Ondertekend door de huidige paus, toen nog Joseph Kardinaal Ratzinger, prefect van de Congregatie van de Geloofsleer werd in juni 2003 het stuk gepubliceerd, waaraan het Utrechts Nieuwsblad toen aandacht beteeedde. Zie hieronder. De vertaling van het Vaticaanse stuk verscheen in november 2003 in Kerkelijke Documentatie en in Parochiekontakt van februari 2004 publiceerde ik onderstaand commentaar.
Liefde
“Al spreek ik de taal van mensen en engelen – als ik de liefde niet heb, ben ik een galmend bekken of een schelle cimbaal. Al heb ik de gave van de profetie, al ken ik alle geheimen en alle wetenschap, al heb ik het volmaakte geloof, dat bergen zou kunnen verzetten – als ik de liefde niet heb, ben ik niets.” I Kor. 13, 1 – 2.
Op 3 juni 2003 publiceerde de Congregatie voor de Geloofsleer in Rome met goedkeuring van Paus Johannes Paulus II een stuk met de titel “Beschouwingen over voorstellen om verbintenissen tussen homoseksuele mensen voor de wet te erkennen”. Parochiekontakt schonk er eerder aandacht aan in september 2003.
Al in de inleiding vinden we de waarschuwing, dat de beschouwingen geen nieuwe leerstellige elementen bevatten. Dat maakt het stuk overduidelijk waar. Terwijl je zou mogen hopen, dat gelovige homoseksuelen en hun ouders, andere familieleden en vrienden nu eens met liefde en begrip herderlijk tegemoet zouden worden getreden. Niets van dat al.
Positieve elementen
Het stuk roept op mensen met homoseksuele neigingen met respect, begrip en fijngevoeligheid te behandelen. Men moet iedere vorm van onrechtmatige discriminatie vermijden. Het lijkt of men vriendschap tussen homoseksuelen wil toestaan, mits zij kuis zijn en blijven.
Als de Schrift homoseksuele handelingen een ernstige verdorvenheid noemt mag men daaruit natuurlijk niet afleiden, dat allen, die aan deze afwijking lijden er persoonlijk verantwoordelijk voor zijn.
Hard en veroordelend van toon
De eerste zin luidt: “Homoseksualiteit is een verontrustend verschijnsel, ook in landen waar het in het rechtssysteem geen duidelijke rol speelt.” In het stuk wordt de homoseksuele neiging “objectief ongeordend” genoemd. Verbintenissen hebben een immoreel karakter. De openbare zedelijkheid mag niet in gevaar worden gebracht. Het is een ernstige verdorvenheid en homoseksuele handelingen zijn in wezen ongeordend. Het stuk richt zich vooral tegen de openstelling van het burgerlijk huwelijk voor mensen van hetzelfde geslacht. Het leidt tot devaluatie van het instituut van het huwelijk,
Verouderde inzichten
Over het wezenlijk karakter van homoseksualiteit bestaat geen echte duidelijkheid. Is het een erfelijke eigenschap of krijgt iemand het vanaf zijn geboorte mee? Het Vaticaanse document hinkt op twee gedachten. Mensen hebben die eigenschap nu eenmaal, maar jonge mensen kunnen er ook toe overgehaald worden. In mijn denken ga ik ervan uit, dat de homoseksuele man of vrouw een variëteit van de menselijke soort is, zoals er zwarte en witte mensen, blonde en donkerharige mensen zijn.
Het huwelijk wordt gezien als een instituut gericht op de voortplanting van de menselijke soort. Inderdaad geen nieuw leerstellig element. Nog in mijn verlovingstijd, dus jaren geleden raakten we in onze Ecclesiagroep in een heftige discussie. Volgens vrijwel iedereen was het wezen van het huwelijk de onderlinge liefdesband. Ik verwoordde het standpunt van de Kerk. Het huwelijk is in wezen gericht op het krijgen en opvoeden van kinderen. Onze nakomelingen behoeven nu eenmaal langdurige zorg van hun ouders voordat ze zelfstandig door het leven kunnen gaan. Dat vraagt een langdurige vaste verbintenis tussen de ouders. We werden het erover eens, dat de onderlinge liefdesband daarvoor een voorwaarde is.
Het standpunt van het Vaticaan wordt vaak bepaald door de situatie in Italië.Italië heeft in Europa de laagste vruchtbaarheid. Er sterven in Italië jaarlijks meer mensen dan er kinderen geboren worden. Dat ligt natuurlijk niet aan het percentage homoseksuelen. Echtparen krijgen veel minder kinderen dan nodig is voor een constant inwonertal. Gehuwde vrouwen moeten werken om een voldoende hoog gezinsinkomen te kunnen bereiken en er zijn te weinig opvangmogelijkheden voor de kinderen van die moeders. Het Vaticaan maakt zich ongerust over die situatie. Daarnaast zijn er ook in Italië steeds meer echtparen, die kiezen voor een vrijwillige kinderloos huwelijk. De vrouw en de man willen op andere wijze hun leven zin geven, zoals ook kloosterlingen binnen de Rooms-Katholieke Kerk dat altijd al deden.
De liefde centraal
In dit Vaticaanse document komt het woord ‘Liefde’ niet voor. Toch is het voor mij overduidelijk, dat in de Boodschap van Jezus van Nazareth de liefde centraal staat als het gaat over de relaties tussen mensen. Paulus verwoordt dat schitterend in het openingscitaat.In elke beschouwing over relaties tussen mensen zou de vraag centraal moeten staan: “Hebben zij elkaar werkelijk lief? Hebben ze alles voor elkaar over? Zijn zij van zorg voor elkaar vervuld? Zijn ze elkaar trouw? Schenken zij elkaar belangeloos hun liefde? Willen ze alleen maar dat de ander gelukkig en veilig en gezond is?” Als zulke vragen gesteld worden, maakt het niet uit of de partners van hetzelfde geslacht zijn of van verschillend, zoals in de meeste gevallen. Als hun lichamelijke omgang met elkaar maar een uiting is van die werkelijke liefde voor elkaar. Dan maakt het niet uit of ze al onmiddellijk kinderen krijgen of daarmee wachten of dat ze kiezen voor een kinderloze relatie. Dan maakt het ook niet uit hoe ze hun maatschappelijke verantwoordelijkheid waar maken om hun kindertal te beperken en zo een voortgaande bevolkingsexplosie voorkomen.Ik vraag mij af of wij als parochiegemeenschap onze bisschop moeten laten weten, dat wij van onze kerk een liefdevolle en inspirerende boodschap verwachten, geen harde liefdeloze veroordelingen van onze kinderen, broers en zusters, vrienden, medechristenen, die met een andere seksuele geaardheid geboren zijn.