Herlevend nationalisme

EEN KWAADAARDIG GEZWEL

Bij allerlei discussies van de laatste jaren duikt het weer op: het nationalisme. Vanmiddag heb ik het vijftigjarig bestaan van de Historische Kring Tussen Rijn en Lek mee gevierd in de Grote Kerk van Wijk bij Duurstede. Toen ik de kerk verliet, viel mijn oog op een plaquette met de zin: “Wij herdenken het verleden, omdat in het verleden de toekomst ligt”. Ja, dacht ik, als je uit het verleden weet welke ellende het nationalisme van de nationale staten heeft gebracht, dan weet je, dat je in de toekomst je verre van nationalisme moet houden.

Nationale staten en nationalisme zijn betrekkelijk recente verschijnselen in de Europese geschiedenis. Ze duiken op in de achttiende eeuw en spelen een grote rol bij de Itali­aanse eenheid en de Duitse eenheid. Nederland als een­heidsstaat ontstaat pas in de Franse tijd met de Bataafse Republiek en het Koninkrijk Holland. Voor de Franse tijd hadden we hier de Republiek van de Zeven Verenigde Nederlanden of Zeven Verenigde Provinciën. Het was een betrekkelijk los politiek verband. De Raadspensionaris of de Stadhouder had met de Staten-Generaal alleen een taak bij de landsverdediging en de buitenlandse betrekkingen. Elke provincie regelde verder de eigen zaken. In de negentiende eeuw begon de Industriële Revolutie. Die leidde tot enorme veranderingen. Tot dan toe waren stad en ommelanden een economische eenheid met wat aanvullende handel over grotere afstand. Nu concentreerde de productie zich in Nederland bij de havens, waar de steenkool voor de stoommachines werd aangevoerd. Elders zie je de vestiging van industrie bij de kolengebieden: Ruhrgebied, Midden-Engeland, Noord-Frankrijk en Zuid-België bijvoorbeeld. Om de grondstoffen aan te voeren en de producten naar de binnen- en buitenlandse markt te vervoeren waren spoorwegen, havens, kanalen, bruggen en wegen nodig. Er moest beter onderwijs komen en dus één taal, het Algemeen Beschaafd Nederlands, het ABN. Rijksgrenzen hadden eerder nauwelijks betekenis. Aan weerszijden werd hetzelfde dialect gesproken. Er werd over en weer getrouwd. Migratie was geen probleem. Nu werden rijksgrenzen ook economische grenzen, juridische grenzen, taalgrenzen, culturele grenzen. Nederland werd een eenheidsstaat met een uitgebreide nationale wetgeving. Het is nog geen tweehonderd jaar geleden. Overal in Europa zie je dan het streven naar een nationale identiteit. Er kwam Vaderlandse Geschiedenis en in de aardrijkskundeles werden staten behandeld in plaats van grensoverschrijdende regio’s. De kunst liet het eigen roemrijke verleden zien in plaats van de gemeenschappelijke Europese geschiedenis. Nationale symbolen, de vlag, de munt, het wapen, het vorstenhuis, het volkslied moesten het gevoel van nationale eenheid versterken. De tijd, dat Brabant en Limburg als wingewesten werden beschouwd was nog maar net voorbij. In plaats van over Friezen, Groningers, Hollanders, Zeeuwen en Brabanders gingen we over Nederlanders spreken en over het Nederlandse volk. Wij waren anders dan onze buren, de Belgen, de Britten, de Duitsers en al die andere Europese volken.

De eeuwenoude tegenstelling tussen het Westrijk, Frankrijk en het Oostrijk Duitsland werd nu versterkt door nationale gevoelens De behoefte aan grondstoffen leidde tot het kolonialisme, maar ook tot de Frans-Pruisische oorlog van 1870-1871, waarbij het Lotharingse ijzererts in Pruisische handen viel en in 1918 weer naar Frankrijk ging en in 1940 weer even naar Duitsland. Die oorlogen kostten miljoenen militairen en ook steeds meer burgers het leven. Dat alles om de economische macht en daarmee politieke macht. Macht voor het Duitse volk, voor het ras van de Edelgermanen.

Tijdens en na de Tweede Wereldoorlog zijn we in Europa tot bezinning gekomen. Dit nooit meer. Nooit meer je beter achten dan die ander, nooit meer wederzijds geweld, nooit meer je opsluiten in je eigen kleine landje en je afkeren van de ander. De lessen leren van het verleden. Het wordt tijd, dat we een groot offensief beginnen tegen dat herlevend nationalisme. Verdeeldheid in Europa kan allen maar ellende brengen.

Jaargang 9, Nr. 407.

Leave a Reply