OVERGELEVERD AAN DE ZORG
Mijn oudste familielid, 95 jaar jong, verblijft in een Haags woonzorgcentrum. Daar zijn ze met een bezuinigingsoperatie bezig, die uiteraard niet zo heet. Ze noemen het een reorganisatie. Dit geeft onder de bewoners en het personeel veel onrust. Het nieuwe bestuur ontvangt daarover signalen. Dus besluit men een geruststellende brief aan de cliënten te sturen. Die brief is zo onbegrijpelijk, dat de onrust alleen maar aangewakkerd wordt.
In de voorbije jaren werd schaalvergroting aangemoedigd als middel om schaalvoordelen als gezamenlijke inkoop binnen te halen. Maar men mocht niet fuseren met een zorgorganisatie in een aangrenzend gebied, want dat zou tot een monopoliepositie kunnen leiden, terwijl het nu juist de bedoeling was, dat zorginstellingen met elkaar gingen concurreren. In de praktijk betekende dat, dat zorginstellingen alleen een contract kregen, wanneer ze onder de kostprijs boden bij de aanbesteding van de zorg door een gemeente. Dat moest dus mis gaan. Een uitweg werd gevonden door goed geschoolde verzorgenden te ontslaan en hen vervolgens in een slechter betaalde baan, alfahulp, weer aan te nemen. Kapitalistische uitbuiting noemde Marx dat in de negentiende eeuw. Bij Meavita was nog meer aan de hand. De zorgonderneming was zo groot en onoverzichtelijk geworden, dat hij onbestuurbaar werd. Er werden bijvoorbeeld geen rekeningen meer geïnd. Dat liep uit op een faillissement. De schuldeisers draaien op voor dit domme beleid.
In Den Haag kwam een nieuwe organisatie tot stand, die het werk van Meavita overnam. De Haagse Wijk- en Woonzorg, HWW Zorg. De zaken moesten anders worden aangepakt, maar de cliënten zouden niet het slachtoffer mogen worden, althans in theorie. Ik beperk me nu tot de woonzorg: woonzorgcentra, verpleeghuizen en daarbij horende aanleunwoningen. Men besloot te schrappen in het management. De directeuren werden ontslagen en daarvoor in de plaats kwam één stadsdeelmanager, die de leiding kreeg over de instellingen in zijn stadsdeel. In plaats van de zorgcoördinatoren in elke instelling komen nu iets beter betaalde zorgmanagers. Veel zorgcoördinatoren werden ontslagen of overgeplaatst. Nu blijkt, dat er niet tijdig voldoende zorgmanagers beschikbaar zijn. Zorgcoördinatoren, die de chaos nog niet naar een nieuwe baan ontvlucht zijn mogen nog even aanblijven en daarnaast worden ervaren externe zorgmanagers aangetrokken, die de functie tijdelijk vervullen. Iedereen weet, dat zulke externe krachten pittige rekeningen sturen en ik vroeg mij af, hoeveel ontslagen oproepkrachten hadden kunnen blijven als die meerkosten niet zouden worden gemaakt. Als zich nu een medewerker ziek meldt, wordt er geen oproepkracht ingeschakeld. Iemand kan dan een hele afdeling alleen doen en de bewoners helpen bij wassen een aankleden. Soms als ik om elf uur arriveer is er nog geen bed opgemaakt, moet het been nog worden gezwachteld en de haren nog worden geborsteld en opgestoken. Gelukkig begrijpen de bewoners, dat dit niet de schuld is van de verzorging. Maar de onrust onder hen neemt wel toe. Zij merken vanzelfsprekend ook de angst onder het personeel voor hun baan en of de samenwerking met de nieuwe vaak ook wisselende leiding goed zal verlopen. Al met al wordt de sfeer er niet prettiger op. Elke keer weer zie ik met bewondering naar die vrouwen, die ondanks alles hun werk blijven doen.
Ik kan het niet laten om één stukje blablaproza van de bestuursvoorzitter letterlijk te citeren. Pak maar vast uw woordenboek zeg ik met de bewoners:
“U heeft wellicht al begrepen dat we momenteel heel hard aan het werk zijn om van Haagse Wijk- en WoonZorg een gezonde organisatie te maken. Een organisatie die de continuïteit van zorg en dienstverlening hoog in het vaandel heeft staan. Maar niet alleen de continuïteit, ook de kwaliteit van zorg en dienstverlening moeten hoog in datzelfde vaandel staan.”
En nog wat meer jargon: uw EVV’er, voedingsassistenten, facilitaire dienstverlening. Wat bedoelt de voorzitter als hij schrijft, dat voedingsassistenten zich veel nadrukkelijker gaan bezighouden met facilitaire dienstverlening? Zonder toelichting is deze brief ook voor mij niet volledig te begrijpen. Laat staan voor de geachte cliënten, een zeer gemêleerde groep oudere mensen en mensen met een verstandelijke beperking. Zo’n onbegrijpelijke brief versterkt de onrust in plaats van de mensen echt gerust te stellen.
Voor Haagse volksvertegenwoordigers is er alle reden bij voortduring de vinger aan de pols te houden. Een typische zorguitdrukking overigens.
Jaargang 2, nr. 30.
Zeer herkenbaar verhaal. Bij de zorginstelling waar mijn moeder (95) verblijft zie je iets dergelijks. De zorg gaat achteruit. Het management concentreert zich op nieuwbouwprojecten alsof ze een vastgoedbedrijf beheren.