TAL VAN RISICO’S
Donderdagavond, 4 juni was ik bij een interessante bijeenkomst over een handelsverdrag tussen de USA en de EU, het Transatlantic Trade and Investment Partnership, kortweg TTIP. Spreek uit als tee tip. De Landbouwwerkgroep en de Europawerkgroep van GroenLinks waren de organisatoren. Het doel van TTIP is de wederzijdse handel te vergemakkelijken en de investeringen te beschermen. Het zou leiden tot meer economische groei, lagere prijzen en meer banen, kortom tot meer welvaart. Wie kan daar tegen zijn?
Maar er blijken nogal wat addertjes onder het gras. De economische groei en meer banen worden in twijfel getrokken. Bedrijven zien in kwaliteitseisen en milieuregels handelsbelemmeringen, die moeten worden weggenomen. TTIP kan zo een risico herbergen voor de voedselveiligheid en voor het milieu. Allerlei sociale rechten van werknemers kosten geld, net als de milieumaatregelen. Hogere prijzen belemmeren de handel. Dus moeten sociale regels, milieuvoorschriften en gezondheidseisen verdwijnen. Bedrijven kunnen dat via een arbitrage hof bereiken. Dat zou TTIP voor elke Europeaan volkomen onaanvaardbaar maken.
Maar dan komen er wellicht ook regels om investeringen te beschermen. Stel dat een Amerikaanse multinational in Nederland investeert in een energie-intensief bedrijf. Dit vanwege het goedkope aardgas of vanwege de goedkope aanvoer van steenkool. Het bedrijf zit hier en het Nederlandse parlement wil fossiele energie duurder maken, zodat duurzame energie een betere concurrentiepositie krijgt en het milieu minder vervuild wordt. Het bedrijf is hevig verontwaardigd, noemt de Nederlandse overheid onbetrouwbaar en gaat bij een arbitrage hof procederen. De multinational eist schadevergoeding van de Nederlandse staat. Ongelofelijk. Toch vind je in bestaande verdragen dergelijke regels. Ik vind, dat nieuwe wetgeving behoort tot de normale bedrijfsrisico’s. Had je maar beter moeten nadenken. Iedereen weet, dat een dergelijke wet er zit aan te komen. Waarom een apart hof? In Nederland biedt onze rechtsstaat alle mogelijkheden om een beroep te doen op een rechter.
Maar er is meer. Het kwam deze avond maar zijdelings ter sprake. Waarom worden producten goedkopen? Ze kunnen nu in sterkere mate op de meest geschikte, dus goedkoopste plaats worden voortgebracht. De regio’s met de gunstigste vestigingsplaatsfactoren zien hun economische activiteiten toenemen. Dat gaat ten koste van andere regio’s met ongunstige vestigingsplaatsfactoren. Daar vermindert de werkgelegenheid. Hoeveel Griekenlanden komen er bij in Europa? Dezelfde vraag kun je voor de USA stellen. Het tot stand komen van TTIP maakt in een aantal gebieden een grondige hervorming van de economische structuur noodzakelijk. Krijgen die gebieden steun van de EU of van de federale regering in Washington? Of wordt er weer over die “luie Grieken” geroepen?
In Nederland, vanouds een handelsland, zien sommigen vooral nieuwe kansen. We hebben altijd voor vrijhandel gepleit. Toen het goedkope Amerikaanse graan rond 1880 Europa binnen kwam reageerde Frankrijk met beschermende maatregelen. In Nederland werd de landbouw gemoderniseerd. Er kwam meer onderzoek en landbouwonderwijs en landbouwvoorlichting. Nederland werd een belangrijke exporteur van agrarische producten. De Franse landbouw bleef lange tijd achterlopen. Van de geschiedenis moet je leren. Maar opnieuw zijn de Fransen het sterkst tegen TTIP. Tsja, wat is wijsheid.
P.S. Zie ook het artikel in GroenLinks Magazine digitaal.
Jaargang 8, Nr. 363.