OPVALLENDE KWALITEIT
Zaterdag, 20 november was ik op een redelijk goed bezochte ledenvergadering van GroenLinks in de provincie Utrecht. Er lag een heel behoorlijk ontwerp programma voor, maar GroenLinks is een partij met veel eigenzinnige en goed opgeleide leden van allerlei snit. Dus waren er naast veel redactionele opmerkingen ook veel amendementen. Die werden er in snel tempo doorheen gejaagd. De kandidatenlijst moest immers ook nog worden vastgesteld en dat ging ouderwets met stembriefjes, die opgehaald en geteld moesten worden. Er veranderde weinig in de volgorde, maar dat kon je tevoren niet weten. Ook bij de kandidaten viel het op, dat GroenLinks aantrekkelijk is voor goed opgeleide mensen, die dan ook nog bereid zijn Statenlid te worden. Gaan we de vijf zetels halen? Voor Jasper Fastl op plaats 5 is dat te hopen en natuurlijk ook voor de provinciale politiek. Gaat de PVV in onze provincie nog scoren? Het is van belang voor de samenstelling van de Eerste Kamer.
Toch begon de ledenvergadering met een enorm brok ergernis. De lijst van amendementen was niet naar de secretaris van de afdeling gestuurd maar naar een ander bestuurslid. Zo kwam de lijst niet bij mij en pas toen ik de amendementen de dag ervoor had gedownload en een pak papier had uitgeprint, merkte ik, dat onze amendementen niet waren ingediend. Het verkeerde document was als bijlage naar het info-mailadres gestuurd en dan komt de mail niet in de map ‘verzonden items’. Het goede document werd gemaild en met een zestal prints toog ik naar de vergadering. Daar kreeg ik een welwillend oor van de voorzitter van de programmacommissie en de dagvoorzitter. Er werden meer kopieën gemaakt en ik schreef een ordevoorstel.
Dat ordevoorstel werd door de vergadering verworpen. Ik was woest. Wat een mentaliteit. Ordnung muss sein! Het lijken de Nederlandse bisschoppen wel met hun vasthouden aan Romeinse curieregels. Het is typisch voor deze tijd, waar regels belangrijker zijn dan mensen, die hard aan de amendementen hebben gewerkt. Moet je maar niet zo dom zijn. Ik kreeg prompt heimwee naar de beginjaren van GroenLinks waar het heel wat informeler en gezelliger toeging. Een tijd waar mensen nog begrip hadden voor een klein foutje met grote en nare gevolgen. Ik had zin om weg te lopen, maar ik bleef. Ik wilde solidair zijn. Ik wel. In de loop van de dag waren er gelukkig wel een aantal mensen, die lieten blijken, dat ze het vervelend voor ons vonden. Zulke mensen zijn er ook nog.
Het ging allemaal om negen tekstverbeteringen en niet controversiële aanvullende ideetjes. Misschien vinden ze toch nog een plekje in het programma. Zo staat er nog steeds een passage over “omhoogboeren”. Een veenpolder wordt met slibrijk water overstroomd. Het slib bezinkt en het maaiveld stijgt. Je mag blij zijn als dat 1 millimeter per keer is. Dus over duizend jaar is het oppervlak een meter gestegen. Dat compenseert geeneens de normale bodemdaling. Dwaasheid dus. In werkelijkheid wordt bij ‘omhoogboeren’ veenbagger uit de sloten op het land gespreid. De sloten worden breder en dieper, maar de oxidatie van het veen gaat door en daarmee de bodemdaling. Ongeschikt voor dit gebied met weideveeteelt. Inklinking en oxidatie kun je afremmen door een zo hoog mogelijke grondwaterstand, maar niet verhinderen. Dan moet je het gebied opnieuw veranderen in een veenmoeras, teruggeven aan de natuur. Straks moeten we dat wereldberoemde Hollands-Utrechtse weidelandschap als cultureel erfgoed nog beschermen tegen de “natuurontwikkelaars”. Ik vind dat altijd zo’n fraaie contradictio in terminis.
Andere ideetjes: gastlessen op scholen doorstatenleden, een bredere visie op sport met aandacht voor waardenoverdracht, duurzaam beleggen van provinciale reserves (staat er al in), de grens aan de opnamecapaciteit van steden wat betreft alsmaar meer auto’s en een voorkeur voor aangetoond noodzakelijke nieuwe wegen parallel aan bestaande infrastructuur en niet door het open landschap. Was dat nou zo moeilijk?
Intussen weet onze secretaris wat ze moet doen met mailtjes naar een info-adres via de website. Ze stuurt het mailtje ook naar zich zelf.
Jaargang 3, Nr. 138.
je verontwaardiging is terecht, John, maar misschien was de laatste dag voor de vergadering ook wel wat laat om de amendementen te controleren. de commissie zal vast nog wel even kijken of jullie opmerkingen tot verbeteringen in de tekst kunnen leiden en heeft dan de ruimte om er wat mee te doen.