MENSEN, DIE GEEN TWIJFELS KENNEN
Je komt ze in allerlei verbanden tegen, van die mensen, die heilig overtuigd zijn van hun gelijk of van de waarheid van hun overtuiging. Het zijn niet de gemakkelijkste mensen voor hun omgeving. Ze vormen ook een risico voor de samenleving. Zeker als zij als politiek leider hun leer op grote aantallen mensen kunnen overbrengen of als hoofd van hun onderneming niet bereid zijn te luisteren naar hun deskundige ondergeschikten. Ze zijn een gevaar voor kinderen als zij ze naar hun model dwingend willen opvoeden. Ze maken het de kinderen onmogelijk eigen keuzes te maken en zo te groeien naar volwassenheid.
Deze week maakte ik de afscheidsplechtigheid van een overleden bekende mee. Ik werd getroffen door de woorden van zijn kinderen, die uitlegden hoe hun vader zo geworden was, maar dat hij in het zicht van de dood toch milder was geworden en eindelijk ook eens zijn gevoelens had getoond. Ik dacht weer aan mijn eigen vader, die ook zo streng kon zijn en ik dacht aan mij zelf in mijn jonge jaren. Uit bezorgdheid was ik ook veel te dwingend en toen ik inzag dat ik beter meer vrijheid kon toestaan, ging de omgang met de leerlingen veel soepeler en bereikte ik mijn opvoedingsdoelen beter.
Het dogmatisch denken komt in onze samenleving steeds meer voor. Het lijkt soms of mensen al vlug van mening zijn, dat uitkomsten van onderzoek slechts overtuigingen zijn, dogma’s, dus absolute zekerheden. Maar die hoef je niet te geloven. Al die deskundigen, die overtuigd zijn van het warmer worden van het klimaat en alles wat daarbij hoort, kennen wel degelijk twijfels. Ze benadrukken juist, dat het niet voor 100% zeker is, maar wel voor 95%. Als wetenschapper behoor je juist elke keer weer vraagtekens te zetten bij de uitkomsten van je onderzoek. Daaraan gaan de klimaatsceptici geheel voorbij. Een ander voorbeeld. Er is een partij, die er vast van overtuigd is, dat de politieke islam ons veel onheil brengt. Van enige twijfel over hun eigen beweringen merk je bij hen niets. Maar hun beleid berust wel geheel op dat dogma van het islamgevaar. Daarmee boeken ze veel succes, want deze tijd kent veel ontwikkelingen, die we maar moeilijk kunnen begrijpen en die we vreemd en ongewoon vinden. De mensen voelen zich daardoor onzeker en hebben dan behoefte aan duidelijkheid en aan een sterke leider. Zelfs serieuze dagbladen schrijven, dat het tegenwoordig ontbreekt aan krachtige en inspirerende leiders. Wat bedoelen ze dan? Zo’n fractievoorzitter, die in zijn eentje bepaalt, wat de standpunten van de fractie zijn? Of een fractieleider, die in samenspraak met zijn/haar fractie tot standpunten komt, die hij/zij vervolgens op inspirerende wijze naar buiten brengt en zo vertrouwen wekt en steun krijgt bij de bevolking? Iemand, die er voor zorgt, dat de gezamenlijke afspraken ook worden nagekomen in plaats van dat hij/zij slechts opdrachten geeft. In een democratie hoort dat laatste niet. Een fractie en de kiezers horen dat niet te accepteren. Maar ja als ze allemaal in dezelfde dogma’s geloven….!
Soms hangt het samen met een psychische afwijking. Ik herinner mij een scène, waarin een autist een zebra begint over te steken bij het sein “WALK” en midden op de zebra blijft stil staan als het sein “DON’T WALK” verschijnt. Ook al wordt iets geboden of verboden, je moet nooit je gezonde verstand uitschakelen. Zo sta ik ook tegenover de vele dogma’s van mijn Katholieke Kerk, die in de loop der eeuwen door min of meer knappe theologen bedacht zijn en door een vergadering van bisschoppen en de paus, een concilie dus, zijn bevestigd. Je moet er je verstand bij gebruiken en je mag er rustig aan twijfelen. De narigheid is, dat veel bisschoppen benoemd zijn nadat ze er duidelijk blijk van hadden gegeven nooit te twijfelen. En zo eisen ze nu dat absolute geloof in die dogma’s en ook absolute gehoorzaamheid aan allerlei kerkelijke regels. Dat levert nogal wat kritiek op en de critici hebben een inspirerend voorbeeld in Jezus van Nazareth, die blijkens de evangeliën vaak kritiek had op het blindelings volgen van de regels, door hogepriesters uitgevaardigd. Als je bij zo’n bisschop je verstand niet op nul zet, loop je grote kans door de bisschop ontslagen te worden. En dat is dan ook maar al te vaak gebeurd. Van enig gevoel geeft zo’n bisschop geen blijk, behalve dan van woede, dat iemand niet aan hem gehoorzaamt. Enig mededogen met zijn slachtoffers toont hij niet. Wat moeten we met zo’n regelneef? Wat maakt hem zo? Is het alleen plichtsbesef? Is het misvorming tijdens zijn opleiding? Is het trouw aan het gezag van de paus, hoe verkeerd begrepen ook? Past het in zijn streven naar een carrière binnen de wereldkerk? Of is er toch iets anders aan de hand? Moet de geestelijke gezondheid van Mgr. Eijk ons zorgen baren?
Jaargang 2, Nr. 44.