren zijn die het beleid bepalen. Gewetensvolle ambtenaren dienen daarbij het belang van de gemeente, van de Raad en van de burgers. Ze houden rekening met de meningen in de Raad, maar de verleiding ligt op de loer eigen stokpaardjes te gaan berijden. Een goede wethouder staat tegenover de ambtenaren stevig in zijn schoenen.

In het dualistische stelsel is voortdurend overleg en een constante informatiestroom de kunst om uit de hand lopende spanningen tussen een wethouder en de Raad te voorkomen. De wethouder is de dienaar van de Raad.

Jaargang 4, Nr. 182 

Leave a Reply