EEN STERFTEOVERSCHOT EN TOCH GROEI
Nederland is een van de dichtst bevolkte landen van Europa en toch blijft het aantal inwoners maar toenemen. Ik ken jonge mensen, die vinden, dat ze daarom geen kinderen willen krijgen. Een lager aantal inwoners zou ons land een prettiger leefklimaat geven.
Er worden in Nederland al vanaf 1975 zo weinig kinderen geboren, dat er op den duur een bevolkingsdaling gaat optreden. Per vrouw worden gemiddeld
1,5 tot 1,7 kinderen geboren. Voor een constante bevolking zijn gemiddeld 2,1 kinderen per vrouw nodig. Er waren nog veel ouderen, maar die zijn nu vrijwel allemaal met pensioen. Daardoor treden er flinke tekorten op de arbeidsmarkt op. Vooral in het onderwijs en de zorg zijn die tekorten zorgwekkend. In andere sectoren zijn ook tekorten, maar die worden door buitenlanders opgevuld. Er wordt in veel sectoren Engels gesproken, maar juist in het onderwijs en in de zorg is het wenselijk dat mensen Nederlands spreken en verstaan. Het gemopper over de vele arbeidsmigranten is dus dwaas. Die mensen zijn heel hard nodig en het bedrijfsleven heeft dat dan ook duidelijk laten blijken.
Tsja, maar die mensen moeten ook ergens kunnen wonen en dus zijn gemeenten actief bij het zoeken naar oplossingen, bijvoorbeeld door flex-woningen in mijn eigen gemeente Bunnik en onze buurgemeente Houten. Je daartegen verzetten is dus erg dom. Veel arbeidsmigranten gaan na een tijd weer terug naar hun eigen land. Ze hebben met de hoge lonen in Nederland flink gespaard om in hun moederland een eigen huis te kunnen bouwen. Maar er zijn ook arbeidsmigranten, die zich definitief in Nederland vestigen. Dat bijna voortdurende vestigingsoverschot maakt het sterfteoverschot onder de oorspronkelijke Nederlanders meer dan goed. Zo blijft het aantal inwoners toenemen.
Ik moet nog zien, dat de huidige vier partijen inderdaad zover komen, dat ze een regering kunnen vormen met het daarbij horende coalitieakkoord. Het zou heel dom zijn, wanneer daarin wordt afgesproken het aantal arbeidsmigranten fors te beperken. De tekorten op de arbeidsmarkt zouden ernstige schade aan onze economie toebrengen.
17e Jaargang, Nr. 782.