Over cultuur in brede zin

BESTAAT EEN NEDERLANDSE CULTUUR EN EEN EUROPESE CULTUUR??? 

Wat is cultuur? Geef eens een definitie. Dat zal niet meevallen. Toen ik zo’n vijftig jaar geleden colleges Volkenkunde of Culturele Antropologie volgde, kregen we het steeds weer te horen. Iedereen bedoelt weer wat anders als hij het begrip cultuur hanteert. Iemand had een boek geschreven, waarin hij negentig verschillende definities van het begrip cultuur had verzameld. Ik zal dus eerst het begrip cultuur moeten definiëren. 

Cultureel antropologen hanteren meestal een zeer breed begrip van cultuur. Eigenlijk horen alle aspecten van een volk in zijn woongebied tot de cultuur. De materiële kanten vallen het eerst op. Als je volkenkundige musea bezoekt zoals het Tropenmuseum in Amsterdam, of andere musea in Leiden, Rotterdam of Berg en Dal valt uiteraard de nadruk op die materiële zaken als kleding, sieraden, maskers, huisraad, gereedschap, jacht- en visgerei, wapens, vaartuigen, woningen, voorouderbeelden, amuletten of totempalen. Voorwerpen hebben vaak een bepaalde betekenis, bijvoorbeeld een religieuze of een politieke of een sociale betekenis. Volkenkundigen bestuderen dus ook de sociale organisatie: leven ze in kleine rondtrekkende groepen of in grote of kleine dorpen of verspreid in het landschap? Hoe is hun verwantschapsysteem? Hoe is hun politieke organisatie? Welke is hun  religie? Hoe voorzien ze in hun bestaan? Zijn het jagers en verzamelaars, nomadische akkerbouwers of veehouders of hebben ze een vaste woonplaats? Doen ze aan een vorm van irrigatie? Dat zijn ze de onderwerpen, die in een volkenkundeboek aan de orde komen. Alles hoort bij de cultuur van een stam of een volk. 

Is zo’n benadering van de cultuur nu ook geschikt om de cultuur van de Nederlanders te beschrijven? Het zou wel kunnen, maar onze samenleving is zo veelzijdig en complex, dat deze benaderingswijze zelden of nooit wordt toegepast. De bestudering van onze cultuur is opgedeeld in allerlei afzonderlijke wetenschappen. Sociologen bestuderen onze samenleving, politicologen ons politieke systeem, economen de wijze waarop wij in ons bestaan voorzien, theologen onze religies, pedagogen bestuderen de jeugd en geriaters onze senioren en hun problemen. En dan heb je nog de wetenschappen en techniek en allerlei kunstvormen. Als je al de resultaten van deze wetenschappen bij elkaar neemt, kun je in theorie een beschrijving geven van  “De Nederlanders en hun leefwijze, hun cultuur”, maar dan moet je wel zeer belezen zijn. 

Kun je dan ook aangeven, waarin de Nederlanders zich onderscheiden van hun buurvolkeren? Ik geloof het nauwelijks. Dat vraagt de samenwerking van wetenschappers uit al die landen. Dat gebeurt ook wel. Elke tien jaar worden in vrijwel alle Europese staten representatieve enquêtes gehouden, waarin de ontwikkeling van de Europese waarden wordt onderzocht. Dan zie je, dat bepaalde opvattingen in het ene land veel meer worden aangehangen dan  in het andere, maar ze ontbreken niet. Opvattingen verschuiven ook en in het ene land sneller dan in het andere. De hogere scholingsgraad en de veel betere communicatie maken dat mogelijk. Maar die snelle dynamiek bestaat nog niet zo lang, al zijn er vaker periodes in de geschiedenis geweest van snelle veranderingen. 

Komen we bij de beginvraag. Is er een Nederlandse cultuur? Ja, maar je hebt een dik boek nodig om die te beschrijven. Wat zijn opvallende kenmerken van de Nederlandse cultuur?  Wat buitenlanders opvalt, waar nog lang een standenmaatschappij heeft bestaan, is de eeuwenoude democratische traditie in Nederland. Die wordt van tijd tot tijd aangetast, misschien ook nu, maar elke keer leidt dat tot verzet. Moet je sommige vormen van het populisme zo interpreteren? Ik denk het wel. Dat democratische bewustzijn leidt ook tot een ander typisch Nederlandse fenomeen: het open en eerlijk voor je mening uitkomen en daarbij is de fijngevoeligheid vaak ver te zoeken. Vooral in de steden vind je een grote openheid naar buiten en een open staan voor nieuwe ontwikkelingen, niet alleen materieel, maar ook geestelijke ontwikkelingen en daarbij dus ook een grote verdraagzaamheid naar mensen, die anders denken. Dat zou samenhangen met onze koopmansgeest, maar er zijn ook filosofen als Spinoza, die voor een fundament hebben gezorgd. Vrijheid, gelijkheid en broederschap waren hier al lang voor de Franse revolutie algemeen aanvaarde waarden. Steeds zie je ook eerbied voor het recht, ook het internationale recht met Hugo de Groot als een van de grondleggers. 

De Europese cultuur kenmerkt zich door het inmiddels algemeen aanvaarden van de democratie, door een eeuwenoude uitwisseling van resultaten van wetenschappen, door een voortdurend contact en wederzijdse beïnvloeding van kunstenaars, ook al eeuwen lang door de grote invloed, die het christendom in vele variaties op alle terreinen van het dagelijks leven heeft gehad. Zonder een behoorlijke kennis van de religie kun je onze taal, de Nederlandse en Europese geschiedenis en allerlei vormen van Nederlandse en Europese kunst uit het verleden niet goed begrijpen en maak je gemakkelijk fouten, niet alleen in taaluitingen, maar ook in de omgang met anderen. In de huidige tijd verdwijnen allerlei verschillen tussen de Europese volken razendsnel. Overal komt Europese wetgeving, die met name de economie regelt, maar ook allerlei zaken, die ermee te maken hebben, zoals wederzijdse erkenning van diploma’s. Wetenschap, kunst, recreatie, sport, communicatie, veiligheidsbeleid; ze spelen zich af op Europees of wereldniveau. 

Zo komen we in aanraking met mensen en meningen,  technieken en werelden, die velen van ons vreemd zijn. Dat kan tot enthousiast verwelkomen van al dat nieuwe leiden, maar ook als bedreigend ervaren worden. Bij alle discussies over Nederlandse of Europese cultuur, over nationalisme of globalisme, over witte en zwarte wijken, over emigratie en immigratie, over religie en secularisatie spelen gevoelens een grote rol. Daarom zijn de gesprekken ook zo moeilijk, want gevoelens kun je niet zo maar weg redeneren. Dat wil niet zeggen, dat we niet aan het gesprek moeten beginnen.

 Jaargang 2, Nr. 49.

Leave a Reply