Mijn Gemeente Bunnik

VERSCHILLEN IN VOORZIENINGEN NIVEAU

De gemeente Bunnik is langgerekt en strekt zich vanaf de gemeentegrens van de stad Utrecht over ongeveer 15 KM in zuidoostelijke richting uit langs de Kromme Rijn. Komend van de stad Utrecht is er eerst de buurtschap Vechten. Al spoedig volgt het grootste dorp Bunnik aan de spoorlijn Utrecht-Arnhem. Dan na de kruising met de A12 volgt Odijk en weer 3 KM verder het dorp Werkhoven. De provinciale weg N229 verbindt de A12 met de dorpen en verder met het dorp Cothen en het stadje Wijk bij Duurstede. Cothen heeft een goede verbinding met Doorn. Odijk met Driebergen, Zeist en Houten, Werkhoven met Houten en Bunnik aan de A12 met Zeist. Bunnik heeft een NS station voor stoptreinen en Odijk is vooral gericht op NS station Driebergen-Zeist, waar ook Intercity’s stoppen.

Komend van de stad Utrecht bij Stadion Galgenwaard passeren we eerst een tweetal landgoederen, Amelisweerd en Rhijnauwen met zeer fraaie parkaanleg. Bij de buurtschap Vechten met restaurant ligt een groot fort van de Nieuwe Hollandse Waterlinie met een Waterliniemuseum en daarbij de resten  van het Romeinse fort Fectio. Twee verdedigingslinies kruisen hier elkaar, naast de Waterlinie de limes, de grens van het Romeinse Rijk.

Bunnik is het grootste dorp van de gemeente en begon als eerste te groeien onder invloed van de suburbanisatie na de Tweede Wereldoorlog. Daar vind je behalve winkels voor de eerste levensbehoeften ook speciaalzaken als een opticien, elektrische apparaten, bloemen. een Hema, restaurants, een vishandel, een wijnhandel, een boekhandel, een juwelier. In Bunnik zijn vier basisscholen, twee RK, een Openbaar en een christelijke  Er is een zorgcentrum en een verzorgingshuis met ook een verpleegafdeling. In het dorp is een Protestante kerk en de RK Barbarakerk. In Bunnik zijn veel kantoren, want het was goedkoper dan in de stad. Zo zit er het hoofdkantoor van de BAM, de grootste Nederlandse bouwonderneming. Het universiteitscentrum De Uithof zit op fietsafstand. De fraaie landschappelijke omgeving is een groot voordeel voor wandelliefhebbers, maar tegelijk een nadeel. Het dorp Bunnik heeft nauwelijks ruimte voor uitbreiding. Al met al biedt Bunnik een prettig woonklimaat voor mensen, die op De Uithof werken, In het algemeen zijn de inwoners hoogopgeleid en koopkrachtig.

Verdergaand in de richting Wijk bij Duurstede komen we in een grote bocht van de Kromme Rijn bij het dorp Odijk. Al onmiddellijk zien we het vrij nieuwe gemeentehuis met daarnaast de sportvelden en het gebouw van Scouting Katimavik en de ijsbaan en de Algemene Begraafplaats. Alles in de zone dichtbij de drukke A12. Rond het dorp ligt de Singel met aan de kant van de Kromme Rijn bungalows rond een pleintje en binnen de Singel verschillende woonwijken, gescheiden door groenzones. Vroeger ging het verkeer door het dorp en daar aan de Meent vind je de winkels voor de eerste levensbehoeften en vlak daarbij de slager, de apotheek en een drukkerij aan de Boomgaardweg. Aan de zuidzijde van de Meent vind je de oude dorpsherberg, Het Wapen van Odijk en het protestante Witte Kerkje. Aan de Noordzijde de RK H. Nicolaaskerk van 1964. Odijk was tot 1960 erg klein en had dus nauwelijks winkels: twee bakkers, een kruidenier en een smid en fietsenzaak een Rabobank, een garage met benzinepomp en een openbare school. Als kinderen naar een RK school wilden moesten ze naar Bunnik lopen en dat gold tot 1964 ook voor de kerkgang. Maar de Odijkers waren slim. Als we flink groeien, dan zijn er veel meer voorzieningen mogelijk. Nieuwkomers waren zeer welkom. En Odijk blijft groeien, helaas wel aan de overzijde van de N229. Utrecht trekt veel bedrijven en organisaties. De mensen, die er werken moeten ook ergens wonen. Elke randgemeente van de stad heeft daarom een bouwopdracht, ook de groene gemeente Bunnik. Aan de Zuidzijde van Odijk zijn andere voorzieningen bij elkaar: Drie scholen en Peuterspeelzaal bij elkaar in één gebouw met er boven woningen. Er is de Hof van Rijnwijck met woningen voor ouderen. Vervolgens een medisch centrum met huisartsen, tandartsen en tandtechniek, Fysiotherapie en een fitneszaal. Daarnaast de sporthal met sportcafé en dorpshuis. Niet ver ervandaan is een kinderdagverblijf. Die oude Odijkers hadden het goed gezien. Het dorp is voor de primaire voorzieningen niet meer afhankelijk van Bunnik. Er zijn zelfs twee supermarkten: een Boni en een grote Jumbo. Die trekken ook klanten uit Werkhoven.

Werkhoven heeft dan wel ook woonforensen, maar is qua waarden toch meer een plattelandsdorp. De Protestante kerk is niet aangesloten bij de Protestante Kerk van Nederland, maar is erg behoudend en merkwaardigerwijs geldt dat ook voor de RK Kerk. Maar de geloofsgemeenschappen van de Barbara in Bunnik, de Nicolaas in Odijk en de Onze Lieve Vrouw ten Hemelopneming in Werkhoven werken steeds nauwer samen en daardoor nemen de verschillen af. Werkhoven heeft alleen een RK Basisschool. De Christelijke school moest door te weinig leerlingen worden opgeheven. Het zal niet lang meer duren en dan heeft Werkhoven nog één winkel, namelijk de bakker. Kort geleden verdween de kleine supermarkt. Een beperkte keuze en iets hogere prijzen. Veel Werkhovenaren reden liever naar Odijk. Je kunt voor een onsje kaas in Werkhoven nergens meer terecht. Drie KM buiten het dorp in wel een kaasboerderij. Werkhoven heeft gekozen voor langzame groei en geen eigen supermarkt. Er zijn in Nederland kleine dorpen, waar de dorpssuper met vrijwilligers overeind wordt gehouden. Het dorp wordt er minder aantrekkelijk door, maar sommige mensen vinden kennelijk: Werkhoven, klein maar fijn.    

15e Jaargang, nr. 750.

 

Leave a Reply