In Memoriam Matthé Sjamaar

Voormalig rector Niels Stensen College

Het Niels Stensen College was in 1962 met enkele klassen begonnen  als een nieuwe Rooms-Katholieke school voor Voortgezet Onderwijs met het KUVO als bestuur. Matthé en ik kwamen in september 1964 met een aantal andere collega’s aan die school, die toen één vierde, twee derde, drie tweede en vier eerste klassen had. Matthé gaf wiskunde. Het was mijn eerste jaar in het voortgezet Onderwijs na ruim tien jaar in het Lager Onderwijs.

Ik moet putten uit oude herinneringen.  Zo verscheen er in die tijd een nieuwe encycliek, die nogal de aandacht trok. Die rondzendbrief van de paus leek mij van betekenis voor ons onderwijs en ik stelde voor er als team aandacht aan te besteden. Matthé reageerde zeer afwijzend. Pas veel later begreep ik waar zijn afwijzende houding vandaan kwam. Zijn seminarietijd was niet erg prettig geweest. Maar toen hij eerst conrector werd en later rector viel van hem wat betreft bevordering van de katholiciteit van de school weinig te verwachten. Gelukkig waren er anderen in de schoolleiding, die daaraan meer aandacht hebben besteed.

Ik kreeg altijd alle medewerking als ik een bijeenkomst voor mijn aardrijkskundecollega’s wilde organiseren. Pas toen het Niels Stensen College landelijke Proefschool Nieuwe Media werd, hoorde hij van al mijn activiteiten voor de aardrijkskunde. Het was ook tekenend voor zijn manier van leiding geven: ruimte bieden, maar het verder aan de mensen zelf over laten.

Een keer kwam ik echt in botsing. Een paar linkse leerlingen wilden een scholierenstaking organiseren tegen kernbewapening. Maar wie kent die paar jongens onder de ruim negenhonderd medeleerlingen? Ze vroegen me als contactpersoon. Na een reactie van een mij onbekende ouder kreeg ik een uitdrukkelijk verbod mij met die activiteiten te bemoeien.

Later was ik secretaris van de Medezeggenschapsraad. Ik kreeg de verslagen van de schoolleiding. Ik besprak ze met de voorzitster en die reageerde dan naar Matthé. Zo had de MR toch enige invloed.

In 1994 kon ik gebruik maken van veertig dienstjaren en de geldende DOP-regeling. Ik verliet het onderwijs, maar ik bleef wel contact houden met de schhool. Het aantal “Witte” leerlingen nam van jaar tot jaar af. In een interview met een onderwijsblad beweerde Matthé, dat op die manier Marokkaanse leerlingen zich niet meer zouden kunnen optrekken aan de Nederlandse medeleerlingen. De school kon maar beter sluiten. Toen de landelijke media het artikel opmerkten, werd het een enorme rel. Matthé kreeg de schuld. Toen politici de schuld bij de school legden in plaats van de geringe hulp, die zwarte scholen kregen, kon ik hen vanuit mijn ervaring terecht wijzen. Het NSC was juist een uitzonderlijk goede school.

Matthé kon met zijn Helma eerst een aantal jaren op een rustig plekje in Schalkwijk, gemeente Houten, vertoeven en verhuisde toen naar Ternaard bij de Waddenzee. Hij was intussen een volleerd tuinier geworden. Die laatste jaren waren voor hem tenminste echt gelukkig. De Nederlandse samenleving mist een bijzonder deskundige onderwijsman.

18e Jaargang, Nr. 790.

Leave a Reply