Burgerlijk recht en de goddelijk wetten

GAAN GOD’S WETTEN VOOR?

Het tijdschrift Opbouw is een uitgave van de Congregatie van het Heilig Sacrament. Meestal bevat het artikelen over het geloof, godsdienstige gebruiken en religieuze praktijken. Het nummer 3 van 2015 heeft als thema “Christen zijn in het politieke landschap”. Het eerste artikel, ‘Politieke verantwoordelijkheid dragen’ is zeer principieel. In politieke discussies worden de wetten van de staat nogal absoluut geldend genoemd. Toch staan internationale verdragen, Europese wetten en Mensenrechten boven de nationale wetten. In de discussie  voorafgaand aan het wetgevingsbesluit wordt er scherp op gelet of de wet niet strijdig is met Europees recht of andere internationale verdragen. Met name confessionele partijen kijken of het wetsvoorstel strijdig is met de ethische opvattingen binnen de kerken. Eigenlijk zouden ook niet-confessionele partijen dat kunnen doen. De Bijbel bevat veel aloude wijsheid, die nog steeds van waarde is. Ook onkerkelijke mensen kunnen er hun eigen overwegingen aan toetsen. Daarnaast zijn de Bijbel en bijvoorbeeld de Sociale Leer van de Rooms-katholieke Kerk zeer inspirerend als het erom gaat beslissingen te nemen, die goed zijn voor de burgers van een land. In het christendom is hulp geven aan de zwakken en hulpbehoevenden zeer belangrijk. Het gaat dus om twee zaken, inspiratie en ethische normen, opvattingen over goed en kwaad.

Al op de eerste bladzijde staat een citaat uit de ‘Catechismus van de Katholieke Kerk’, een vuistdik boek vol officiële opvattingen van de Kerk. Heel wat seculiere mensen zullen het citaat met enige verontwaardiging lezen. Het luidt: “De burger is in geweten verplicht om de voorschriften van de burgerlijke overheid niet te volgen, wanneer deze zouden ingaan tegen de eisen van de zedelijke orde, tegen de fundamentele rechten van de menselijke persoon of tegen de leer van het evangelie.” De rassenwetten in Nazi-Duitsland vormen een duidelijk voorbeeld. Recent was hier een plan om hulp aan illegalen in Nederland strafbaar te stellen. Een dergelijke wet zou naar mijn mening ook duidelijk strijdig zijn met de fundamentele rechten van de menselijke persoon. Ik zou aan zo’n wet ook niet gehoorzamen. Een ander voorbeeld. Ik ben geen straaljagerpiloot en zal het ook nooit (meer) worden. Als ik het wel was en ik zou de opdrachtl krijgen een kernbom af te werpen, dan zou ik weigeren, zelfs op straffe van de kogel. Toch is het officiële beleid van Nederland om bij een gewapend conflict zo nodig als eerste gebruik te maken van kernwapens. Het is strijdig met het internationaal oorlogsrecht, omdat een kernwapen massaal burgerslachtoffers zal veroorzaken. Ik zal dus nooit op een partij stemmen, die dit kernwapenbeleid steunt. Toch doen zeer veel christenen dat, misschien uit onwetendheid of omdat ze de domme praatjes van politici geloven. Er zijn dus wel degelijk voorbeelden in het Nederland van nu, waarop het citaat van toepassing is.

Moeilijker is de vraag of je als christen je ethische opvattingen aan anderen mag opleggen. Abortus provocatus, euthanasie en homohuwelijk zijn in Nederland toegestaan, maar niemand wordt er toe gedwongen. Christelijke politici en anderen hebben er wel voor gezorgd, dat er duidelijke voorwaarden zijn gesteld om mistoestanden te voorkomen. Ik ken eigenlijk maar twee voorbeelden, waar de staat wel dwang uitoefent. Bij gewetensbezwaren kwam je niet zo maar onder de militaire dienstplicht uit en bovendien kreeg je bij erkenning van de gewetensbezwaren vervangende dienstplicht. Militairen, die zich aan uitzending naar het toenmalige Nederlands-Indië onttrokken zijn de gevangenis in gegaan. Een tweede voorbeeld zijn de weigerambtenaren. Zij worden voor de keus gesteld: ontslag of tegen hun geweten in als ambtenaar van de burgerlijke stand meewerken aan een homohuwelijk. Zoals communisten vroeger niet bij de PTT mochten werken, zo mogen sommige strenge protestanten nu niet meer als ambtenaar van de burgerlijke stand werken. Ik vind dit een penibele zaak. Iedereen is gelijk voor de wet.

Kerken krijgen vaak het verwijt overal tégen te zijn. Inderdaad komen kerken vaak met bezwaren. Maar kerken zijn vooral vóór een bepaalde levenshouding. Zoals Jezus willen ze de zieken genezen, de armen helpen, de eenzamen troost bieden en de onwetenden kennis bijbrengen. Onze sociale wetgeving is vooral door christelijke partijen tot stand gebracht en wordt nu door liberale partijen als D66 en de VVD weer afgebroken. Veel ziekenhuizen werden door katholieke nonnen of protestante diaconessen gesticht het onderwijs is vanouds verzuild. Alleen daar waar burgers verzuimden scholen te stichten greep de overheid in en stichtte openbare scholen. Nog steeds doen kerkelijke mensen veel sociaal werk. Ik merk nog niet zo veel van anderen, die ervoor zorgen, dat die initiatieven niet voor de samenleving verloren gaan.

Mijn eigen politieke keuze voor GroenLinks is vooral geïnspireerd door mijn religieuze overtuiging. Ik wil een rechtvaardige samenleving, ook in de Derde Wereld, ik wil vrede tussen de volken en ik wil bescherming van de natuur en een schoon milieu. In mijn ogen heeft GroenLinks hiervoor de beste ideeën.

Jaargang 8, Nr.369.

Leave a Reply