De actiegroep “De Grauwe Eeuw”

OOG VOOR DE POSITIEVE KANTEN ONTBREEKT

In mijn tienertijd woonde ik in Arnhem en daar zagen we altijd de oud-KNIL-lers van Bronbeek in hun blauwe uniformen met hun borst vol onderscheidingen. Voor ons jochies waren het dappere helden, die in Atjeh gevochten hadden tegen opstandelingen. Dat beeld werd gaandeweg bijgesteld en vooral in de literatuurlessen. We lazen het verhaal van Saidja en Adinda en uiteraard de Max Havelaar. Maar ook in de geschiedenislessen werd duidelijk, dat de methoden van de VOC en met name J.P. Coen nogal vaak moorddadig waren. Dat heette dan pacificatie ofwel “vrede” brengen in een gebied. Het Cultuurstelsel met gedwongen leveringen van handelsproducten kwam voorbij, maar ook de weerstand, die dat gaandeweg opriep. Er waren steeds meer kritische geluiden. Het beeld, dat de Actiegroep “De Grauwe Eeuw” in de Volkskrant van 16 augustus oproept is nogal eenzijdig. Een goed ontwikkelde Nederlander had en heeft een goed beeld van ons handelen in Nederlands Oost-Indië.

Want er waren ook positieve ontwikkelingen. Het was weliswaar ten dienste van de export, maar er werd hard gewerkt aan een goede infrastructuur: havens, wegen, spoorlijnen en vliegvelden. Er kwam onderwijs op alle niveaus, vaak opgericht door missie en zending. De medische zorg ging flink vooruit. Voor de landbouw, met name de rijstbouw op sawa’s werden irrigatieprojecten tot stand gebracht. Vooral de Nederlanders en de Indo-Europeanen profiteerden van dit alles. Er kwam langzaam ook een groep goed ontwikkelde Indonesiërs, waaronder Ir. Soekarno. Zo groeide langzaam een streven naar onafhankelijkheid. En toen kwam tijdens de Tweede Wereldoorlog de Japanse bezetting. Het denken van veel Indonesiërs veranderde ingrijpend. Indonesië wilde de onafhankelijkheid. In Nederland was men nog niet zo ver. Er werd oorlog gevoerd al noemde men het politionele actie.

Tijdens onze lunch in Volendam kwam een groep Aziaten binnen. Het bleken Indonesiërs te zijn. Ze spraken Engels. Ik vroeg of niemand nog Nederlands studeerde als onderdeel van een studie geschiedenis of rechten. Daar hadden ze nooit zo bij stil gestaan. Ze gedroegen zich bepaald niet als mensen in het land van de vroegere kolonisator.

Nogal wat dienstplichtigen, die in Indonesië hebben gevochten hebben in de afgelopen tijd het vroegere actiegebied in Indonesië bezocht. Ze waren verbaasd over de vriendelijke ontvangst terwijl ze verwachtten als gehate Nederlanders te worden gezien. Zo vraag ik mij af hoe mettertijd de geschiedenis zal oordelen over de periode, dat Nederland in Indonesië heerste. Wordt er vooral gedacht aan alle moorddadige conflicten of overheerst het beeld van de ontwikkeling, die Nederland daar gebracht heeft?

Hoe denken wij nu over de Romeinse tijd? Nederland was door de Romeinen bezet gebied, in feite een Romeinse kolonie, al zien we dat nu niet zo. We waren deel van het Romeinse Rijk, althans bezuiden de Rijn. De grens, de Limes liep dwars door Nederland en werd bewaakt door tal van forten. Trots wijzen ze bij de Oude Kerk in Houten naar het beeld in het plaveisel van de vroegere Romeinse villa. Wij in Odijk vinden dat we in een bijzonder gebied wonen en het Romeinse verleden is een van de dingen waar we door geboeid worden. Weliswaar was er één keer een forse opstand, maar de Romeinse tijd wordt positief beoordeeld als een periode, die ontwikkeling bracht. In Nijmegen, toen een belangrijke Romeinse stad eren ze de vroegere heersers met een standbeeld van Keizer Trajanus op het verkeersplein bij de Waalbrug. Nu maar wachten op een standbeeld van een bijzondere Nederlander in een Indonesische stad, maar misschien is dat er al lang. Zo goed ken ik het land niet.

Jaargang 11, Nr. 526.

Leave a Reply