WAT WIL GROENLINKS MET ONDERWIJS BEREIKEN?
De eerste zinnen van het hoofdstuk over onderwijs stemmen mij hoopvol. “Het onderwijs wordt gedomineerd door het economisme. Vanaf jonge leeftijd worden kinderen opgeleid tot producten voor de arbeidsmarkt.” Inderdaad, in ons leven spelen wij veel verschillende rollen. Het onderwijs moet ons daarop voorbereiden. Je latere werk is daarbij de belangrijkste. Je inkomen bepaalt wat je daarnaast kunt. Je opvoeding en vorming geschiedt op de eerste plaats door je ouders en daarnaast ook door een sportclub of jeugdvereniging, door de mensen waarmee je omgaat zoals de buren en je vriendjes en je familie en soms ook nog door mensen van jouw levensbeschouwing. Gelukkig maar, want de school kan niet alles en zeker niet de rol van de ouders overnemen. Een kind zal later een huishouden bestieren. Een kind zal later deel uitmaken van een buurt, een wijk, een gemeente en samen met anderen richting willen geven aan de besluitvorming in een buurtvereniging of gemeenteraad. Een kind zal een rol spelen als vrijwilliger in een vereniging. Die draaien grotendeels op vrijwilligers. De school zorgt vooral voor kennis en vaardigheden, die men later in welke rol dan ook nodig heeft.
Er zijn mensen wars van, maar ik vind, dat ouders op de eerste plaats verantwoordelijk zijn voor de opvoeding van hun kinderen. De overheid heeft daarbij een toezichthoudende rol en steunt ouders ook financieel. De ouders bepalen dus ook welke school het meest geschikt is voor hun kind. Ouders kunnen samen een school oprichten, die het best past bij hun opvoedingsidealen of hun idee over de manier van onderwijsgeven of die onderwijs geeft overeenkomstig hun levensbeschouwing. Als het goed was, zou het niet nodig moeten zijn dat de overheid scholen opricht. Je ziet dan ook, dat ouders met kinderen op openbare scholen streven naar meer zeggenschap en dat de overheid het bestuur van het openbaar onderwijs overdraagt aan een bijzondere commissie door de ouders gekozen en door de Raad beneomd.
Wat is het nu jammer, dat van deze ideeën over opvoeding en onderwijs weinig is terug te vinden in het verkiezingsprogramma van GroenLinks. Dat is misschien ook logisch, want een overheid is vooral voorwaarden scheppend bezig. Hoe krijgen we goed onderwijs? Hoe krijgen we goede leraren, die we de mogelijkheden bieden hun vak goed uit te oefenen? Hoe zorgen we voor emanciperend onderwijs, dat ook kinderen uit kansarme milieus voldoende ondersteuning biedt?
Die laatste vraag behoeft een kanttekening. Ik heb het grootste deel van mijn loopbaan gewerkt met ook zulke kinderen. Het probleem is, dat deze kinderen van thuis weinig ondersteuning krijgen. Ze krijgen geen goede tips hoe het werk te plannen of hoe ze het best woordjes kunnen leren of welk boek leuk is voor de lijst. Dan moet in het basisonderwijs de juf of de meester extra aandacht geven en in het voortgezet onderwijs de klassementor. Het probleem van de weinig geschoolde ouders blijft. Daarom zou het goed zijn, dat het programma aandacht besteedt aan het volwassenenonderwijs. De zogenaamde moedermavo is jaren terug een groot succes geweest. Soms vraag ik mij af of een groot succes bij het kansen geven er toe leidt, dat uiteindelijk een groep resteert met heel weinig aanleg en zelfs geen gouden handjes. Ik vrees, dat die groep niet voor zich zelf kan opkomen. Dat vraagt solidariteit van bijvoorbeeld een vakbond en ook solidariteit kun je al op school leren.
Tussen al die programmapunten staat er één heel raar punt bij. Het lijkt erop, dat GroenLinks opeens voorstander is van het Britse schoolsysteem van public schools en private schools. De laatsten zijn vaak dure kostscholen zoals Eton. Wat wil punt 11? Een groep kinderen krijgt les in een staatsschool en het onderwijs wordt bekostigd door de staat. Een andere groep kinderen krijgt les in een school door de ouders opgericht en die moeten het zelf betalen. Die twee groepen kinderen worden ongelijk behandeld. Dat lijkt mij totaal niet bij GroenLinks passen. Alleen zeer kapitaalkrachtige ouders zijn in staat zo’n school op te richten en blijvend te bekostigen. Je krijgt dus standenscholen. Hoe dit “ongelukje” is kunnen gebeuren, ik weet het niet, maar het behoeft wel snelle correctie.
Tsja, als je verstand hebt van onderwijs ben je wat extra kritisch. Dat wil GroenLinks ook met onderwijs bereiken. Het programma komt met veel goede ideeën. De meeste zijn niet nieuw. Maar het is kennelijk nodig er elke keer weer op te hameren. Voor mij is voortdurend bijscholing uiterst belangrijk. Eigenlijk moet je voortdurend bezig zijn je zelf bij te scholen, jouw manier van onderwijs geven te verbeteren. Ik had daar een mooie term voor. In het onderwijs moet voortdurend sprake zijn van een “ro;;ing reform”.
Jaargang 9, Nr. 449.