WAT LEREN WE VAN DE LESSEN VAN HET VERLEDEN?
Nu al bijna 11 jaar geleden vertelde ik aan een groep kinderen van 4 tot en met 12 jaar over wat wij meegemaakt hadden toen we als Arnhemse evacuees in hun school woonden. U kunt er over lezen in een blog van 24 april 2009. Dat verhaal en eenzelfde verhaal van mijn vrouw over haar belevenissen tijdens de Tweede Wereldoorlog hebben we gemaild naar onze kinderen en kleinkinderen. Het blijkt, dat de twintigers van nu veel belangstelling hebben voor deze verhalen van hun grootouders. Ook andere leeftijdsgenoten van ons hebben die ervaring. Het is ook belangrijk, dat ze weten, dat oorlog geen spelletje op je computer is, maar een barre werkelijkheid van doodsangst en honger en kou, verraad en marteling en dwangarbeid. Als je dat eenmaal overleefd hebt, dan voel je een enorme dankbaarheid voor je bevrijders, in ons geval de Canadezen. Mocht je het allemaal een beetje zijn vergeten, bezoek dan eens een oorlogskerkhof in Oosterbeek of Margraten of Groesbeek of Holten of bij Rhenen op de Grebbeberg.
Dit jaar zijn er geen massale bijeenkomsten toegestaan. De Coronacrisis maakt een grote herdenking onmogelijk. Misschien is het minstens zo mooi als wij in onze straat samen voor ons huis de twee minuten stilte in acht nemen. Misschien is er iemand, die tevoren het hoornsignaal kan laten horen. We ervaren in deze tijd veel steun van de jongeren in onze buurt. Ik denk, dat dit samen herdenken die verbondenheid nog een extra accent zal kunnen geven.
Ik zal de stille tocht van het kasteel Rhijnauwen naar de fusilladeplaats op het Waterlinie Fort bij Rhijnauwen zeker missen. Daar werden verzetsstrijders uit Nederland en België door de bezetters vermoord. Daarbij was ook de vader van een groot gezin uit Arnhem met daarbij een klasgenoot. Elk jaar zien we daar een flinke afvaardiging van die familie. Ze zullen ongetwijfeld die dag in klein verband het monument op het fort bezoeken.
In Canada kreeg de herdenking in Nederland altijd veel aandacht. Veel oud-strijders komen dan naar Apeldoorn. Die publiciteit bracht een jong stel ertoe om ook eens een kijkje te nemen in Apeldoorn en omgeving. Op een groepsreis door Italië bezochten we ook Pompeji. De hele groep liep naar de ingang en wij liepen wat naar achteren. We werden door dat jonge stel aangesproken. Ze meenden het Nederlands te herkennen. Dat hadden ze dus goed gehoord. Ze vertelden, dat ze naar Apeldoorn waren geweest. Toen kon ik ze mijn verhaal van de bevrijding door de Canadezen daar dichtbij Apeldoorn vertellen. Ik was er helemaal stuk van. Mijn medereizigers konden het goed merken.
Dat schooltje bij Apeldoorn dichtbij de spoorlijn Apeldoorn-Zutphen is er niet meer. Het platteland is nu veel dunner bevolkt en de A1 en de A50 hebben veel agrarisch land ingenomen. Maar het is goed, dat we niet vergeten, wat er aan offers is gebracht om ons de vrijheid terug te geven.
13e Jaargang, Nr. 611.